Antarctische keizerspinguïns blijken zich onverwachts aan te passen aan het instabiele klimaat. Afnemend ijs, onder invloed van klimaatverandering, maakt dat zij ervoor kiezen hun eieren te leggen op hoger gelegen kustgletsjers. Dit werd ontdekt door een onderzoeksteam dat luchtfoto’s en satellietbeelden maakte van de pinguïns. 

Keizerspinguïns
Foto: NSF/Josh Landis, employee 1999-2001 [Public domain], via Wikimedia Commons
Er werden vier broedkolonies ontdekt door het team. Deze pinguïns legden hun eieren bovenop gletsjers van 300 meter en hoger. Ondanks dat keizerspinguïns vrij onhandige wezens op het land zijn is dit ze toch gelukt. De onderzoekers hebben de dieren vijf jaar lang bestudeerd. In de eerste drie jaren broedden de pinguïns op het zee-ijs. Dit ijs vervormde zich en in plaats van te zoeken naar ander zee-ijs, liepen de pinguïns naar het oosten. Daar vonden ze ijs kreken die ze leidden naar de ijsplaten. De pinguïns zijn opvallend trouw aan de omgeving volgens de onderzoekers. Ze veranderen hun broedplaats liever dan de hele locatie wanneer het zee-ijs ongeschikt is.

Keizerspinguïns stonden er eerder bekend om te broeden op de laag van het bevroren zeewater op het oppervlak van de oceaan. Wetenschappers waren al bang dat het aantal keizerspinguïns flink zou afnemen wanneer dit door klimaatverandering niet meer mogelijk zou zijn.

De oplossing die dieren hebben gevonden, neemt niet alle problemen weg voor de keizerspinguïns. Een ijskap is een heftigere omgeving voor het opvoeden van jonge pinguïns dan zee-ijs. Het is minder beschut. Ook kost het op- en afstappen van de ijsplaten veel energie. Deze energie hebben de pinguïns nodig om op de lange termijn te overleven. Grote gletsjers zijn ook nog weer kwetsbaarder voor klimaatverandering. 

Keizerspinguïns
Foto: Wikimedia Commons

Bron ©PiepVandaag.nl Jaimy Visser