Uit recent onderzoek is gebleken dat de wielwebspin zijn spinnenweb gebruikt om beter te kunnen horen. Op die manier is hij in staat zowel vijanden als prooidieren waar te nemen nog voordat zij zijn web aanraken. Een vinding die ook bijdraagt aan innovaties in de kwaliteit van bijvoorbeeld gehoorapparaten en mobieltjes.

Spinnenweb
Het spinnenweb als oor – hoe technische ontwikkeling leert van het dierenrijk | Foto: Pixabay

Het is bekend dat zoogdieren gebruik maken van oorschelpen om meer geluid te kunnen opvangen en zo beter te kunnen horen. Veel minder bekend is er over de wijze waarop kleinere dieren, zoals insecten of spinnen, horen. Zij hebben zover wij weten geen oren tot hun beschikking. Professor Ron Miles, van de New Yorkse Binghamton Universiteit, houdt zich al ruim drie decennia met deze vraag bezig. Hij is op zoek naar innovatie in microfoontechnologie, en verdiept zich daartoe in het dierenrijk. Met de publicatie van zijn artikel ‘Het externe gehoor van de wielwebspin die zijn web gebruikt als auditieve sensor’ op 29 maart, is het onderzoek een stap verder gekomen.

Reactie op vibraties

Dat spinnen reageren op vibraties in hun web, is bekend. Maar nu blijkt dat ze al eerder op geluiden in de lucht reageren, nog voordat het web beweegt. Reacties van de spin kunnen bestaan uit omdraaien, ineenkrimpen of juist uitstrekken. Langzamerhand werd het de onderzoekers duidelijk dat de spin dit doet om in te zoomen op bepaalde geluidsfrequenties, dus om bepaalde geluiden beter te kunnen waarnemen. Daarvoor moeten ze kunnen bepalen waar het geluid vandaan komt, en dat blijken ze feilloos – dus zonder ooit verkeerd te mikken – te kunnen.

Wielwebspinnen van straat

Voor het onderzoek plaatsten de onderzoekers willekeurig uit de buurt opgepikte wielwebspinnen in een geluiddichte ruimte. Daar lieten ze vanuit verschillende hoeken geluiden horen, en observeerden het gedrag van de spinnen. Die bleken te reageren op geluiden vanaf 68 decibel, het geluid van een stofzuiger, waarbij de bewegingen verhevigden bij toename van het geluidsvolume. Bij verplaatsing van de geluidsbron, konden de spinnen het geluid perfect volgen.

Horen of voelen

Het web van een wielwebspin is groot, tot wel tienduizend keer groter dan de spin zelf. Iedere enkele streng spinnenzijde is gevoelig voor vibraties van luchtdeeltjes, en dat samen vormt een geluidsgolf die de spin waarneemt via zintuigen in zijn klauwgewrichten. Die bevinden zich aan het eind van de spinnenpoot, en vormt de verbinding met het web. De vraag die de onderzoekers bezig hield was of de spin echt hoort of beweging waarneemt. Onderzoeker Lai:

“Er kon zelfs een verborgen oor in of op het lichaam van de spin zitten, dat nog nooit ontdekt was.”

Dat bleek niet zo te zijn, door de geluidsbronnen gevarieerd in te zetten, konden de onderzoekers vaststellen dat de spin hoort, ook al is het op een andere manier dan met trommelvliezen.

Biomimicry

Het onderzoek is belangrijk voor onze kennis over spinnen, maar zeer zeker ook voor de ontwikkeling van betere geluidstechniek in door de mens gebruikte apparaten. Het toepassen van de genialiteit van de natuur op processen of systemen wordt biomimicry of biomimetica genoemd. Een bekend voorbeeld hiervan is klittenband, geïnspireerd door de Klit-plant, wiens klitten zich wel erg snel aan allerlei oppervlakten hechten.

In de vliegindustrie wordt gekeken naar vliegtechnieken van vogels of libellen, en ook in de medische wetenschap of transportsector wordt nauwlettend gekeken naar oplossingen uit de natuur. Nóg een reden om planten en dieren met respect te behandelen; ze zouden ons wel eens meer kunnen leren dan we dachten.

Bron:

©AnimalsToday.nl Laura Lancée