In het kasteelpark beweegt een rode vlek zich langzaam over de stam van een grote oude boom. Dichterbij gekomen blijken honderden kleine kevertjes, met schilden die eruitzien als felgekleurde dodenmaskers, te krioelen op een kleine vierkante meter. Sommigen klemmen zich in kleine groepjes en dicht op elkaar vast in de naden van de bast, anderen lopen alleen maar heen en weer. Wat zijn dit voor beestjes? Beschadigen ze de boom? Nee hoor, de vuurwants is vooral mooi en nuttig.

vuurwants
Vuurwantsen (Pyrrhocoris apterus) | Foto: Hansje Cozijnsen/AnimalsToday

Op de boom heeft een groep vuurwantsen (Pyrrhocoris apterus) voedsel gevonden. Carl Linnaeus heeft ze in 1758 zo genoemd. De naam komt uit het Grieks en is een combinatie van de woorden pyrrho en coris (rood insect), apterus komt van a- en pterus (geen vleugels). Wantsen zijn een ondersoort van de groep hemiptera (halfvleugeligen), die samen met de cicaden en plantenluizen een eigen orde vormen onder de groep insecten. De hemiptera zijn vervolgens weer onderverdeeld in onder andere de heteroptera (de wantsen) en die groep wordt weer onderverdeeld in onder andere de pyrrhocoridiae – de vuurwantsen. In het Engels heet dit insect firebug; vuurinsect, of vuurbeestje.

Nu we het beestje bij de naam kunnen noemen, is het nog leuk te vermelden dat er tienduizenden soorten wantsen bestaan, waarvan er 617 verschillende soorten in Nederland voorkomen! Een studie op zich dus, maar we beperken ons even tot de vuurwants.

vuurwants
Er bestaan tienduizenden soorten wantsen | Foto: Hansje Cozijnsen/AnimalsToday

Hoe ziet de vuurwants eruit?

Zoals je op de foto’s kunt zien, en wat de naam ook suggereert, zijn ze felrood met zwarte vlekken en een geheel zwarte kop. Dat laatste onderscheidt ze dan ook van de kaneelglasvleugelwants (Corizus hyoscyami of in het Engels cinnamonbug) en van de sierlijke schildwants (Eurydema ornata), waar hij weleens mee wordt verward. Ook de kleine praalridderwants (Horvathiolus superbus) lijkt wat op de vuurwants, maar heeft kleine witte vlekjes op de vleugels en dat heeft de vuurwants niet. Verder heeft de vuurwants roodpaarse ogen. In tegenstelling tot wat de naam apterus (zonder vleugels) doet vermoeden, heeft de vuurwants wel degelijk vleugels, alleen kan hij er niet mee vliegen. De voorvleugels zijn in de evolutie verhard en beschermen zo de wat kwetsbare achtervleugels.

De meeste vuurwantsen zijn kort gevleugeld, maar sommigen hebben langere vleugels en een aantal zelfs vleugels van verschillende lengte! Dit verschil kan te maken hebben met condities tijdens de jeugd. Zo leiden omgevingstemperaturen, een hoge lichtintensiteit of de mate van activiteit in hun groep tot verschillen. Een volwassen vuurwants is zo’n 10-12 millimeter groot. Een belangrijk onderscheid tussen wantsen en andere insecten is dat de wants buisvormige monddelen heeft (i.p.v. bijtende monddelen), waarmee hij voedsel kan opzuigen. Andere wantsensoorten, zoals de bedwants kan daarmee schade aanrichten, maar onze vuurwants doet dat gelukkig niet.

vuurwants
De vuurwants richt geen schade aan | Foto: Hansje Cozijnsen/AnimalsToday

Leefwereld

De vuurwants leeft het liefst in bewoonde gebieden op planten en bomen en heeft een sterke voorkeur voor de lindeboom. Ook houden ze van warmte en je ziet ze dus vooral in de periode mei tot augustus. Inmiddels komen ze voor in heel Europa, maar ook in delen van China, Amerika, Centraal Amerika, India en Australië. Alleen volwassen exemplaren overwinteren, onder stenen of bladeren, en zijn redelijk bestand tegen lichte vorst. Al komt het in warme gebieden ook wel voor dat jonge nimfen (dat zijn onvolwassen exemplaren) de winter goed doorkomen.

Vuurwantsen leven van de sappen uit afgevallen bladeren of zaden en van wondsappen uit bomen. Deze zuigen ze op met hun speciale zuigsnuit. Soms zuigen ze ook dode insecten leeg of jagen ze op andere insecten of zelfs op soortgenoten! Het kan voorkomen dat de vuurwants tot hinder leidt. Als ze zich bedreigd voelen kunnen ze steken en een onaangename geur verspreiden. Maar aangezien ze leven van afgevallen bladeren beschadigen ze de boom niet. Ze zijn ook geen gevaar voor andere planten of dieren en er is dus ook geen reden om de vuurwants te bestrijden.

linde
De linde is favoriet bij de vuurwants | Foto: publiek domein

Voortplanting

Elk jaar is er een generatie volwassen vuurwantsen en groeit er een nieuwe generatie op. Rond maart komen de volwassen exemplaren uit hun winterkwartier en ze paren op zijn laatst in mei. De paringstijd kan heel lang duren, van 12 uur tot wel 7 dagen! Volgens wetenschappers is dit omdat de mannetjes willen voorkomen dat de vrouwtjes met meerdere mannetjes paren. In de wantsenwereld is er flinke competitie tussen de mannetjes als het gaat over de voorplanting.

In de zomer graven de vrouwtjes kleine holletjes waar ze zo’n honderd eitjes in leggen. Na een tijdje kruipen daar de vleugelloze nimfen uit. In tegenstelling tot bijvoorbeeld vlinders of andere kevers, hebben wantsen een onvolledige gedaanteverwisseling. Vlinders hebben een volledige gedaanteverwisseling (holometabool), dat betekent dat ze van rups (larve), tot pop, tot vlinder (imago) uitgroeien. Wantsen hebben een onvolledige gedaanteverwisseling (hemimetabool), dat wil zeggen dat ze als hele kleine ‘volwassen’ exemplaren uit het ei kruipen en dan in vijf stadia, ook wel nimfenstadia genoemd, steeds vervellen en groeien, tot ze uiteindelijk volwassen zijn. Soms beschermen de ouders de nimfen, maar dat is niet algemeen gangbaar. In het laatste stadium, aan het einde van de zomer, zie je vleugelstompjes verschijnen. Rond eind september is de tweede generatie volwassen en gaan ze in overwintering.

vuurwants
Foto: Hansje Cozijnsen/AnimalsToday

Vijanden

De natuurlijke vijanden van de vuurwants zijn vogels en parasieten. Tegen beiden heeft de vuurwants wel enig verweer. De plantensappen die ze eten worden namelijk omgezet in verschillende stoffen of verbindingen. Dit zijn onder meer alcoholen, terpenen en peptiden. Een aantal van deze stoffen zijn een goede chemische afweer tegen vogels. Ook de felle kleuren schrikken aanvallers af. Uit onderzoek is gebleken dat vogels de felgekleurde vuurwantsen eerder links laten liggen dan andere, bruingekleurde, wantsensoorten.

Er zijn uitzonderingen, zoals de vinken en gorzen, zij laten zich niet intimideren door al die uiterlijke schijn. De mens kan natuurlijk ook een geduchte vijand zijn als men besluit dat het niet “mooi” staat om een grote groep vuurwantsen in de tuin te hebben. Maar in principe is dat niet nodig; vuurwantsen zijn geen bedreiging voor plant, noch dier.

vink
Badende vink (m) | Foto: publiek domein

Medicijn

Een van de stoffen die de vuurwants aanmaakt vanuit zijn voedsel zijn dus peptiden, specifieker een stof die pyrrhocorine heet. Genoemd naar de Latijnse naam van de vuurwants. Er wordt veel onderzoek gedaan naar deze stof, omdat die mogelijk kan worden ingezet als antibioticum tegen de bacterie Staphylococcus aureus, deze komt bijvoorbeeld voor in de bekende MRSA-bacterie. Er is nog onvoldoende bekend over de precieze werking, maar het zou mooi zijn als deze stof zou kunnen helpen, mits ze dit natuurlijk diervriendelijk kunnen verkrijgen.

Zo blijkt maar weer dat de vuurwants niet alleen een mooi diertje is, maar ook nog eens nuttig: hij ruimt oude bladeren en zaden op en kan misschien zelfs helpen bij een ernstige bacteriële infectie! Een diertje om te koesteren dus.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Hansje Cozijnsen