Waar uit steeds meer conclusies blijkt dat het demissionaire kabinet de afgelopen maanden vooral voor stilstand heeft gezorgd, geldt het tegenovergestelde voor dieren die in het wild leven. Op 18 juni gaf de Tweede Kamer groen licht aan demissionair staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) om verder te werken aan zijn omstreden stelselwijziging van het jacht- en faunabeheer. Dit dreigt uit te monden in een nieuw en omstreden jachtbeleid.

Reeën worden afgeschoten in Nederland. De nieuwe plannen voor het jachtbeleid in Nederland zal een nog grotere impact hebben op de biodiversiteit.
Zorgen om plannen voor nieuw jachtbeleid in Nederland | Foto: publiek domein

Natuur- en dierenorganisaties zijn erg bezorgd over de gevolgen voor tientallen diersoorten wanneer deze stelselwijziging wordt doorgevoerd. Zij vrezen dat dit nieuwe jachtbeleid een nieuw dieptepunt betekent voor de toch al kwetsbare biodiversiteit in Nederland.

Controversieel jachtbeleid

Op 18 juni vond er een extra vergadering van de commissie LVVN in de Tweede Kamer plaats. Daar werd bepaald welke onderwerpen van het ministerie van LVVN nog wél mogen worden uitgewerkt door het huidige kabinet (het niet-controversieel verklaren) – en welke niet (het controversieel verklaren). Hoewel veel dier- en natuurorganisaties fel tegen de geplande stelselwijziging jacht- en faunabeheer zijn, heeft de Tweede Kamer op woensdag 18 juni besloten dat het demissionaire kabinet onder aanvoering van BBB-staatssecretaris Jean Rummenie de plannen mag doorzetten.

Wat is de stelselwijziging jacht- en faunabeheer?

In Nederland worden dieren in het wild (zoals reeën of wilde zwijnen) geregeld gedood. Het doden van dieren in het wild gebeurt om verschillende redenen:

  1. Schadebestrijding: bijvoorbeeld grauwe ganzen die landbouwschade veroorzaken.
  2. Soorten- en populatiebeheer: om overpopulatie of ecologische schade te voorkomen.
  3. Hobbyjacht (ook wel benuttingsjacht): waarbij jagers voor hun plezier op bepaalde soorten mogen jagen.

In de huidige regelgeving is vastgelegd wie, onder welke voorwaarden, dieren in het wild mag doden. Voor schadebestrijding of populatiebeheer is afschot niet zomaar toegestaan: er moet doorgaans een vergunning of ontheffing worden aangevraagd bij de provincie. Daarbij wordt beoordeeld of afschot daadwerkelijk noodzakelijk is, en of er geen effectievere of minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn.

Voorbeeld schadebestrijding

Wil de Faunabeheereenheid van Noord-Holland bijvoorbeeld grauwe ganzen vergassen omdat zij schade zouden toebrengen aan gewassen, dan zal zij een vergunning aan de provincie moeten vragen en moeten aantonen waarom deze schadebestrijding nodig is. Tegen het verlenen van deze vergunning kunnen dierenorganisaties bezwaar indienen, als zij tegen de schadebestrijding zijn. Dat wordt ook regelmatig gedaan door organisaties als Animal Rights of de Fauna4life. Zij pleiten er vaak voor dat de dieren op niet-dodelijke manieren moeten worden verjaagd uit de gebieden waar zij overlast zouden veroorzaken.

grauwe ganzen
Grauwe ganzen | Foto: publiek domein CC0

Ook de hobbyjacht is aan verschillende regels onderworpen: er mag niet op elke diersoort gejaagd worden. De vijf vrij bejaagbare soorten in Nederland zijn: de haas, het konijn, de wilde eend, de houtduif en de fazant. Vanwege de achteruitgang van het konijn en de haas werd eerder echter een (tijdelijk) gedeeltelijk jachtverbod op deze twee soorten ingesteld. Ook met de overige dieren op de wildlijst gaat het niet goed.

Omdat men in 2023 van oordeel was dat het systeem van beheer en jacht simpeler en begrijpelijker moest worden, kondigde staatssecretaris Rummenie dat jaar aan dat er een stelselwijziging zou komen. Verwacht werd dat onder andere de lijst van vrij bejaagbare diersoorten voor de hobbyjacht korter zou worden. Immers: het ging niet goed met diersoorten die op die lijst stonden.

Onaangename verrassing jachtbeleid

Het was een grote verrassing toen de staatssecretaris deze gelegenheid echter aangreep om het afschotbeleid te versoepelen. De aangekondigde stelselwijziging heeft tot gevolg dat de wildlijst fors wordt uitgebreid. Elke diersoort met een gunstige staat van instandhouding kan in principe op de wildlijst terechtkomen. Daarmee verschuift de hobbyjacht dus van een nee-tenzij principe naar een ja-mits principe: diersoorten mogen nu tijdens het jachtseizoen bejaagd worden, tenzij zij op een rode lijst staan. Ook zal op een andere manier worden beoordeeld of een diersoort in een gunstige staat van instandhouding verkeert en zal in minder gevallen een het aanvragen van vergunning in het kader van schadebestrijding nodig zijn.

Volgens organisaties als de Dierenbescherming, Vogelbescherming, Natuurmonumenten en de Dierencoalitie is deze koerswijziging uiterst onverantwoord. De wijziging zou leiden tot meer dierensterfte en grotere verstoring van ecosystemen. Ze stellen dat het natuurbeleid ecologische noodzaak en wetenschappelijke kennis gestuurd moet worden. En juist die kennis laat weinig ruimte voor twijfel: het gaat dramatisch slecht met de Nederlandse biodiversiteit.

Zo luidt de reactie van de Vogelbescherming op de plannen op het nieuwe jachtbeleid:

 “[…] Er zouden geen nieuwe soorten aan de jachtlijst moeten worden toegevoegd; idealiter zou die lijst zelfs gesloten moeten worden om verdere achteruitgang te voorkomen.”

Ook Léon Ripmeester, senior jurist bij de Dierenbescherming schrijft aan Animals Today:

“De Dierenbescherming vindt het een gemiste kans dat de stelselwijziging jacht en faunabeheer niet controversieel is verklaard door de Tweede Kamer. Nu kan de demissionair staatssecretaris door met het uitwerken van zijn voornemens. Uit de eerste contouren van de herziening doemt een zeer somber scenario op voor de natuur. Voor het doden van wilde dieren wordt veel minder onderbouwing vereist. Zo worden veel meer diersoorten vrij bejaagbaar gemaakt (in het kader van de ‘hobbyjacht’). Deze voornemens slaan de plank volledig mis. De plannen dienen alsnog zo snel mogelijk van tafel te gaan. Een gedegen, onafhankelijke evaluatie van de huidige wetgeving is wél een goed idee. De wildlijst met vrij bejaagbare soorten dient zeker niet te worden uitgebreid. Sterker nog, de jacht op de huidige 5 wildsoorten -waarmee het slecht gaat- zou zo snel mogelijk moeten worden gesloten.”

Harm Dotinga, senior jurist bij de Vogelbescherming, zegt het volgende:

“Het is een zeer slechte zaak dat het traject voor de stelselherziening voorlopig op dezelfde voet wordt doorgezet. De voorgestelde stelselwijziging is eenzijdig (vooral gericht op uitbreiding van de wildlijst), onvoldoende doordacht, slecht onderbouwd en niet maatschappelijk gedragen. Meer jacht betekent niet alleen meer onnodig doden van vogels en zoogdieren, maar ook grotere verstoring van natuurgebieden en schade aan het platteland. Een zorgvuldiger proces is nodig met nadruk op betere onderbouwing van besluiten, gebiedsgerichte oplossingen, planmatig beheer door deskundigen, en respect voor de intrinsieke waarde van dieren. Er moet ook eerst een gedegen evaluatie van de huidige wetgeving plaatsvinden voor er sprake kan zijn van voorstellen tot wijziging van het stelsel van jacht en faunabeheer.”

Natuurmonumenten benadrukt dat afschot zelden leidt tot duurzame oplossingen:

“Meer dieren doden helpt de natuur niet.”

Zij pleiten voor alternatieve, niet-dodelijke maatregelen.

Wat nu?

Dier- en natuurorganisaties blijven het ministerie oproepen om het voorstel voor het nieuwe jachtbeleid zoals deze nu voorligt, niet door te zetten. De gevolgen voor de Nederlandse natuur zijn onwenselijk en zorgen ervoor dat de Nederlandse biodiversiteit alleen maar afneemt.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Femke Oosterbaan Martinius