Elk jaar worden we vele malen opgeschrikt door stalbranden. Het zijn vaak de meest onvoorstelbare aantallen dieren die omkomen, zulke getallen dat het niet te bevatten is. De krantenkoppen (kopjes, want groot nieuws is de dood van dieren niet) spreken dan vaak in nog ernstiger mate tot de verbeelding: een stal met 60.000 kippen is in vlammen opgegaan.

brand
Norma en Heylel

Er zijn geen doden te betreuren…

Sinds twee maanden weet ik wat brand is, wat het betekent en wat de vernietigende kracht van vuur is. Onvoorstelbaar, in minuten vreet het vuur het leven uit je huis, je stallen, uit je hart. De immense hitte, het geluid van het krakende karkas van een stevige constructie die door vlammend geel word verzwolgen, je staat erbij en je kijkt ernaar.

Niets kan de enorme kracht van het element vuur bedwingen als het hongerig je leven en alles wat je liefhebt verteert. Onbeschrijfelijk, de emoties die door je lijf gieren als je weet dat je nog zo geliefde dieren verbranden tot as.

Nog veel erger is het met stalbranden, deze dieren zijn overgeleverd aan protocollen. Redders zijn overgeleverd aan protocollen. Hulpverleners idem dito. Deze dieren die nooit een dierwaardig bestaan hebben gehad worden eenzaam en alleen de dood in gejaagd door de rook, de gassen en tenslotte de vlammen. Zonder iemand die van ze hield.

De dieren die het overleven zijn de grootste slachtoffers, zij liggen vaak uren (soms zelf meer dan een etmaal) te wachten tot het sein brandmeester is gegeven, dus tot er eindelijk een dierenarts naar binnen mag om de dieren te euthanaseren. Het geschreeuw van varkens, koeien… gaat zo door merg en been dat de mensen van nutsbedrijven die het gas, water en elektra af moeten sluiten hun oren dicht knijpen. Zo erg dat de dierenartsen (die ik ken) met tranen in hun ogen wachten tot ze eindelijk…

Zolang er enigszins instortingsgevaar dreigt mag er niemand in! Niemand en de vaak zo zwaar verminkte, verbrande, nog levende dieren gillen van pijn. Maar er zijn geen slachtoffers gevallen gelukkig?

Die zwarte middag dat mijn huis en dierenopvang afbrandde was mijn dierenarts hier. Iedereen wist waarvoor, ik ook. Toen Sam, een van mijn poezen, brandend uit het raam sprong zo mijn armen in ben ik heel rustig naar Peter toe gelopen en heb gevraagd met bijna onnatuurlijke kalmte: wordt dit nog wat? Peter zei ‘nee Norma’. Hij pakte de injectie om het lijden van Sam te beëindigen, die zo in mijn armen nog begon te spinnen en stierf op een waardige manier. Sam kreeg die kans… De meeste varkens koeien, kippen, geiten enzovoorts niet.

Brandpreventie, ik was een relatief kleine opvang met allerlei soorten dieren verdeeld over huis, stallen en omgeving. Mijn leven was volledig geïntegreerd met de dieren. We deelden alles, of eigenlijk, ik deelde alles met hen. Mijn huis zat vol rook- en brandmelders en blusapparatuur. Geen sprinklerinstallatie helaas, al had dat weinig verschil gemaakt, daar er door kortsluiting in de plafondbedrading brand is ontstaan. Bovendien was ik altijd thuis.

Geen enkele stal in mijn omgeving heeft melders, geen enkele stal sprinklers, geen enkele stal heeft noodknoppen waardoor deuren opengaan. Er is geen bluswater buiten de bebouwde kom, in geval van brand duurt het dus uren voor er voldoende water is. Dit zijn uren die wreed en verwoestend zijn voor alles wat nog leeft daarbinnen. En vergeet niet! Dit zijn uren waarin de constructie van een gebouw behouden kan blijven, zodat de hulpverleners er eerder in kunnen. Het is niet eens verplicht meer per gemeente een eigen brandweer te hebben. Er word zeer onzorgvuldig met de levens van dieren omgegaan.

Heel weinig stallen hebben nog gewoon toezicht van de betreffende boer, het gaat allemaal automatisch. Er is geen contact meer. De dieren zijn producten geworden en niets meer dan dat. Brand is voor hun een economische schadepost.

Ik heb gevochten om mijn huisje weer binnen te gaan. Ik heb geknokt om mijn dieren te kunnen redden, maar ze lieten me niet, ze hielden me tegen. Er is niemand nog naar binnen gegaan om mijn honden te redden of… Dat is protocol, daarom wilde ik naar binnen, want als er een mens binnen is worden er wel risico’s genomen, worden er wel reddingspogingen ondernomen.

Hoe hebben wij mensen pakhuizen van levende have kunnen maken, tientallen, honderden, zelfs duizenden dieren in loodsen gepropt, zonder wat voor maatregel dan ook voor hun veiligheid en levensgenot. Hoe hebben we al dit soort protocollen kunnen bedenken om onze eigen soort te beschermen en de dieren te laten stikken. Hoe kan het dat een half verbrand varken 24 uur moet liggen schreeuwen van pijn, tot er eindelijk een arts komt om haar te verlossen. Hoe hebben we het zo ver kunnen laten komen met zijn allen.

Brand is het ergste wat er is, het is onherroepelijk en alles word weggevaagd. Ik ben alles, alles kwijt geraakt die dag, de as van mijn vader, de hoed van mijn overleden vriend, alle dierbare spulletjes, alle foto’s, alle herinneringen, alles, verdomme alles. En ik heb er geen enkele traan om gelaten, niet één. Want zoveel van mijn dierbare gezin is gestorven in die brand en dan zijn spullen maar niets. De economische waarde van mijn zo geliefde dieren was niets, de emotionele waarde niet in woorden uit te drukken.

Dat hebben mijn dieren gehad in dit leven, zij wel. Tegen zoveel dieren die wegrotten in onze consumptiemaatschappij.

Ik had het erover met een veehouder, over brand. Hij zei; wij kunnen er niets aan doen, iedereen wil schone handen houden.

‘Klopt’, zei ik, ‘jullie handen zijn schoon, Brandschoon!’

Norma

Norma Miedema runt Norma’s universum een opvang voor afgedankte dieren, schrijft en is kunstenaar. Norma’s motivatie is even simpel als hartverwarmend: ze helpt dieren die door mensen aan hun lot overgelaten zijn. Eerst gedomesticeerd en aangepast aan menselijke wensen en vervolgens verwaarloosd of achtergelaten. 7 juni brak er brand uit in Norma’s dierenopvang, waarbij meerdere dieren om het leven kwamen.

©PiepVandaag.nl