De Zoo in Kopenhagen, een maand geleden volop in het nieuws vanwege de dood van de anderhalf jaar oude giraf Marius, heeft maandag 24 maart weer gezonde dieren gedood. Vier leeuwen, een oudere leeuw en leeuwin en twee welpjes, waren boventallig en moesten ‘plaats maken voor de volgende generatie’.

Kopenhagen
Leeuwengezin

Over enkele dagen komt een nieuw, jong mannetje aan in de dierentuin, om te paren met twee leeuwinnen die in 2012 geboren zijn. De twee oudere leeuwen waren daardoor overbodig en de welpjes, van tien maanden oud, zijn te jong om zonder hun moeder te kunnen.

‘Anders zouden ze toch gedood zijn door het nieuwe mannetje’, aldus een woordvoerder van de Zoo.

De dierentuin zegt tevergeefs gezocht te hebben naar een andere geschikte plek voor de leeuwen.

Deze beslissing wakkert de ophef aan die vorige maand ontstond na het doden van de gezonde Marius.

Na de dood van Marius en de media-aandacht legde Marc Damen, directeur van Diergaarde Blijdorp, uit hoe het kan gebeuren dat een dierentuindier ‘surplus’ raakt. Het genetisch belang voor het fokprogramma is leidend in het beleid van de dierentuinen, aangesloten bij EAZA. Als de aangesloten dierentuinen geen plek voor hun overschotdieren kunnen vinden in andere EAZA-dierentuinen, kiezen ze voor doding. Ze werken niet samen met circussen, handelaren of andere dierentuinen.

Een veel gehoorde vraag is waarom dierentuinen dan niet voorkomen dat ze een overschot aan dieren krijgen.

‘Daar zit precies de afweging: in hoeverre kun je aan geboortebeperking doen? Ook de voortplanting, in al haar facetten, is onderdeel van het natuurlijk gedrag. Sterker nog: het is voor veel diersoorten, ook in de natuur, de voornaamste tijdsbesteding. We zien bij verschillende diersoorten dat het compleet stilleggen van de fok leidt tot welzijnsproblemen en stress. De uitdrukking ‘ouders maken geen ruzie waar de kinderen bij zijn’ gaat ook op in het dierenrijk.

Ook voor dierentuinen is het niet ideaal om gezonde dieren te moeten doden, zowel uit menselijk oogpunt (denk aan de dierenarts, de verzorger), oogpunt van het dier (dat overigens i.i.t. de meeste landbouwhuisdieren wel een goed leven gehad heeft) en publicitair. Kortom, dierentuinen zitten zelf ook met dat spanningsveld tussen natuurlijk gedrag en het doden van overtollige dieren. Vandaar dat veel dierentuinen ervoor kiezen om de fok te ‘remmen’ als soort van compromis. Sommige dierentuinen kiezen wel voor jaarlijks fokken en steken dan veel tijd in het kwijtraken van de surplus; dat is een keuze’, vertelt Marc Damen.

In een kwartaal heeft Zoo Kopenhagen al zeker vijf dieren gedood die overbodig waren, een aantal dat fors hoger ligt dan de cijfers van Nederlandse dierentuinen.

‘In Blijdorp is ons uitgangspunt dat we onplaatsbare dieren trachten te voorkomen, zodat het probleem beperkt blijft, hoewel ook voor ons ieder gedood dier er één teveel is. Kopenhagen Zoo zit ver boven Blijdorp qua aantal gedode dieren, maar dat heeft te maken met hun beleid, dat ook mede gebaseerd is op de publieke opinie. Als de Deense bevolking hier massaal op tegen is, dan doet Kopenhagen Zoo dit niet, want dan kost dat bezoekers. In Denemarken en andere Scandinavische landen is dit echter al jaren de praktijk en leidt dit niet tot verschrikte reacties: die komen juist van landen buiten Scandinavië’.

Hier is de verklaring van de Zoo Kopenhagen te lezen.

Op Care2 kun je een petitie tekenen tegen het besluit van de Zoo Kopenhagen.

Bron: HLN.be ©PiepVandaag.nl Angelique Lagarde