Bij groot onderhoud aan het spoor rond de Naardermeer twee jaar geleden, besloot de provincie zeventien miljoen euro uit te trekken voor het aanleggen van oversteekplaatsen voor dieren. Op twee plekken werd daarbij gebruik gemaakt van een nieuwe methode: holle dwarsliggers onder het spoor. Deze methode is een groot succes: duizenden dieren bereiken veilig de overkant van het zeer drukbezette spoor.

wild
Holle bielzen onder de trein redden veel wild | Foto: Pixabay

Ontsnippering

Door aanleg van oversteekplaatsen, ofwel faunapassages, ‘ontsnippert’ het Naardermeer. Dieren kunnen zich vrijer over een groter gebied bewegen, zonder dat levensgevaarlijke obstakels als de  spoorverbinding tussen Weesp en Hilversum hen tegenhoudt. Zoals op alle locaties waar natuurgebieden worden doorsneden door (spoor)wegen, worden grotere en kleine dieren massaal overreden.

Dwarsliggers

Het idee is eigenlijk simpel: betonnen spoorbielzen, ook wel dwarsliggers genoemd, vervangen door holle bielzen op plekken waar vooral kleine dieren vaak oversteken. Wijs hen vervolgens met rastergeleidingen de weg, en voilà, het werkt. Egels, kikkers, ringslangen en salamanders nemen de horde veilig via de ondergrondse faunapassage, ingegraven in het spoortalud. Reguliere faunapassages bestaan vaak uit lange afgesloten buizen, die voor kleinere dieren niet erg  aantrekkelijk zijn. Voor kikkers en salamanders bijvoorbeeld is het verschil tussen het buitenklimaat en het binnenklimaat in de buis te groot. Ze haken af en nemen de passage juist niet.

Foto: Yves Adams, Vilda natuurfotografen

Naardermeer

De Naardermeer is een pronkstuk van Natuurmonumenten, het is een laagveenmoeras met een hoge biodiversiteit van planten en dieren. Het maakt dan ook deel uit van het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden Natura2000. Maar er ligt ook een zeer drukbezet spoor doorheen. Met vier intercity’s en zes sprinters per uur vinden er wel 350 treinbewegingen per etmaal plaats, en dan rekent de NS de twee dagelijkse goederentreinen niet eens mee. En zo kan het gebeuren dat tot naar schatting 70 procent van de overstekende padden, een oversteek niet haalt.

Moeraslocaties

De twee locaties waar de holle dwarsliggers nu zijn aangebracht, zijn zorgvuldig gekozen in het moerasbos, en liggen daarmee op een belangrijke plek voor amfibieën, zoals de heikikker, poelkikker, rugstreeppad en reptielen, zoals de ringslang en de levendbarende hagedis. Deze dieren migreren van hun voortplantingsgebied naar hun overwinteringsgebied, en voor die verhuizing is een spoor een grote belemmering. Dat er ook een das en enkele boommarters door de biels zijn gekropen was een grote verrassing, zij kunnen immers vrij makkelijk en snel het spoor over. Wel wordt nu overwogen om toekomstige bielzen iets hoger te maken, juist voor deze grotere passanten.

ProRail

Spoorbeheerder ProRail moest het in 2019 nog maar zien. Zij graven liever niet in het spoortalud en de provincie moest beloven de holle bielzen weg te halen als het experiment zou tegenvallen. Maar dat hoeft niet: ProRail is erg tevreden over het experiment. Het Nederlandse succes krijgt ook navolging met het besluit van de Zwitserse spoorwegmaatschappij SBB die dit najaar een proef gaat starten met faunapassages via dwarsliggers.

Movares

De dwarsligger faunapassage is ontwikkeld door innovatiemanager Rien Veldsink en zijn collega Gideon Vreeman, die destijds als ecoloog werkte bij duurzaam ingenieursbureau Movares in Utrecht.

Zijn opvolger Erik van der Woude is blij met het resultaat in de Naardermeer:

“Dit is absoluut een unieke oplossing. ProRail was aanvankelijk best huiverig. Maar het succes is overduidelijk. In de eerste maand al legden we een ringslang op foto’s vast. We hadden op veel minder passages van dieren gerekend.’’

Bron:

©AnimalsToday.nl Laura Lancée