Zoals veel industrieën maakt ook de industriële (pluim)veehouderij zich schuldig aan ‘greenwashing’, maar dan met leugens en misleiding over dierenwelzijn. Politieke partijen doen daar hard aan mee, om vooral geen kiezers te verliezen. Maar hoe ziet de wereld eruit voor kippen als men écht kiest voor een dierwaardige pluimveehouderij?
Wakker Dier noemde de kabinetsplannen voor de toekomst van de dieren in de Nederlandse vee-industrie onlangs al ‘kwaadaardig en misleidend’. En ook de Nederlandse pluimveesector blijft niet achter bij het liegen en bedriegen. De LTO/NOP heeft samen met NAJK en de Dierenbescherming een plan van aanpak opgesteld voor elke pluimveesector. Leidend voor deze plannen, volgens de sectoren zelf, zijn de zes principes van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA):
- Goede voeding,
- goede omgeving,
- goede gezondheid,
- natuurlijk gedrag,
- een positieve emotionele toestand.
- erkenning van de intrinsieke waarde en integriteit van het dier.
.
Hoe ziet de realiteit eruit als men deze principes werkelijk zou naleven? Het sectorplan spreekt over een ‘gezonde en vitale pluimveesector in 2040’, maar altijd binnen economische grenzen. Dierenwelzijn is dus geen doel op zich, maar een marketingtool zolang het verdienmodel maar niet wordt geraakt.
Hoe ziet écht dierwaardige pluimveehouderij eruit?
Wat betekent dat concreet voor de dieren? De bezettingsgraad zou ‘in meer of mindere mate’ dalen. Maar in praktijk blijven dieren dicht opeengepakt, zonder daglicht of ruimte voor natuurlijk gedrag. Snavelkappen en andere ingrepen mogen doorgaan tot minstens 2040, tenzij ‘onderzoek’ anders uitwijst: een overduidelijke schending van hun integriteit. Dit houdt alle geitenpaadjes dus doodleuk open.
In het plan staat ook geen enkel woord over stalbranden, terwijl er elk jaar vele duizenden dieren in Nederland levend verbranden en/of stikken. Vaak zijn de slachtoffers kippen. Recent stierven nog 50.000 kippen in één brand. Dieren zitten vaak opgesloten in brandgevaarlijke stallen, zonder enige kans op ontsnapping.
Productie boven alles
Jaarlijks worden miljoenen kippen vervoerd naar slachthuizen, zomers in extreme hitte en zonder water. Tijdens het vangen voordat ze op transport gaan raken elk jaar honderdduizenden dieren gewond aan hun poten en/of vleugels of sterven onderweg, onder een NVWA gedoogbeleid waarbij mishandeling in de pluimveehouderij structureel wordt toegestaan. De beloofde ‘verrijking’, pikstenen, verhoogde zitplekken, blijft oppervlakkig. De kern is en blijft: productie boven alles.
De de zes principes van de RDA werkelijk serieus nemen, hoe zou dat eruitzien? Een dierwaardige pluimveehouderij betekent kippen die buiten scharrelen, zonder snavelkappen of andere ingrepen, met vrije keuze om natuurlijk gedrag te vertonen. Geen massa-transporten in kratten, geen gedwongen vangacties die leiden tot botbreuken en paniek. Geen megastallen die veranderen in crematoria bij brand. Het betekent ook minder dieren, hogere productprijzen en minder consumptie. Het betekent een radicale keuze: welzijn boven winst, en meer ruimte voor plantaardige alternatieven.
De realiteit: dieren blijven productie-eenheden
Zolang economische belangen leidend zijn, blijven woorden loze beloften. Zolang stalbranden, transportleed en verminkende ingrepen mogen blijven doorgaan, blijft het business as usual. Wie echt wil kiezen voor een dierwaardige wereld, moet durven kiezen voor het dier, als voelend individu, niet als product. Pas dan veranderen mooie woorden in daden. Nu moeten we het beestje bij de naam noemen: een pluimveehouder-waardig pluimveehouderij.
Bronnen:
- Nieuwe Oogst
- Lees ook op AnimalsToday:
.
Tienduizenden legkippen aan lot overgelaten na uitruimen stallen (video)
©AnimalsToday.nl Mariska van Geelen
