Terwijl in Nederland in 2024 het nertsenfokverbod van kracht gaat, verdienen de Denen bakken met geld aan de bontindustrie. Bont is ‘big business’ voor de Deense bontboeren, zo blijkt uit cijfers, gepubliceerd door The Economist.

Bont bontindustrie
Foto: cobalt123 / Foter.com / CC BY-NC-SA

Denemarken telt 1.500 nertsfokkerijen, waar jaarlijks zo’n 17 miljoen dieren worden gefokt. Dit is goed voor wel 20 procent van de gehele wereldproductie. De Deense boeren verdienen er lekker aan: volgens het weekblad The Economist maakte een gemiddelde fokker de afgelopen vijf jaar een winst van 365.000 euro, per jaar.

Chinezen houden van bont
Zo’n twintig jaar geleden ging het slecht met de bontindustrie, maar de Denen zagen in China een oplossing: door onder andere reclamecampagnes werden Chinezen ervan overtuigd dat bont hét statussymbool is. Kopenhagen is inmiddels het bontcentrum van de wereld geworden, met een bontveiling, een bontkennisinstituut en een zeer actieve brancheorganisatie van fokkers, die inmiddels een kantoor en ontwerpstudio in Beijing heeft en regelmatig Chinese ontwerpers naar Kopenhagen haalt. In de Deense hoofdstad experimenteren ontwerpers in het bontlab met ‘bijzondere’ bontontwerpen, zoals met bont beklede motorhelmen en bonten iPad-hoezen.  Op de Deense bontveiling bestaat de helft van de kopers uit Chinezen. De veiling zette in 2013 2,1 miljard euro om.

Bron: Z24, The Economist ©PiepVandaag.nl Monique van Dijk Armor