Uit onderzoek blijkt dat de sneeuwlaag in het Noordpoolgebied aanzienlijk is uitgedund in vergelijking met zestig jaar geleden. Niet overal is de sneeuwlaag evenveel geslonken. In het westelijk gedeelte van het Noordpoolgebied is de laag met ‘slechts’ dertig procent afgenomen, maar er zijn ook gebieden waar de sneeuwlaag nog maar half zo dik is.

Noordpool 1999
Noordpool, stand van zaken in 1999 | Foto: Wikimedia Commons

Wetenschappers van de Universiteit van Washington en NASA bevestigden de verontrustende resultaten van diverse studies. De onderzoekers combineerden data, verzameld door ijsboeien, observaties vanuit de lucht en vroegere gegevens uit de jaren ’50 tot ’90. Uit het onderzoek blijkt dat de sneeuw in de westelijke gebieden is geslonken van 36 centimeter naar 23 centimeter en in de Beaufort- en Tsjoektsjenzee rond Alaska van 33 centimeter naar nog maar 15 centimeter.

Dr. Son Nghiem van het NASA Jet Propulsion laboratorium:

“De sneeuwlaag werkt als een soort schild dat het zee-ijs kan isoleren. Wij wisten dat het zee-ijs op Antarctica afnam, maar de sneeuwlaag is intussen zo dun geworden dat het schild slechts een sluier is”.

Volgens onderzoek beschermt een dikke laag sneeuw het ijs tegen koude lucht en voorkomt op deze manier ijsvorming: minder sneeuw zorgt voor een dikkere ijslaag in de wintermaanden, maar in het voorjaar smelt het ijs ook eerder.

De wetenschappers zijn er nog niet uit wat dit voor gevolgen heeft voor de planten en dieren. Minder sneeuw betekent dat de dieren minder bescherming hebben tegen de intense kou in het winterse poolgebied. Maar ook voor planten is het afzien: microscopische planten die onder het zee-ijs groeien worden ook getroffen door een veranderend klimaat.

Bron: De Morgen ©PiepVandaag.nl Walter Eijndhoven