Undercoverbeelden, documentaires en andere voorlichtingscampagnes lichten met regelmaat de sluier op over het benarde leven van dieren in de intensieve veehouderij. Minder bekend zijn de milieugevolgen afkomstig van de megastallen wereldwijd.

Intensieve veehouderij
Intensieve veehouderij veroorzaakt kritische milieuschade | Foto: Pixabay

De Nederlandse overheid wil drastische veranderingen doorvoeren om de stikstofuitstoot terug te dringen. Dit raakt de Nederlandse veehouderij en de huidige CO2-problematiek vormt een heet hangijzer voor de boer. Is dit terecht? Er zijn genoeg bewijzen die aantonen dat de intensive veehouderij wel degelijk medeveroorzaker is van de vervuiling van lucht en water, uitstoot van broeikassen en het uitsterven van bedreigde wilde diersoorten. Mondiaal zijn de maatregelen die getroffen worden om de milieuverontreiniging terug te dringen, niet eenduidig. Integendeel. De grote hamvraag die gesteld kan worden is of de ‘grote fabriekslandbouw’ zichzelf wil laten uitsterven.

Wat is fabriekslandbouw

Fabriekslandbouw is een vorm van intensieve veeteelt waarbij veel dieren worden opgesloten in kleine en dieronvriendelijke leefruimtes. Ten behoeve voor het economische gewin en om aan de grote vraag te kunnen voldoen vanuit de consumentenmarkt. Gemiddeld genomen heeft de consument totaal geen idee hoeveel dierlijke producten zoals melk en eieren worden verwerkt in voeding en verzorgingsproducten waarvoor ook goede andere alternatieven mogelijk zijn. Een stukje bewustwording hierover komt ten goede om de milieuproblematiek te kunnen aanpakken. Tenslotte komt aanbod tot stand door vraag en gebruik. Voor de intensieve veehouderij zijn diverse diersoorten het doelwit zoals varkens, koeien, schapen, kalkoenen en kippen. Maar ook dieren met een hoog aaibaarheidsfactor zoals konijnen en eenden.

Vogelgriep: 177.700 eenden en kippen vergast
Foto (staleenden): Wakker Dier

Acht milieugevolgen

Fabriekslandbouw is een efficiënte manier om relatief goedkoop en snel veel eieren, vlees en zuivelproducten te kunnen produceren. Daarentegen is dit systeem medeveroorzaker voor de grote milieurampen die het hedendaagse leven op Moeder Aarde aantasten of zelfs vernietigen:

1. Luchtvervuiling

Het opsluiten van grote aantallen dieren in kleine ruimtes in grote schuren veroorzaakt luchtvervuiling. Veel mensen beseffen niet dat de pluimveebedrijven – waar vogels worden gefokt voor vlees of eieren en gedurende hun relatief korte leven opgesloten zitten- behoren tot een grote bron van luchtverontreiniging. In het strooisel van de vogels, waar enorme hoeveelheden uitwerpselen worden achtergelaten die gaan gisten, komt het giftige gas ammoniak vrij. Deze luchtverontreiniging tast niet alleen de gezondheid van de dieren aan, maar ook die van de werknemers en de leefgemeenschap in de omgeving van het bedrijf.

2. Waterverontreiniging

Watervervuiling is een ander direct gevolg van het opsluiten van grote aantallen dieren in kleine ruimten. In een natuurlijke leefomgeving verspreiden dieren zich over grote afstanden, waardoor hun plas en uitwerpselen op natuurlijke wijze onderdeel zijn van het ecosysteem en de aarde minder schaden. Tegelijkertijd is het aantal dieren een stuk lager. Het water uit fabrieksboerderijen komt in contact met grondwater of oppervlaktewater zoals beken en rivieren zodra het afvalwater wordt geloosd op het oppervlaktewater of land. Door de stroming in sloten, kanalen en rivieren mondt het water uit in de zeeën. Dergelijke verontreiniging kan leiden tot dode zones. Stikstof en fosfaat veroorzaken vaak schadelijke algengroei in de kustwateren. Er wordt zuurstof uit het water verbruikt als de algen sterven, naar de bodem zinken en afbreken. In het diepe water raakt het zuurstof op en bij de verdere rotting van de algen komt waterstofsulfide vrij. Dit is een grote boosdoener die het zuurstof in het water uitput en het leven in zee doodt. Deze zogenaamde afspoeling uit de landbouw is een van de belangrijkste oorzaken van waterverontreiniging in onder meer de Verenigde Staten.

Veeteelt is de grootste watervervuiler in het Verenigd Koninkrijk

3. Opwarming van de aarde

De opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door bepaalde gassen, zoals methaan, stikstofoxide en kooldioxide. Samen staan ze bekend als broeikasgassen. Naar schatting is 14,5 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de dierlijke landbouw, voornamelijk van rundvee in de rundvlees- en zuivelindustrie.

4. Ontbossing

In natuurgebieden en bossen grazen runderen die onder schrale omstandigheden kunnen leven. Deze dieren geven geen massaproductie omdat de beste opbrengsten worden behaald door het grazen op de open weides met overvloedig toegang tot eiwitrijk gras. Of het vee staat binnen en het gras wordt gemaaid voor de dieren als voer. Terwijl van nature de graslanden op veel plaatsen in de wereld voorkomen, worden bossen in toenemende mate gekapt om meer weidegrond te creëren voor de nog steeds groeiende veestapels. Daarnaast wordt ook veel bosgrond omgetoverd tot teeltgrond om gewassen te verbouwen zoals soja, maïs en andere granen die dienen als grondstoffen voor krachtvoer voor de miljarden opgesloten dieren op de fabrieksboerderijen.

Deze vraag is bijzonder schadelijk voor het Amazoneregenwoud, waarvan een groot deel binnen de landgrenzen van Brazilië valt. Het land is één van de grootste exporteurs van rundvlees ter wereld. Het is daarom niet verwonderlijk dat dierlijke landbouw wordt beschouwd als één van de belangrijkste aanjagers van ontbossing. Niet voor niets wordt het Amazonegebied de longen van de aarde genoemd, door het kappen van de bomen, wordt de aarde stukje bij stukje ontnomen van zuurstof. Een levensbedreiging omdat zonder zuurstof geen leven op aarde mogelijk is.

Ontbossing Amazone stijgt tot nieuw record

5. Watergebruik

Zoetwater wordt steeds kostbaarder als hulpbron, toch gebruiken de fabrieksboerderijen heel veel water. Een melkkoe heeft dagelijks algauw 40-50 liter water nodig om melk te kunnen produceren. Dit water is nodig voor drinkwater als voor het schoonmaken van de verblijven en melkstal. De gewassen die geteeld worden voor diervoeder zijn ook dorstig. De soja, maïs en andere granen die dienen als krachtvoer, vereisen tot drieënveertig keer meer water dan het ruwvoer, zoals gras of het kunnen laten grazen en rondscharrelen van de dieren op de weides – iets wat de dieren in de intensieve veehouderij normaliter hun hele leven niet kunnen al is het één van de belangrijkste natuurlijke gedragsbehoeften.

6. Wilde dieren en biodiversiteit

De enorme stukken land die nodig zijn voor vleesproductie, evenals de stortvloed aan vervuiling en andere effecten die de ecosystemen aantasten, bedreigen het bestaan van flora en fauna. Uit een studie in 2021 bleek dat de omschakeling van landgebruik voor vleesproductie de belangrijkste oorzaak is van het verlies aan biodiversiteit. Van alle eiwitten die de mensen consumeren, hebben schapen en runderen die worden gehouden voor de vleesproductie, het meeste land nodig. Dankzij de wereldwijd toenemende vraag naar vlees, wordt de habitat van wilde dieren in een ongekend tempo aangetast. De vernietiging van deze habitat is een doodvonnis voor de dieren die er leven, waarbij een aantal inmiddels als bedreigde diersoort zijn bestempeld.

Bijen ondervinden generaties lang gevolgen van pesticiden

7. Oceanen en visserij

Oceanen ondervinden op tal van manieren de gevolgen van de bio-industrie. Afspoeling van landbouwproducten vervuilt de oceanen dankzij de bronnen: afspoeling van gewassen die worden geteeld als voer voor fabrieksdieren, deze bevatten hoge concentraties pesticiden en synthetische meststoffen en door de uitwerpselen van dieren op de fabrieksboerderijen. Deze afspoeling kan algenbloei veroorzaken die tot dode zones leidt, waardoor hele ecosystemen worden verstoord.

Viskwekerijen, een vorm van aquacultuur die ook de gekweekte schelpdieren en zeewier omvat, zijn geconcentreerde kweekbedrijven voor soorten zoals zalm. De waterdieren worden gehouden in kooien die gesitueerd zijn in open water. Deze vorm van intensieve dierhouderij veroorzaakt vervuiling door de uitwerpselen van de vissen en het liberale gebruik van antibiotica die nodig zijn om de grote hoeveelheid vissen in deze hoogst onnatuurlijke omstandigheden in leven te houden. Ondanks alle inspanningen lopen fabrieksmatig gekweekte vissen echter vaak pijnlijke en vaak dodelijke ziekten op, zoals parasitaire luizen, die vervolgens naburige wilde vispopulaties kunnen besmetten. Naar schatting bezwijken elk jaar 50.000 wilde zalmen aan luizeninfecties in Noorwegen.

Intensieve teelt van octopussen? Niet doen!

8. Plattelandsgemeenschappen

Fabriekskweek is big business. Dankzij de verticale integratie -vaak zijn het grote ketens in eigen beheer- doen deze bedrijven geen beroep op de gemeenschap om grondstoffen, materiaal of diensten aan te kopen, maar op de verafgelegen distributeurs. Door hun vermogen om de kleinere boerderijen te onderbieden, wordt de plaatselijke concurrentie van kleinere boerderijen weggedrukt.

Fabrieksboerderijen betalen vaak de laagste lonen wat meestal leidt tot het vertrek van lokale bewoners die elders beter betaald werk moeten zoeken. Die werknemers die fabrieksboerderijen dan aantrekken zijn de verarmde immigranten, van wie velen geen papieren hebben en gedwongen worden om onder slechtste arbeidsomstandigheden de lage lonen te accepteren. Deze cumulatieve effecten leiden tot uitholling van de plattelandsgemeenschappen en ontwrichting van de aloude sociale cultuur.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Jessica Slotman