Internationaal Gerechtshof, 27 juni 

Vandaag wederom een hele lijst aan feiten en argumenten die wel heel duidelijk aantonen dat de Japanse walvisjacht absoluut niets te maken heeft met wetenschappelijk onderzoek. Het was bijna te gênant om aan te moeten horen. Uitspraken van meerdere Japanse officials lieten weinig te gissen over, en toonden duidelijk aan dat Japan van begin af aan nooit non-lethal onderzoeksmethoden als een mogelijk alternatief voor het doden van walvissen in overweging heeft willen nemen.

Internationaal Gerechtshof - wetenschap
Internationaal Gerechtshof | Foto: Geert Vons

In de periode dat er nog commercieel op walvissen werd gejaagd, voordat in 1986 het moratorium van kracht werd, werd er amper gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een special permit aan te vragen voor lethal research.

De statistieken laten na 1986 echter een enorme toename zien van het gebruik maken van special permits om walvissen te kunnen doden… door Japan.

Geen enkel ander land maakt er gebruik van.

Voordat het moratorium van kracht was, had Japan geen behoefte aan special permits omdat er commercieel op walvissen werd gejaagd en er dus geen reden of noodzaak was om een special permit te hebben.

Destijds was Japan fel tegen het moratorium op de walvisjacht en stemde tegen het voorstel van de IWC. Onder druk van de VS heeft Japan uiteindelijk ingestemd, ging akkoord, en liet weten niet meer commercieel te zullen jagen. Voorwaarde was echter wel dat er geen inmenging zou komen in andere vormen van walvisjacht.

Wetenschap werd de uitweg om door te kunnen blijven gaan met de walvisjacht. Japan ging van de ene op de andere dag over van commerciële walvisjacht op wetenschappelijke walvisjacht.

De jachtgebieden werden opeens onderzoeksgebieden en het doden van walvissen werd opeens het verzamelen van informatie voor wetenschappelijk onderzoek (collecting samples).

Zowel JARPA als JARPA II ontbreekt het aan iedere vorm van logische wetenschappelijke argumentatie en feitelijke onderbouwing. Het is niet duidelijk wat de vraagstelling is, wat de daaruit volgende hypothesen zijn, waarom voor een bepaalde onderzoeksmethode wordt gekozen en waarom er geen integratie is met andere wetenschappelijke onderzoeken en projecten. Waarom wordt er geen inzicht en duidelijkheid gegeven? Waarom vinden er geen periodieke evaluaties plaats, met de mogelijkheid tot het bijstellen van doelstellingen en/of hypotheses van het onderzoek.

Het is overigens niet zo dat Japan niet bekend is met een aantal niet-dodelijke onderzoeksmethoden, zoals onder andere het merken van dieren en het nemen van kleine stukjes weefsel voor DNA-onderzoek. Bij ander onderzoek wordt daar wel gebruik van gemaakt, maar waarom dan niet bij het walvisonderzoek?

Walvisonderzoek is overigens niet eens echt een juiste naam, aangezien JARPA en JARPA II claimen het hele Antarctische ecosysteem als terrein van onderzoek te omvatten. Een logische gedachte die dan opkomt is om je dan af te vragen in hoeverre de drie walvissoorten die het praktische onderwerp van onderzoek zijn binnen zowel JARPA als JARPA II representatief zijn voor een volledig ecosysteem.

In hoeverre is de rode eekhoorn representatief voor een volledig Brits ecosysteem om maar iets te noemen?

Het enige dat echt duidelijk blijkt uit het Japanse onderzoek is dat er walvissen moeten worden gedood voor een onbepaalde periode. Ik was zeer verbaasd toen ik vanochtend hoorde zeggen dat het eerst verzamelen van gegevens en dan vervolgens kijken voor welk onderzoek je die gegevens kunt gebruiken ook een vorm van wetenschap is. Er zit een enorme kloof tussen de zogenaamd wetenschappelijke JARPA programma’s en wetenschap zoals die normaalgesproken wordt bedreven. JARPA en JARPA II zijn als een parodie op de wetenschap en de IWC heeft Japan herhaaldelijk verzocht te stoppen met dodelijk onderzoek, onder andere in 2005 en 2007.

Technologische ontwikkelingen worden genegeerd, vormen van niet-dodelijk onderzoek worden bij voorbaat afgewezen en samenwerking met en commentaar van onafhankelijke wetenschappers is uitgesloten

Waarop is het aantal in JARPA en JARPA II genoemde te doden walvissen gebaseerd? Waarom werd het aantal te doden dwergvinvisen van het ene op het andere jaar verdubbeld?

Waarom heeft er nooit een bijstelling plaats gevonden van de aantallen te doden walvissen wanneer achteraf bleek dat van te voren vastgestelde quota niet gehaald waren, oftewel waarom werd het onderzoek aangepast aan de daadwerkelijke situatie en ontwikkelingen?

De in JARPA en JARPA II te doden aantallen walvissen zijn ieder jaar hetzelfde.

Bultruggen zijn al jaren niet gedood, en toch staan ze ieder jaar op het programma van te doden onderzoeksonderwerpen.

Als het kennelijk niet uitmaakt hoeveel walvissen er worden gedood, en als het ook niet uitmaakt of je van bepaalde walvissoorten niet één exemplaar vangt, wat is dan de reden en waarde van het onderzoek?

Is de reden dat er niet gejaagd wordt op vinvissen omdat die gemiddeld 25 meter  lang zijn, en het fabrieksschip van de walvisvaardersvloot alleen dieren met een maximale lengte van 18 meter kan verwerken?

Vandaag zijn twee onafhankelijke wetenschappers dieper ingegaan op de basis en structuur en met name de vele onduidelijkheden en slechte logische en feitelijke onderbouwing binnen de JARPA programma’s.

Eén van hen liet weten dat het met een dergelijke basis en structuur (of beter gezegd gebrek daaraan) het absoluut uitgesloten zou zijn een dergelijk onderzoeksprogramma gefinancierd te krijgen.

Weet zelf eigenlijk ook wel zeker dat je met een dergelijk voorstel voor een middelbare school project, ook beslist weer opnieuw zou kunnen beginnen.

JARPA en JARPA II zijn een parodie op de wetenschap.

Internationaal Gerechtshof, 28 juni

Het heeft Sea Shepherd zo’n tien jaar en negen campagnes gekost voordat het zover is gekomen. De rechtszaak aangaande de walvisjacht in Antarctica wordt iedere zitting rechtstreeks vanuit het Internationaal Gerechtshof in Den Haag uitgezonden, en het is voor de hele wereld mogelijk om mee te kijken en luisteren naar alle feiten en fabels omtrent de Japanse walvisjacht in het Antarctisch walvisreservaat. Rechters, advocaten, professoren en wetenschappers geven hun mening en conclusies.

In het geval dat het JARPA programma wel in aanmerking zou komen voor de kwalificatie ‘wetenschappelijk’ dan zou je mogen verwachten dat er na 18 jaar onderzoek en ruim 7.000 gedode walvissen er toch wel eens een keer een hypothese zou zijn opgesteld. Dit is niet het geval.

Na de beëindiging van JARPA was er geen pauze, geen analyse, geen onafhankelijke beoordeling, geen hypotheses. Er werd meteen begonnen met het vervolg programma JARPA II.

Er is geen relatie tussen de inhoud van de JARPA programma’s en de afgegeven special permits. De effectiviteit van het zogenaamde wetenschappelijke programma is alleen zichtbaar in het aantal gedode walvissen.

De focus van het ‘onderzoek’ was hetzelfde als tijdens de commerciële walvisjacht namelijk het doden van met name dwergvinvissen. De mate van willekeur is ook in het ‘verzamelen van gegevens’ enorm hoog; pakken wat je pakken kunt zonder duidelijk vooraf bepaalde criteria.

Dwergvinvis - wetenschap
Dwergvinvis | Foto: Wikimedia Commons

De JARPA programma’s doen niets anders dan alleen het verzamelen van gegevens. Dat er eventueel wetenschappers aan boord zijn van de schepen van de Japanse walvisvaardersvloot maakt het nog niet per definitie wetenschappelijk onderzoek. Daarvoor moeten er beslist aan een aantal onafhankelijke voorwaarden worden voldaan. Al helemaal als het gaat om dodelijk onderzoek waar een special permit van de IWC voor vereist is.

Wat verder opvalt in het zogenaamde wetenschappelijk onderzoek is dat er in verhouding wel erg veel aandacht binnen de JARPA projecten is voor de productie, verkoop en distributie van een stabiele voorraad walvisvlees.

De programma’s zijn ontwikkeld om meteen commerciële walvisvaart te kunnen hervatten indien het moratorium opgeheven zou worden.

De vangstquota zoals gesteld binnen JARPA zijn overigens ook voor legitiem wetenschappelijk onderzoek onaanvaardbaar hoog.

Ook valt op dat in de loop der jaren het aantal schepen van de Japanse walvisvaardersvloot is afgenomen, de jachtperiode korter is geworden, maar de vangstquota niet zijn aangepast. Het special permit lijkt hierdoor meer tot een administratieve noodzakelijkheid geworden dan een vergunning om gefundeerd wetenschappelijk onderzoek te mogen uitoefenen.

In de 8 seizoenen van JARPA II heeft Japan nog nooit vooraf een verzoek tot een special permit aan de IWC voorgelegd, maar altijd achteraf, nadat Japan zelf deze vergunning al had afgegeven.

Ondanks dat het in 1994 ingestelde Antarctisch Walvis Reservaat wordt erkend, meent Japan verder dat met name dwergvinvissen een uitzonderingspositie hebben, en dat die wel gedood mogen worden.

Helaas is keer op keer gebleken dat er absoluut geen Japanse wil is om te luisteren naar advies van de IWC of om te reageren op de vraag om inzicht te geven in de zogenaamde wetenschappelijke JARPA programma’s.

Al in 1987 hadden een groot aantal IWC wetenschappers hun bedenkingen over JARPA. Japan reageerde hierop door te zeggen dat het “een verschil van mening” was. Japan duldt geen kritiek of commentaar, en verweet de IWC politiek gemotiveerd te handelen op basis van de “tyranny of the majority”.

Een andere officiële reactie (Masayuki Komatsu); “It’s none of your business” getuigt ook al niet van veel respect.

Alvorens tot een beoordeling van de aanvraag voor het JARPA II programma te komen, in 2005, wilden 63 IWC wetenschappers eerst een evaluatie van het eerste JARPA programma. Japan stemde hier niet mee in, trok zich nergens iets van aan en begon gewoon met het JARPA II programma. Als het programma niet zou worden doorgezet, zou het Japanse Ministerie van Financiën volgende jaren geen financiële toezeggingen meer doen.

Later zou blijken dat geen één van de doelstellingen van JARPA waren gehaald, en het wetenschappelijke comité van de IWC had 31 aanbevelingen.

Japan handelt niet op basis van goed vertrouwen. Ieder (international) verdrag is gebaseerd op het principe van goed vertrouwen en wordt geacht bindend te zijn. Als er geen wil is om te luisteren en serieus en respectvol met commentaar en aanbevelingen om te gaan, dan lijkt een verdrag weinig zinvol te zijn.

In de 28 jaar van onderzoek heeft Japan geen moeite gedaan om vragen of advies in overweging te nemen. Veelal werden resoluties zonder opgaaf van reden genegeerd, en ook is het voorgekomen dat er eenvoudigweg gezegd werd dat er geen intentie was de resolutie te respecteren.

©PiepVandaag.nl Geert Vons, directeur Sea Shepherd Nederland