De Partij voor de Dieren (PvdD) heeft een plan om het onbedwelmd doden van dieren te gaan verbieden uitgewerkt in het wetsvoorstel ‘Beperken van het lijden van dieren bij de slacht’. Maar wie nu staan te juichen hebben ofwel het voorstel niet gelezen, of essentiële kennis ontbreekt om het voorstel goed te kunnen beoordelen.

Twijfels bij wetsvoorstel Beperken van het lijden van dieren bij de slacht
Wetsvoorstel Beperken van het lijden van dieren bij de slacht lijkt meer dan het is | Foto (illustratief): publiek domein

Klaarblijkelijk wil de PvdD een bredere aanpassing, waarbij naast het voorkomen van de ernstige welzijnsaantasting als gevolg van het doden van dieren zonder voorafgaande bedwelming, ook de welzijnsaantasting op een aantal andere onderdelen bij het slachtproces aanpakken. Op zich niets mis mee, ofschoon ervaring leert dat hoe uitgebreider een wetsvoorstel is, des te makkelijker tegenstanders het op onderdelen onderuit kunnen halen, waardoor het hele voorstel sneuvelt. Om die reden was bijvoorbeeld het wetsvoorstel voor een verbod op het gebruik van de stroomband toegespitst op het gebruik bij de hond en niet bij alle dieren.

Beperken van het lijden van dieren bij de slacht

Gelet op alle positieve reacties op het voorstel was ook ik in eerste instantie erg positief gestemd. Dit ondanks het feit dat de PvdD er veel te lang over gedaan heeft om met een hernieuwd wetsvoorstel tegen onverdoofde slacht komen. Maar goed, beter heel laat dan nooit denk ik dan. Maar mijn positieve stemming is na het lezen van het voorstel omgeslagen en aanzienlijk minder positief geworden.

Het is voor mij van belang te benadrukken dat vanuit het individuele dier bezien, het voor zijn welzijn van groot belang is dat elke maatregel ter vermindering van het door de mens veroorzaakte leed, ook daadwerkelijk in de praktijk zo uitpakt – en dat bij de genoemde maatregelen er zonder wetenschappelijke onderbouwing geen onderscheid gemaakt gaat worden tussen individuele dieren van een bepaalde soort en al helemaal niet tussen diersoorten. Helaas is dit wel wat het voorstel van de PvdD beoogt, zowel wat betreft het onderdeel verbod op het onbedwelmd slachten als bij het onderdeel verkoop, verhandelen en afleveren van (zwangere) dieren vanaf 40 procent van de dracht.
.

Karen’s blog: Niets staat een verbod op onverdoofd slachten nog in de weg

Onderdeel 1: verbod op het onbedwelmd slachten

Om het voorstel ‘Beperken van het lijden van dieren bij de slacht’ goed te kunnen interpreteren, is het van groot belang om eerst te begrijpen wat bedwelming precies inhoudt. Er is pas sprake van bedwelming als het dier zijn volledige bewustzijn heeft verloren. Deze uitleg is terug te vinden in de Europese richtlijn doden van dieren:

“Bedwelming is iedere methode die, bij toepassing op een dier, dit dier onmiddellijk brengt in een staat van bewusteloosheid die aanhoudt totdat de dood is inge­treden.”

Met andere woorden: het dier mag zich op geen enkel moment bewust zijn van hetgeen met hem tijdens het slachtproces gebeurt. Dit klinkt uiteraard zeer logisch, maar dat blijkt voor heel veel personen niet zo te zijn. Althans, men handelt er in ieder geval niet naar. Men verwart bijvoorbeeld nog steeds bewusteloosheid met bewegingsloosheid. Maar of een dier zich op geen enkel moment bewust is van hetgeen met hem gebeurt, wordt niet bepaald door de mate van het niet kunnen bewegen. Deze ‘misvatting’ is bijvoorbeeld bij pluimvee verantwoordelijk voor de ernstige welzijnsaantasting tijdens het slachtproces en speelt een grote rol waarom het huidige PvdD-voorstel gigantisch de plank misslaat.

Dus nogmaals: als een dier zich niet beweegt, zegt dat niets over het al dan niet bij bewustzijn zijn van dat dier. Ook van belang hierbij is het onderkennen dat een dier bedwelmd is of niet. Meer smaken zijn er niet. Een dier kan niet half, of een beetje bedwelmd zijn. Het dier is bewusteloos of niet, niet een beetje bewusteloos. Een dier kan wel half of een beetje bij bewustzijn zijn, maar dan is het dier dus niet bedwelmd en dus NIET bewusteloos!

Hier slaat het PvdD-wetsvoorstel ‘Beperken van het lijden van dieren bij de slacht’ de plank niet een beetje mis, maar echt volledig ernaast. Het huidige voorstel blijft toestaan dat pluimvee – dat met miljoenen wordt geslacht – niet volledig bewusteloos is alvorens het slachtproces begint, terwijl het voorstel wel doet voorkomen alsof het onbedwelmd slachten van alle diersoorten verboden zou worden.
.

35 schapen gered van illegale offerslacht

Aanpassing artikel 2.10 Wet Dieren

De PvdD stelt voor om in het Artikel 2.10, 2e lid op te nemen dat er altijd bedwelming moet worden toegepast:

“Er wordt voorafgaande bedwelming toegepast in de gevallen waarin een dier wordt gedood voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten. Daarnaast wordt de uitzondering om onbedwelmd te mogen slachten geschrapt.”

Maar dan komt het. In hetzelfde artikel is ook opgenomen dat naast een verbod op het bedwelmen van varkens met CO2, ook een verbod gaat gelden voor het bedwelmen van pluimvee met het elektrisch waterbad. Op zich helemaal prima en eindelijk zou ik zeggen. Al tijdens de periode van minister Verburg is wetenschappelijk aangetoond dat de toegepaste elektrische waterbadbedwelming helemaal geen bedwelming is, maar een methode die pluimvee immobiliseert (lees: bewegingsloos maakt, niet bewusteloos). Er was toen al aangetoond dat het elektrische waterbad geen methode was waardoor de dieren bewusteloos raakten.

Het niet bewusteloos zijn had dus tot gevolg dat het dier bij bewustzijn het waterbad ingetrokken werd en nadien dus ook bij bewustzijn (als ze al niet verdronken waren in het waterbad) de nek werd doorgesneden. Het was om deze reden dat toen met de sector was afgesproken om het waterbad uit te faseren. Een afspraak waarmee vervolgens niets of weinig is gedaan. Alleen een enkele voorloper is overgeschakeld op bedwelming met CO2.
.

De pijn van CO₂ -verdoving bij kippen (video)

.
Maar goed, door nu een verbod op het gebruik van de elektrische waterbad in te gaan stellen, zou er eindelijk dan toch een einde komen aan deze manier van het feitelijk onbedwelmd slachten van pluimvee, denk je dan. Helaas blijkt het toch weer net anders te zijn. De PvdD stelt namelijk voor om onder artikel 2.10 een nieuw 6e lid toe te voegen, waarin het volgende is opgenomen:

“Bij algemene maatregel van bestuur kan voor het slachten van kippen (Gallus gallus) volgens de Israëlitische of de islamitische ritus telkens voor ten hoogste twee jaar worden afgeweken van het verbod bedoeld in het zevende lid, aanhef en onderdeel b, onder de voorwaarden dat…”

Het verbod in het 7e lid, aanhef en onderdeel b heeft betrekking op het gebruik van het waterbad. Dit nieuwe 6e lid maakt het mogelijk dat het waterbad nog steeds gebruikt mag worden. Sterker nog, door de toevoeging ‘telkens’ kan met dit artikel tot in de lengte der tijden met steeds 2 jaar afgeweken worden van het verbod om het waterbad te gebruiken. Dat houdt feitelijk in dat de sector kan blijven doorgaan met het gebruik van het waterbad als bedwelmingsmethode, terwijl deze methode in de praktijk de dieren niet bedwelmt en slechts dient om de dieren bewegingsloos te maken. Dit laatste is namelijk wel handig, want een kip die aan haar poten hangt kan flink tegenspartelen en dat geeft allemaal gedoe tijdens het slachtproces.
.

Levend gekookte varkens in slachthuis geen uitzondering

.
Wat ik echter ronduit schandalig vind is dat zelfs de PvdD doet voorkomen alsof het een verbod wil gaan instellen op het onbedwelmd slachten en daarbij de waterbadmethode te bestempelen als een bedwelmingsmethode waardoor dieren wél bewusteloos zouden raken. Deze partij zou als geen ander moeten weten dat dit niet het geval is. Door het waterbad te blijven toestaan, kan het onbedwelmd slachten van pluimvee gewoon doorgaan. Dit is echt laakbaar gedrag van een partij die zegt op te komen voor alle dieren.

En nogmaals voor alle duidelijkheid: een dier is bedwelmd of niet. Meer opties zijn er niet. Net zoals een doelpunt: de bal zit erin of niet. Klaarblijkelijk is voor de PvdD een kip minder belangrijk als levend wezen dan een ander productiedier. Op zich kan dit een politieke keuze zijn, maar wees daar dan ook duidelijk over en communiceer niet dat je het onbedwelmd slachten wil gaan verbieden, want dat is feitelijk gewoon niet juist.
Met het voorstel wordt dierenmishandeling van pluimvee bij de slacht juist verder gelegaliseerd, terwijl het voorstel zou gaan over beperking van het leed.
.

EU-hof: verbod op onverdoofd slachten is wel toegestaan

‘Omkeerbare bedwelming’

In het voorstel is verder ook opgenomen dat er niet alleen sprake moet zijn van bedwelming, maar van een ‘omkeerbare bedwelming’. Hoezo is de toevoeging ‘omkeerbaar’ voor het dier van belang? Dat het voor de religieuze organisaties van belang kan zijn dat een bedwelming reversibel (=omkeerbaar) moet zijn, is iets anders dan dat dit voor het dier van belang is en in de wet opgenomen zou moeten worden! Voor het dier is het enige dat telt dat het dier zijn volledige bewustzijn verloren heeft en daardoor bewusteloos is. Niet meer en niet minder.

Dit mag dan worden veroorzaakt door een omkeerbare of een niet omkeerbare bedwelmingsmethode. Dat maakt voor het dier niets uit en dat had in het voorstel moeten zijn opgenomen. Door de toevoeging dat het een omkeerbare bedwelming moet zijn, houdt in dat het toepassen van een niet omkeerbare bedwelming niet meer zou zijn toegestaan. Hoezo niet en wie gaat dan bepalen of een bedwelming wel of niet omkeerbaar is en op grond waarvan dan? Wanneer is een bedwelming trouwens omkeerbaar? Wat verstaan wordt onder omkeerbaar is al jaren een discussiepunt en vanuit dierenwelzijnsoogpunt volgens mij nog steeds niet opgelost.

Door nu zo de nadruk te leggen op de omkeerbaarheid van de bedwelming vraag je om (juridische?) problemen waar de dieren in het geheel niet op zitten te wachten. Maar misschien is dit nu net de bedoeling?
.

Ingezonden brief: Een caring vet over onverdoofd slachten

Onderdeel 2: Verkoop, verhandelen en afleveren van dieren vanaf 40 procent van de dracht met het oog op het doden voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten

Bij dit onderdeel maakt de PvdD de mate van welzijnsaantasting afhankelijk van het doel waarvoor de dieren verkocht, verhandeld of afgeleverd worden. Wordt een dier vanaf 40 procent van de dracht verkocht, verhandelden of afgeleverd met het oog op het doden voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten, dan is dat niet meer toegestaan. Klaarblijkelijk is bij de verkoop, verhandelen of afleveren van drachtige dieren vanaf 40 procent van de dracht sprake van een ernstige welzijnsaantasting, want anders hoeft er geen verbod te komen. Artikel 2.1 Wet Dieren geeft aan dat het verboden is om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen. Door het voorgestelde verbod maakt de PvdD duidelijk dat “met het oog op het doden” dus geen redelijk doel is.

Als dit dus niet met het oog op het doden gebeurt, is het klaarblijkelijk wel toegestaan. En dan snap ik het niet meer. Voor het dier in kwestie zal het een zorg zijn of het wel of niet verkocht, verhandeld of afgeleverd wordt “met het oog op” of “niet met het oog op”. Als het dierenwelzijn ernstig in het geding is op het moment dat men beoogt het drachtige dier te gaan doden, is het welzijn van het dier ook in het geding bij verkoop, verhandeling of aflevering met een ander doel dan de slacht.

De vraag is of dit andere doel dan wel een redelijk doel dient en wie bepaalt dat dan weer? Buiten het feit dat heel veel dieren eerst verkocht, verhandeld of afgeleverd worden via een tussenstation en pas na enige tijd afgevoerd worden voor de slacht. Is dat tussenstation dan weer geen probleem voor dieren vanaf 40 procent van de dracht? En wie gaat dit handhaven?
.

Verplichte camera’s in slachthuizen, maar wie kijkt ernaar?

.
Alleen het handhaven van het reeds bestaande verbod om drachtige dieren te vervoeren in de laatste fase van de dracht blijkt niet, of zeer lastig uitvoerbaar te zijn. Pas als de dieren aan het kalven zijn op het slachthuis durft men aan te geven dat er sprake is van een overtreding. Dus als dit al niet handhaafbaar is, hoe wil men dan gaan bepalen of een dier minder dan 40 procent van de dracht achter de rug heeft? Door daarnaast ook nog het onderscheid te maken tussen wel of niet “met het oog op”, vraag je volgens mij om problemen. Maar misschien is dit wel de bedoeling, in de hoop dat het voorstel in zijn geheel van tafel verdwijnt?

PvdD gefeliciteerd?

Iedereen die de PvdD tot nu toe feliciteerde met het wetsvoorstel ‘Beperken van het lijden van dieren bij de slacht’, had ofwel het voorstel niet gelezen, of ontbeert de kennis om het voorstel goed te beoordelen. Ook hierbij zijn er helaas geen andere smaken. Ik hoop daarom maar dat ik het niet goed zie en te wantrouwig ben. De toekomst zal het leren, maar ik ben er bang voor.
.

  • Paul Bours heeft als dierenarts gezelschapsdieren 12 jaar in de praktijk gewerkt. Onrecht jegens dieren loopt als een rode draad door zijn leven en is zijn drijfveer. De afgelopen 23 jaar was hij senior beleidsmedewerker dierenwelzijn op het ministerie van LNV, met een breed scala aan dossiers.
  • Lees ook op AnimalsToday:
    .

Wreedheden in Brits halal slachthuis, toezichthouder FSA kijkt toe

©AnimalsToday.nl Paul Bours | House of Animals

Gerelateerde berichten