Niet-menselijke dieren drukken zich op talloze manieren uit. Met geluid, bewegingen, kleur, geur, blikken, en ga zo maar door. Het is onmogelijk om in een paar columns al die talen te bespreken. Om een indruk te geven van de verscheidenheid en rijkdom aan vormen van talen ga ik vandaag in op identiteit. Ik bespreek hoe dieren elkaar en zichzelf een naam geven en kunnen herkennen, op individueel niveau en op groepsniveau.

Een paar jaar geleden was er groot nieuws: dolfijnen noemen elkaar bij hun naam. Ze hebben allemaal een speciaal geluid, waarmee ze zichzelf aan nieuwe dolfijnen voorstellen, en waarmee ze elkaar roepen. Dolfijnen zijn lang niet de enige dieren die een naam hebben. Papegaaien krijgen een naam van hun ouders. Doodshoofdaapjes hebben een speciaal ‘chuck’-geluid voor ieder individu. Vleermuizen hebben namen waarmee ze elkaar roepen om bij elkaar te blijven in het donker. Vooral in een grote groep kan dat handig zijn. Een naam is handig omdat je een ander kunt roepen, en om aan te geven dat jij het bent die eraan komt. Identiteit wordt niet alleen vocaal doorgegeven. Hyena’s leven in fluïde sociale verbanden, waar de vrouwtjes dominant zijn. In de interactie maken ze gebruik van geursignalen uit hun anaalklieren, die in 252 verschillende samenstellingen voorkomen en een individueel profiel vormen dat verandert met de tijd. De geuren worden ook overschreven door andere leden van de groep, waardoor buitenstaanders die langskomen zich een goed beeld kunnen vormen van zowel de individuen die ergens leven – hun leeftijd, gender, rang, gezondheid, misschien stemming – en de sterkte van de groep als geheel. Bij honden geeft de geur uit de anaalklieren – welke hondenliefhebber kent hem niet – ook zo’n soort profiel. Urine en ontlasting geven ook informatie over identiteit. Soms lijken honden in de stad die elkaar niet eerder ontmoet hebben een onverklaarbare antipathie tegen elkaar te hebben; hoogstwaarschijnlijk weten ze dan allang van het bestaan de ander door de geursporen die ze eerder tegen zijn gekomen, en is er in de rangorde iets uit te vechten.

Talloze dieren maken gebruik van geursporen in de ontlasting en urine. Nijlpaarden bakenen hun territorium bijvoorbeeld graag af met poep, net als konijnen. Kreeften hebben kleine buisjes onder hun ogen die gevuld zijn met urine en daarmee spuiten ze in het gezicht van anderen. De mannetjes doen dat wanneer ze met elkaar vechten. Kreeften vechten vaak en onthouden met wie ze gevochten hebben. Ook hebben ze een landkaart in hun hoofd met daarop wie waar woont, en met wie ze al gevochten hebben. Alleen het sterkste mannetje paart met de vrouwtjes. De vrouwtjes spuiten dan urine in zijn gezicht om hem te bedwelmen, en ze dansen wat. Vrouwtjeskreeften paren alleen als ze net verveld zijn; het mannetje beschermt ze dan ook, en als ze weer een nieuw schild hebben gaan ze naar huis en dan komt het volgende vrouwtje. De vrouwtjes vechten niet met elkaar.

Kreeft - identiteit
Illustratie: Eva Meijer

Slangen hebben net als katten een orgaan van Jacobson in hun gehemelte waarmee ze ruiken. Met hun tong halen ze geurdeeltjes uit de lucht, en die stoppen ze in dat orgaan, dat twee openingen heeft waardoor ze de wereld in stereo ruiken. Ze gebruiken dat om roofdieren en prooien te vinden, en om met andere slangen te communiceren. In het slijmspoor dat hun lichaam achterlaat, en in de lucht waar ze doorheen zijn gegaan, zijn namelijk feromonen te vinden die informatie herbergen over gender, leeftijd en aangeven of ze zwanger zijn. Jonkies volgen deze sporen om uit te vinden waar de gemeenschappelijke plaatsen zijn waar winterslaap gehouden wordt. Slangen communiceren ook met tast, en sommige cobra’s grommen in lage tonen.

Wolven maken gebruik van vergelijkbare geursignalen als honden. Daarnaast doen wolven iets wat de meeste honden niet doen: huilen. Zowel in de frequentie als in de harmonie geven ze aanwijzingen over hun eigen identiteit. Ook zijn de relaties tussen wolven van belang: ze huilen, of zingen, langer en harder naar wolven met wie ze een sterke band hebben dan naar anderen. Waarschijnlijk delen ze daarin meer informatie met elkaar; wat precies weten we nog niet.

Howling wolves

Coyotes zingen ook, en delen ook informatie over hun identiteit. Het huilen van coyotes is daarnaast een middel om leden van de eigen groep te roepen, en andere roedels te laten weten dat ze er zijn. Dingo’s, Australische verwilderde honden die genetisch tussen de wolf en de hond in zitten, kunnen zowel blaffen als zingen. Ze blaffen zelden, en korter dan gedomesticeerde honden, en zingen minder dan wolven. Zingen kan een individuele aangelegenheid zijn (om eten of rangorde te bespreken) en omdat het geluid over lange afstanden reikt is het in de Australische wildernis een goede manier van communiceren. Dingo’s zingen ook in groepen, als uiting van plezier, om anderen te waarschuwen en om met andere groepen te communiceren over de groepsgrootte zodat het niet tot een confrontatie hoeft te komen. Als meer dingo’s zingen, gaat de frequentie omhoog.

Binnen soorten hebben verschillende groepen dieren soms hun eigen dialect. De liederen van walvissen verschillen van groep tot groep. Soms pikken walvissen een populair liedje van een bepaalde groep op, en wordt het ook in die groep een hit.

One day - identiteit
Illustratie: Eva Meijer

Whale song

Papegaaien leven in groepen van 20 tot 300 dieren, die elk een ander dialect hebben. Sommige papegaaien spreken het dialect van meer dan een groep. De territoria van de witkruingorsen (kleine zangvogels) zijn zo scherp afgebakend dat je op de grenzen beide versies kan horen. Koolmezen hebben ook dialecten, net als veel andere vogels. Recent onderzoek laat zien dat coyotes en rode wolven samen bepaalde woorden delen, die door sommige onderzoekers als een dialect gezien worden.

koolmees - identiteit
Illustratie: Eva Meijer

Interessante link: grootste vogelonderzoekscentrum met talloze geluiden en filmpjes: http://www.birds.cornell.edu/Page.aspx?pid=1478

Eva Meijer is beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver en singer-songwriter. Ze werkt aan een proefschrift over politieke stemmen van het dier en auteur van Dierentalen, een boek over dierentalen en de vraag wat taal eigenlijk is. Meer informatie is te vinden op haar website: www.evameijer.nl.

©PiepVandaag.nl