Manning River Farm Animal Sanctuary, een opvangadres voor boerderijdieren in Australië, kocht onlangs zes kalfjes van melkveehouders. De meeste kalveren in de reguliere melkveehouderij worden kort na de geboorte van hun moeder gescheiden, omdat de melk – opgewekt om het kalf mee te voeden –  voor menselijke consumptie wordt gebruikt: een drama voor moeder en jong. Aan stiertjes heeft de boer niets, ze geven tenslotte geen melk. Zij worden doorverkocht aan kalvermesterijen voor het vlees. 

stierkalfjes
© Manning River Farm Sanctuary

‘Toen we aankwamen zagen we een afschuwelijke rij kleine hokjes met in elk een kalfje, helemaal alleen. De boer liep langs de rij en wees de kalfjes aan die we wel en niet konden krijgen’, aldus Tara Maher.

Vier kalfjes hadden geluk en mochten mee naar de opvang. Ze waren eerst heel timide, maar elkaars gezelschap deed ze goed.  Bo, Harry, Maverick en Ingram wenden snel aan hun nieuwe omgeving.

‘Ze waren in goede conditie, hoewel wat aan de dunne kant en wankel op hun poten. Elke drie uur gaven we ze de fles.’

Een week later kreeg de opvang een verzoek een ander kalfje op te nemen. Tuck was slechts twee dagen oud en uitgedroogd. De laatste aanvulling is kalfje Noah, die erg verdrietig om zijn moeder bleef roepen.  De andere kalfjes leken Noah te willen troosten, ze bleven steeds bij hem in de buurt, hoewel hij eerst geen belangstelling voor ze had.

Inmiddels zijn de zes kalveren in goede conditie en heel tevreden met elkaar. Ze hebben niets meer te vrezen en mogen een lang en gelukkig leven leiden.

‘Ze spelen samen en zijn dol op elkaar. Soms hebben ze een gekke bui en rennen hard weg terwijl ze in de lucht schoppen. Vooral Tuck doet dit.’

‘Onze prachtige knullen Bo, Maverick, Harry, Ingram, Tuck en Noah zijn geen weggooiproduct. Ze hebben een eigen identiteit, een leven en wij genieten van ze.’

Bron ©PiepVandaag.nl Angelique Lagarde