Onlangs werd op het Indonesische eiland Borneo een stervende orang-oetan gevonden met maar liefst 40 luchtbukskogels in haar lichaam, waarvan 10 in het hoofd. Haar armen en benen waren gebroken en ondanks inspanningen van artsen heeft het orang-oetanvrouwtje het niet overleefd.

Orang-Oetans
Foto: Vier Voeters

Haar leefgebied bevond zich aan de rand van een palmolieplantage, die de olie levert voor de productie van onder meer zeep, cosmetica als lippenstift, maar ook biodiesel en nog veel meer producten, waaronder ook veel voedingsmiddelen.

De plantages zijn berucht als het gaat om ‘conflicten’ met de orang-oetans, omdat ze meestal opgezet worden in het hart van hun habitat, waarvoor ook nog eens grote stukken regenwoud gekapt worden. Volgens de Borneo Orangutan Survival Foundation, de groep die probeerde het orang-oetanvrouwtje te redden, staan palmolieplantages erom bekend soortgelijke ‘incidenten’ uit te lokken in heel Indonesië. Volgens de groep wordt dit voorval toegevoegd aan een lange lijst van conflicten tussen industrie en natuur. Men heeft de Indonesische regering dan ook opgeroepen om de bedreigde orang-oetan te beschermen.

Naar schatting leven er nog 54.500 individuen in het wild, minder dan 14 procent van wat het was halverwege de 20e eeuw. Desondanks vindt het doden van de dieren dagelijks plaats. Zo zouden in 2011 750 orang-oetans het leven gelaten zijn door toedoen van de mens. In de voorafgaande jaren lagen deze aantallen waarschijnlijk nog hoger.

Illegaal
Hoewel het doden van een orang-oetan illegaal is in Indonesië, zijn veel van de slachtpartijen terug te voeren naar plantagemedewerkers. Zo bleek na een arrestatie van 2 werknemers die in 2011 dieren gedood hadden, dat de plantage-eigenaar 100 dollar uitgeloofd had voor ieder gedood dier. Zij beschouwen de apen als ongedierte, omdat ze van de gewassen zouden eten. Deze manier van denken vormt de grootste bedreiging voor de orang-oetans, samen met de jacht op junglevlees en de handel in zeldzame diersoorten.

Behalve het direct slachten van orang-oetans, worden de dieren ook bedreigd door het verdwijnen van hun leefomgeving, waardoor ze afgesneden raken van hun voedselvoorziening. In de afgelopen 50 jaar verloor Indonesië de helft van alle regenwouden, noodzakelijk voor orang-oetans om te kunnen overleven.

Boycot
De beste manier om iets te ondernemen tegen de producenten van (niet duurzame) palmolie is door zoveel mogelijk producten te boycotten die palmolie bevatten. Let daarvoor goed op de etiketten van voedingsmiddelen en bijsluiters of ingrediëntenlijsten van cosmeticaproducten. Vaak wordt palmolie specifiek genoemd, maar ook de aanduiding plantaardige olie betekent vaak dat er palmolie in zit. Op de website van Palmolie-vrij staat te lezen waar je op kunt letten bij het maken van een verantwoorde keuze.

Bekijk de video waarom een boycot van palmolie noodzakelijk is:

Bron: The Dodo ©PiepVandaag.nl Bart van Riel