17 januari 2014 was de dag waarop een van de grootste groepen dolfijnen uit de geschiedenis van Sea Shepherd’s, nu vier jaar lopende, Infinite Patience campagne de Cove werd ingedreven. Wat begon als de drijfjacht van twee immense groepen dolfijnen aan de horizon eindigde uiteindelijk met het naar binnen drijven van 5 verspreide groepen, die gezamenlijk uit meer dan 250 tuimelaars bestonden. De laatste keer dat 200 dolfijnen, ook toen tuimelaars, de Cove werden ingejaagd was in december 2012.

Taiji XIII
Een eenzame dolfijn buiten de netten probeert de groep te bereiken | © Sea Shepherd

Zoals altijd bestonden de families uit alle leeftijdsklassen. Het is alsof de inwoners van een volledig dorp of alle leden van een stam worden samengedreven in een concentratiekamp; een aantal wordt geselecteerd voor een leven van slavernij en de rest vernietigd. Misschien dat een gedeelte van de groep, vooral de jongste leden, weer wordt vrijgelaten, maar alleen nadat de structuur van de samenleving volledig is vernietigd, met de leiders en daarmee de levenservaring verwijderd en de gespaarden ernstig verzwakt, enkele trauma’s rijker, weliswaar terug op open zee, maar met een sterk gereduceerde overlevingskans.

Onder de gevangenen was één heel bijzonder individu: een albinokalf drukte zich tijdens de jacht en insluiting angstig tegen de flanken van zijn of haar moeder. Dit zeldzame dier moet dollartekens in de ogen van de jagers hebben doen oplichten.

dieptepunt
© Sea Shepherd

Hebzucht is wat de jacht in Taiji aandrijft en de omvang van deze groep maakt het potentieel miljoenen dollars waard: dat is het geld dat deze jacht financiert en uiteindelijk uit de zakken komt van de bezoekers van de dolfinariums die deze dieren afnemen. Dit werd diezelfde dag nog weer eens geïllustreerd door een vrachtwagentransport van vier, eerder in de week gevangen, slanke dolfijnen in de richting van Osaka, de stad met het dichtstbijzijnde internationale vliegveld. In tweeën gesplitst door netten bracht de groep tuimelaars de rest van de dag en nacht door in de Cove.

De volgende dag, 18 januari, waren de trainers en jagers al vroeg in de Cove voor de eerste dag van het selectieproces. Voorspelbaar was dat het eerste dier dat voor gevangenschap werd genomen het albinokalf was, dat wanhopig aan de zijde van zijn of haar moeder probeerde te blijven. Het albinojong werd van haar gescheiden en onder een dekzeil naar het Taiji Whale Museum gebracht. Tijdens de acht uur durende selectie werden in totaal 25 dolfijnen gekidnapt, waarvan er drie per truck en 2 per skiff naar het Taiji Whale Museum werden getransporteerd, terwijl de rest in havenkooien werd gedumpt. Eén dolfijn overleefde het proces niet en werd naar het slachthuis gesleept. Mogelijk stierf er ook een baby vlak naast zijn of haar moeder. De overgebleven dieren brachten hun tweede nacht zonder voedsel in angst door in de Cove.

Taiji XIII
Enorme groep tuimelaars gevangen in de baai van Taiji | © Sea Shepherd

19 januari ondergingen de 200+ tuimelaars opnieuw een acht uur lange selectie, gedurende welke ze gescheiden werden van familie, betast door de moordenaars en overvaren door de skiffs. De buitenboordmotor is standaard gereedschap in het arsenaal van de moordenaars om dolfijnen te intimideren, te scheiden, onder de dekzijlen te drijven of om simpelweg frustraties mee af te reageren als een groep niet gedwee naar de Cove of het slachtstrand wil.

Deze dag werden 15 tuimelaars geselecteerd voor gevangenschap. De overgebleven dieren brachten hun derde nacht door zonder voedsel, onmachtig over hun eigen lot en onwetend over dat van hun verdwenen familieleden.

Het albinokalf bevond zich inmiddels in een klein aquarium in het Taiji Whale Museum, zich aan de zijde scharend van een andere dolfijn in de tank.

20 januari, dag drie van de selectie, bracht het totaal op 51 tuimelaars die in het systeem van dolfinariums verdwenen. Zolang mensen maritieme circussen zoals dat in Harderwijk blijven bezoeken en wij het bestaan van dergelijke instituten blijven tolereren, zal er een wereldwijde vraag blijven bestaan naar dolfijnen. Sommige dieren zullen in Taiji blijven, andere gaan naar het gigantische aantal aquaria in de rest van Japan. Hoofdafnemer China zal er een aantal kopen en Zuidoost-Azië en het Midden-Oosten hebben ook zwembaden te vullen. De dieren achtergebleven in de Cove brachten daar hun vierde nacht zonder voedsel door.

Een slanke dolfijn gevangen op de 14e, dreef deze dag dood in een van de havenkooien. Het dier werd snel verborgen onder een dekzeil en naar het slachthuis gesleept.

21 januari bracht de onvermijdelijke slachtdag. 40 tuimelaars werden het strand opgedreven en kregen een metalen pen in hun nek geramd. Een dolfijn die hiervan getuige moest zijn werd alsnog naar een havenkooi gebracht. Eén dier in de groep die onwaardig werd geacht voor zowel gevangenschap als om onderdeel van het slachtquotum uit te maken, raakte verstrikt in de netten, worstelde vergeefs voor vrijheid of in ieder geval een ademteug, maar werd genegeerd door de moordenaars en verdronk uiteindelijk.

Taiji XIII
Vissers halen een verdronken dolfijn uit het net | © Sea Shepherd

De moordenaars trachtten opnieuw hun slachtoffers onder zeilen te verbergen. Vervolgens namen ze na het bloedbad eerst tijd voor lunch, voordat de overgebleven 130 tot 140 uitgehongerde en getraumatiseerde dieren, waaronder veel baby’s en jongeren, terug naar zee werden gedreven. Velen van hen zullen dit niet overleven.

En toen was daar ineens de tweet van Caroline Kennedy, dochter van JFK en, belangrijker, de recentelijk aangestelde ambassadeur van de Verenigde Staten in Japan. Ze zei (twitterde) dat ze “diep verontrust was over de onmenselijkheid van de drijfjacht dolfijnenmoord” en dat de regering van de VS tegen deze jacht is. Opeens was Taiji weer volop in het nieuws. Dit is de eerste keer dat de Amerikaanse regering in het openbaar stelling neemt tegen de drijfjacht in Taiji. Belangrijk is ook dat, waar de op- en aanmerkingen in het verleden, met name binnen de Internationale Walvisvaart Commissie, zich vooral toespitste op de duurzaamheid van de jacht, de focus nu gelegd wordt waar hij moet liggen, namelijk op de barbaarsheid van de jacht en het lijden van de dolfijnen.

De Engelse ambassadeur in Japan, Hitchens, volgde het voorbeeld van zijn Amerikaanse collega en veroordeelde de drijfjacht. Een dag later was het de Duitse minister van agricultuur, Hans-Peter Friedrichs, die de beelden van de Cove Guardian Livestream “waanzinnig en schokkend” noemde en daaraan toevoegde dat “dolfijnen moeten worden beschermd”. In Nederland wist Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren van minister Timmermans van Buitenlandse Zaken de toezegging te krijgen dat ook de Nederlandse ambassadeur in Japan stelling zal nemen tegen de dolfijnenslachting. Hopelijk volgen meer landen.

En zo belandde Taiji in de belangstelling van de hoogste politieke cirkels. De uitspraken van deze politici geven hoop. Als deze woorden gevolgd worden door daden, kan dit leiden tot internationale afspraken die dolfijnen beschermen tegen de jacht in die paar barbaarse landen waar middeleeuwse gebruiken belangrijker worden geacht dan de geëvolueerde ethiek.

Taiji XIII
Cove Guardian legt het gruwelijke selectieproces vast | © Sea Shepherd

Al de media-attentie helpt de dolfijnen die door Japanse wateren migreren voorlopig nog niet. Op 23 januari werd een volledige familie van 25 à 28 gestreepte dolfijnen afgeslacht. De lichamen werden in een skiff geworpen (in plaats van gesleept te worden zoals de grotere soorten tuimelaar, gramper en griend) en naar het slachthuis in de haven gevaren.

Een dag later op 24 januari overkwam 40 tot 45 slanke dolfijnen het zelfde, nadat 6 familieleden waren opgesloten voor de slavenhandel. Na ver naar het zuiden te zijn gevonden en mijlen ver naar Taiji te zijn gedreven, zat er weinig vechtlust meer in de uitgeputte groep.

Taiji XIII
Uitgeputte slanke dolfijnen worden de baai ingedreven | ©Sea Shepherd

De gevangenen werden in havenkooien gedumpt vanuit een skiff; deze stond bij terugkeer in de Cove vol bloederig water van de gewonde dieren. De rest werd ge-‘pithed’, de doodsteek in de nek, in een 15 minuten durend kabaal van staarten die op het water slaan en de worsteling van de gestrande dieren in de ondiepte. Dan is er de stilte die volgt op hun dood, alleen onderbroken door het lachen van de moordenaars, even later gevolgd door het bonk… bonk… bonk… van de nu levenloze lichamen die in een skiff worden gegooid.

Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.

©PiepVandaag.nl