Nieuw onderzoek van de Universiteit van Barcelona toont aan dat de intensieve jacht op pelsrobben en zeeleeuwen de ecosystemen langs de Patagonische kusten ingrijpend veranderd heeft.

pelsrobben
De jacht veranderde het leven van vinpotigen | Fotocredit: flyingkiwigirl Flickr via Compfight cc

De zeeleeuwenjacht door de Europeanen aan de Atlantische kust van Zuid-Amerika, begon in de 19de eeuw en bleef in stand tot in de tweede helft van de 20e eeuw. De jacht veranderde het ecosysteem en daarmee het leven van deze vinpotigen. De dieren pasten hun leefwijzen en voedingsgewoonten aan aan hun veranderende leefomgeving.

Megafauna
In alle oceanen werd de megafauna (De term megafauna duidt een groep zeer grote (zoog)dieren in een bepaald gebied aan. In het geologische tijdvak Pleistoceen had ieder continent zijn eigen megafauna. Bij de overgang van Pleistoceen naar Holoceen, ten tijde van de laatste ijstijd, stierf op de meeste continenten de megafauna uit. Er wordt wel een verband gelegd tussen het uitsterven en de opkomst van de moderne mens. Dit zou ook verklaren dat de megafauna van Afrika en Zuid-Azië nog steeds bestaat: de mens heeft zich in deze gebieden ontwikkeld en de dierenwereld heeft zich dus op de mens kunnen instellen. Bron: Wikipedia) door mensen uitgebuit.

Het jagen en vissen zorgde voor een vermindering van de overvloed voor zeedieren in deze gebieden. Zeezoogdieren zijn een essentieel onderdeel van de megafauna in alle oceanen en ze werden extreem uitgebuit door de mens. In de nieuwe studies toont het wetenschappelijk team de ecologische effecten van de exploitatie van de visbestanden in de zuidelijke kusten van Zuid-Amerika in de afgelopen 6000 jaar aan. De nadruk ligt op de consequenties voor twee soorten, opgejaagd door zowel de aboriginal jager-verzamelaars als door Europese kolonisatoren: de Zuid-Amerikaanse zeeleeuw (Otaria flavescens) en de Zuid-Amerikaanse pelsrobben (Arctocephalus australis). De Zuid-Amerikaanse zeeleeuw (Otaria flavescens) is een zeezoogdier met een robuuste lichaamsbouw en een korte platte snuit, de dieren leven aan de kusten van Zuid-Amerika, van Peru tot Kaap Hoorn en de Braziliaanse kust. De Zuid-Amerikaanse pelsrobben (Arctocephalus australis) hebben een vergelijkbare geografische spreiding. De dieren zijn de helft van de grootte van de zeeleeuw, hebben een langere snuit en eten voornamelijk pelagische vis. De dieren hebben een lagere positie in de voedselpiramide van het mariene ecosysteem in vergelijking met de andere soorten.

Volgens de wetenschappers betekenen de conclusies van het rapport dat de ecosystemen door menselijk handelen zodanig veranderen dat pelsrobben en zeeleeuwen een heel andere manier van leven zijn gaan ontwikkelen om te overleven, als gevolg van het handelen van de mens.

Bron ©PiepVandaag.nl Lydia Zittema