Dieren en planten zijn de dupe van de klimaatveranderingen, ze kunnen zich moeilijk aanpassen. Dat blijkt uit een onderzoek van Marleen Cobben. Zij deed het onderzoek voor de Wageningen UR (University & Research centre).

Paardebloem

Cobben laat aan de hand van berekeningen zien dat de genetische basis van planten en dieren flink achteruit gaat door klimaatveranderingen. Die zwakke, genetische basis maakt de soorten extra kwetsbaar, met name voor ziektes. De berekeningen geven nieuw inzicht van het effect van klimaatverandering op planten en dieren. Eerst werd gedacht dat soorten die zich minder goed kunnen verplaatsen zich wel zouden aanpassen. Desalniettemin blijkt dat dus een lastigere kwestie dan gedacht.

Populaties

Uit het onderzoek komt naar voren dat de klimaatveranderingen ervoor zorgen dat vooral de populaties aan de noordkant van het verspreidingsgebied van een bepaalde soort, zich verder naar het noorden verplaatsen. Die populaties bevatten minder genetische variatie dan de populaties die in het midden van het verspreidingsgebied voorkomen. Zo worden de populaties die zich noordwaarts verplaatsen, genetisch ‘armer’ dan de populaties die in het midden van het verspreidingsgebied blijven.

Verdwijning genvarianten

De populaties die in het midden van het verspreidingsgebied blijven, hebben ook meer genetische variatie. Als deze populaties uitsterven, gaat er dus genetische variatie verloren. Als dat gebeurt verdwijnen helaas die genvarianten voorgoed uit de soort. Hoe minder genvarianten, hoe kleiner de kans dat er een genvariant aanwezig is die de planten en dieren weerbaar maken tegen bedreigingen. De soorten verliezen hierdoor het vermogen zich aan te passen.

Behouden van natuurgebieden
Volgens Cobben onderstrepen haar resultaten uit het onderzoek de essentie van het behouden van grote natuurgebieden.

“Daarmee kopen we tijd. Het behoud van genetische diversiteit voor de soort is gekoppeld aan het voortbestaan van de populaties in het centrum van het verspreidingsgebied. Hoe langer die overleven, hoe groter de kans dat die genvarianten kunnen mee-migreren naar het noorden. Als die verplaatsing geblokkeerd wordt door barrières in het landschap, zal de genetische variatie extra snel achteruit gaan, waardoor de soorten nog sneller kwetsbaar worden voor nieuwe bedreigingen zoals ziektes.”

Bron ©PiepVandaag Iris Doornbos