Het aantal dierproeven dat op universiteiten en academische ziekenhuizen wordt gehouden, is in de afgelopen jaren weer toegenomen. Jarenlang daalde het aantal proefdieren, maar deze positieve trend lijkt geen stand te houden.

Universiteit Maastricht
Foto: Jan Slangen / Foter.com / CC BY-NC-SA

Volgens de cijfers uit een rapport van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit blijkt dat er ongeveer op zeshonderdduizend dieren wordt getest. Daarnaast worden er nog eens een half miljoen potentiële proefdieren uit de voorraad gedood.  Deze dieren worden niet gebruikt, als ‘overtollige voorraad’ gezien en vervolgens gedood.

Recentelijk grepen dierenbeschermers de verjaardag van de Universiteit Maastricht aan om te protesteren tegen de bouw van een nieuw centrum voor dierproeven. In dit centrum worden veel honden gebruikt voor dierproeven. Studenten klopten zelf aan bij de Anti Dierproeven Coalitie (ADC) omdat ze het gejank van de honden niet meer aan konden horen.

Helaas weigert de universiteit om met de coalitie in gesprek te gaan en geeft de voorkeur aan het bouwen van een nieuwe locatie waar het gejank van de honden niet meer opgemerkt kan worden. De universiteit werd al eerder op de vingers getikt door de Voedsel- en Waren Autoriteit, omdat zij zich niet aan de regels rondom dierproeven gehouden had.

Ook bij onze naaste buren zien we een toename in het aantal dierproeven. In België heeft de Hasseltse Universiteit (UHasselt) toestemming gekregen om het aantal dierproeven op te voeren van 1200 naar 4000 per jaar. Naast varkens, ratten en muizen zullen nu ook proeven op cavia’s en konijnen gedaan worden. Dierenorganisatie Gaia heeft tegen de uitreiking van deze vergunning een bezwaar ingediend en gaat mogelijk nog tegen deze toestemming in beroep.

Bron: De Standaard ©PiepVandaag.nl Nicole Brinker