Het was op de avond van 17 december 2014, dat het Sea Shepherd schip Bob Barker, twee weken na haar vertrek uit Hobart, Tasmanië, het illegale vissersschip Thunder vond op de Banzare bank; een afgelegen gebied in de Zuidelijke Oceaan. De Thunder liet haar kieuwnetten achter en sloeg op de vlucht, gevolgd door de Bob Barker. Op het moment van schrijven zijn we 105 dagen verder. De Bob Barker vaart nog altijd achter de Thunder, niet langer in de vrieskou van Antarctica, maar in de tropische hitte van de Golf van Guinee, 500 zeemijlen ten zuiden van Nigeria. Vijf dagen later, terwijl ik dit bericht al had opgestuurd naar Karen en Angelique van Piep, kwam er een abrupt en dramatisch einde aan de langste achtervolging van een stropersschip in de maritieme geschiedenis.

Thunder
Dode tandvis in net | © Sea Shepherd / Jeff Wirth

Al die tijd heeft de Bob Barker de positie van de Thunder doorgegeven aan de relevante autoriteiten. Van de zuidelijke ijsvelden, door de stormachtige zeeën tussen de 65ste en 40ste breedtegraad, naar de kalme zuidwest Indische Oceaan, waar de twee schepen lange tijd dreven in de omgeving van de Melville Bank, zo’n 1000 mijl ten zuiden van Madagaskar. Na één poging tot vissen op die bewuste Bank en de daaropvolgende inbeslagname van de Thunder’s boeien door de Bob Barker, besloot het vissersschip Kaap de Goede Hoop te ronden en alsmaar noordelijker richting de evenaar te varen. We zijn nu slechts enkele dagen verwijderd van West-Afrikaanse havens als Apapa, Tema, Lomé en Cotonou ten noorden van ons en landen als Sao Tomé en Equatoriaal-Guinea ten oosten. De Thunder zal uiteindelijk geen van deze havens bereiken.

Gewilde tandvis
De Thunder werd in 1969 in Ulsteinvik, Noorwegen te water gelaten als de Faroese hektrawler ‘Vesturvon’. Later voer het schip als de ‘Arctic Ranger’ onder Britse vlag met als thuishaven Hull, maar belandde daarna in de schimmige wereld van de illegale visserij.

Thunder
De Thunder | © Sea Shepherd / Erwin Vermeulen

In december 2006 werd het schip gespot in Prydz Bay aan de rand van Antarctica door het Australische patrouillevaartuig Oceanic Viking. Het schip droeg de naam Typhoon 1, voerde de Togolese vlag en was het bezit van een Panamees bedrijf met onbekende eigenaars. Op 6 april prijkt de naam Typhoon 1 nog altijd in zwarte viltstift op verscheidene  van de oranje reddingsvesten van de bemanning van de Thunder, naast de naam ‘Rubin’ die het schip in 2003 korte tijd droeg. Onder welke naam dan ook, het schip had nooit een vergunning voor het vissen op tandvis.

De Patagonische en Antarctische tandvis zijn twee nauw verwante, koud water, diepzeeroofvissoorten die twee meter lang en 150 kg zwaar kunnen worden en vanwege de populariteit van hun stevige witte vlees sinds de jaren ‘90 van de vorige eeuw, het ‘witte goud’ zijn gedoopt.

De ontmoeting met de Oceanic Viking leidde ertoe dat de voormalige Faroese trawler voor de eerste keer op de zwarte lijst van illegale vissersschepen belandt. In de jaren daarna wordt het schip regelmatig gespot in gebieden waarvan het visserijbeheer valt onder CCAMLR (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources). Het schip draagt verschillende namen (Kuko, Wuhan No 4), voert verschillende vlaggen (Togo, Mongolië) en de eigenaars verschuilen zich achter vennootschappen in Panama en de Seychellen.

In 2012 wordt voor het eerst de naam Thunder gebruikt, het schip is dan geregistreerd in Nigeria en op papier in het bezit van Royal Marine & Spares, Nigeria Ltd.

Maffia
Begin december 2013 vaardigt de internationale politie-organisatie Interpol op verzoek van Noorwegen, Nieuw Zeeland en Australië, een zogenaamde ‘purple notice’ uit voor het schip: een verzoek tot informatie met betrekking tot de Thunder en haar eigenaars, die verdacht worden van fraude en het breken van nationale wetten en internationale verdragen. Volgens Interpol zou de Thunder meer dan 60 miljoen Amerikaanse dollar verdiend kunnen hebben aan de illegale visserijpraktijken.

Als criminele organisatie achter deze illegale vissersschepen wordt de ‘Mafia Gallega’ genoemd, de maffia uit Galicië. Galicië is de meest noordoostelijke autonome regio van Spanje in de provincie A Coruña. In het zuiden grenst de regio aan Portugal, in het noorden aan de Golf van Biskaje en in het westen aan de Atlantische Oceaan. Deze criminelen houden zich niet alleen bezig met illegale visserij, maar ook met drugshandel vanuit Zuid Amerika. Door middel van foto’s zijn diverse officieren aan boord van de Thunder geïdentificeerd als inwoners van het 26.000 inwoners tellende Galicische stadje Ribeira.

Visserijmisdrijven
De jacht op de Thunder is onderdeel van Interpol’s ’Project Scale’, een onderzoeksproject met als doel het identificeren, ontmoedigen en bestrijden van transnationale visserijmisdrijven, dat voornamelijk gefinancierd word door Noorwegen en de Verenigde Staten. De specifieke operatie tegen de Thunder heeft de codenaam ‘Operation Spillway’ meegekregen.

Eind maart, afgelopen jaar, werd een schip met de naam Ming 5 gearresteerd in Maleisië met in het visruim tussen de 100 en 150 ton illegaal gevangen vis. Het schip bleek de Thunder te zijn, maar na een boete die slechts een fractie van de waarde van de vangst vertegenwoordigde, mocht het schip vertrekken met behoud van de kostbare lading. Een groot probleem in de vervolging van illegale visserij, vooral in internationale wateren, is het ontbreken van wetgeving. De naam Ming 5 duikt op 6 april pas weer op in zwarte blokletters gedrukt op de oranje overkappingen van de reddingsvlotten van de Thunder.

Thunder
Dode tandvissen | © Sea Shepherd / Jeff Wirth

Volgens berichtgeving in de Noorse zakenkrant Dagens Næringsliv was de achtervolging midden maart bijna voorbij. Van 2 tot 27 maart vond de gecombineerde militaire oefening van de Duitse en Zuid-Afrikaanse marine, Exercise Good Hope, plaats in de omgeving van Kaapstad. De Zuid-Afrikaanse autoriteiten gaven aan bereid te zijn om het piratenvissersschip te arresteren. Het enige waar de Zuid-Afrikanen om vroegen, was toestemming van Nigeria, de vlagstaat van de Thunder. Alle voorbereiding waren volgens de Noorse krant getroffen, maar het benodigde papierwerk vanuit Nigeria bleef uit. Eind maart ontneemt Nigeria uiteindelijk de vlag van de Thunder. Het schip is nu stateloos, maar het is te laat voor de Zuid-Afrikaanse interventie.

Operation Sparrow
Midden maart was ook het moment waarop de Spaanse politie invallen deed op diverse adressen in Ribeira en op andere plaatsen in Noord-Galicië, op zoek naar documenten die de eigenaren van illegale vissersschepen, waaronder de Thunder, zouden kunnen identificeren. De kantoren van de beruchte maatschappij Vidal Armadores, de vermoedelijke eigenaar van drie van de zes nog actieve tandvis stropers en sinds jaren een synoniem voor piratenvisserij, zijn onderdeel van de huiszoekingen. De Spaanse actie draagt de codenaam ‘Operation Sparrow’, naar de door Johnny Depp gespeelde kapitein uit de bekende Hollywood piratenfilmserie ‘Pirates of the Caribbean’.

Deze drie vermoedelijke Vidal Armadores schepen, de Kunlun, Songhua en Yongding werden in januari onderschept door het Nieuw-Zeelandse marineschip Wellington ten westen van de Ross Zee. De schepen, tot voor kort bekend onder de namen Chang Bai, Nihewan en Chengdu respectievelijk, voerden nu de vlag van Equatoriaal-Guinea.

Overdracht kieuwnetten aan Interpol
Na een mislukte poging om aan boord te gaan vertrok de Nieuw-Zeelandse marine naar huis, maar begin februari vond het Sea Shepherd schip Sam Simon, dat zich tot dan toe had beziggehouden met het bergen van de achtergelaten netten van de Thunder, twee van deze schepen, de Kunlun en de Yongding, opnieuw. Sinds de onderschepping door de Wellington zijn de drie schepen voorzien van een ‘purple notice’. Net als tijdens de onderschepping door de Nieuw-Zeelandse marine, vindt de Sam Simon de schepen in Antarctische wateren geclaimd door Australië. De Sam Simon volgt de Kunlun voor een week, waarna het Sea Shepherd schip koers zet naar Mauritius om de in beslag genomen, illegale kieuwnetten van de Thunder over te dragen aan Interpol en de locale autoriteiten.

Thunder
De Thunder | © Sea Shepherd / Erwin Vermeulen

Verscheidenheid aan namen en vlaggen
Eind februari vindt een Australisch douaneschip de Kunlun ten westen van Australië. Equatoriaal-Guinea ontkent ondertussen dat de Kunlun en de twee andere schepen in dat land geregistreerd zijn. De Australische autoriteiten slagen er wel in om aan boord te komen, maar na doorzoeking van het schip mag het echter opnieuw gaan. De Kunlun heeft sinds 2003 zeker 15 verschillende namen gehad en onder andere de vlaggen gevoerd van Noord-Korea, Tanzania, Sierra Leone en Panama.

Valse declaratie in Thailand
Begin maart vaart een schip met de naam Taishan en onder Indonesische vlag de diepzeehaven van het Thaise Phuket binnen. Het schip lost 8 containers met 182 ton vis, gelabeld als zeebaars. De containers gaan op vrachtwagens naar de zuidelijke havenstad Songkhla, waar de vis in een vrachtschip zou worden geladen met bestemming Vietnam. De Taishan blijkt echter de Kunlun te zijn en de zeebaars tandvis. De lading, het schip en de kapitein worden vervolgens vastgehouden voor het vals declareren van de lading. Tandvis is ongeveer zes maal meer waard dan eenzelfde gewicht aan zeebaars; volgens de Thaise pers ongeveer 12 miljoen US dollar.

De Peruaanse kapitein wordt ook beschuldigd van valse opgave van vlag en registratie, omdat Indonesië ontkent iets met het schip te maken te hebben. De autoriteiten in Phuket wachten nu op een beslissing vanuit de Thaise hoofdstad Bangkok over wat er met het schip moet gebeuren.

Arrestatie in Maleisië
Ook in maart werd een ander schip van de ‘Bandit 6’, de Viking, gearresteerd in Maleisië, het land dat een jaar eerder nog de Thunder had laten gaan. Het voorwendsel, illegaal ankeren, lijkt een detail, maar geeft de autoriteiten de mogelijkheid om ook illegaal vissen door het schip te onderzoeken. Het schip had één Chileen, twee Peruanen en vijftien Indonesiërs aan boord. In 2013, dan nog de ‘Snake’ genaamd, was dit het eerste schip dat door Interpol van een ‘purple notice’ werd voorzien voor visserijgerelateerde overtredingen.

De achtervolging van de Thunder is een uitputtingsslag: wie heeft het meeste voedsel, drinkwater, brandstof en vooral geduld en doorzettingsvermogen. De Bob Barker brak maanden geleden al het record voor de langste achtervolging van een illegaal vissersschip. Het oude record werd in 2003 gezet door het Australische kustwachtschip Southern Supporter toen het 21 dagen lang de Viarsa 1 achtervolgde. Ook toen ging het om een illegale vangst van tandvis; 97 ton. Na twee jaar en twee rechtszaken werden de bemanning en het schip uiteindelijk vrijgesproken.

Zinkend schip
Het is zes uur in de ochtend op 6 april als de Thunder stopt. Het is dag 110 van de achtervolging, één dag na het passeren van de evenaar en Sao Tomé ligt slechts 60 mijl naar het oosten. We zijn nog nooit zo dicht bij land geweest sinds ons vertrek uit Hobart vier maanden daarvoor. Het belooft opnieuw een prachtige dag te worden en de zee is kalm.

De Thunder stopt wel vaker, we vermoeden voor kleine reparaties, maar deze keer is er een hoop activiteit op het achterdek zichtbaar. Om half zeven neemt de Thunder contact op. De kapitein geeft in het Spaans door dat er een probleem is en dat ze zinken. De loodsladder wordt langs de scheepshuid naar beneden gelaten en één voor één worden de reddingsvlotten te water gelaten, waarna de bemanning er in afdaalt. De kapitein weigert lange tijd het schip te verlaten, maar wanneer de slagzij naar stuurboord toeneemt en het achterschip langzaam dieper wegzakt, klimt ook hij in het laatste vlot.

Thunder
De Thunder zinkt | © Sea Shepherd / Erwin Vermeulen

Met onze actiebootjes slepen we de reddingsvlotten naar de Sam Simon, die de Thunder bemanning aan boord neemt en voorziet van drinken, voedsel en medische zorg. Niemand is gewond geraakt. De bemanning van de Thunder bestaat uit 30 Indonesiërs met 7 Spaanse, 1 Portugese en 2 Chileense officieren.

We realiseren dat ons weinig tijd rest om aanvullend bewijsmateriaal te verzamelen, omdat het belangrijkste bewijs, het schip en haar lading, op het punt staat om in de golven te verdwijnen.

icefish
© Sea Shepherd / Erwin Vermeulen

Als ik samen met onze derde stuurman aan boord klauter van het verlaten schip is het duidelijk dat het met opzet tot zinken is gebracht; alle deuren en luiken zijn in open positie vastgebonden, zodat het water vrij spel heeft door het hele schip. De kapitein heeft waarschijnlijk gewacht met het verlaten van het schip tot de machinekamer volledig onder water stond en de neergang van het schip onomkeerbaar was geworden. Het visruim staat open en we verwijderen een tandvis als bewijsmateriaal. Op de brug nemen we zeekaarten, mobiele telefoons, een camera en een computer in beslag, waarna we het schip verlaten. Na het middaguur is de slagzij zover gevorderd dat het dek de waterlijn raakt. Langzaam zinkt het achterschip onderwater, de boeg richt zich op, totdat de bulb naar de hemel wijst en zo verdwijnt het schip dat we vier maanden lang volgden vertikaal onder water. Het is hier bijna 4000 meter diep; het schip zal nooit geborgen worden.

Het is nacht als we Sao Tomé bereiken en de overdracht van de Thunder-bemanning aan de lokale politie verloopt soepel. De toekomst moet uitwijzen wat er met de officieren en eigenaren van het schip gaat gebeuren. Een ding is zeker: de Thunder’s illegale viscarrière is ten einde gekomen.

Erwin Vermeulen is fotograaf, Hoofd Werktuigkundige en Superintendent bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een éénogige kat, een kat met één nier, een gepensioneerde speurhond en twee dove en blinde honden.

© PiepVandaag.nl