Alweer in mei 2014 bijt een agressieve American Staffordshire Terriër in de tuin van haar baasje in Zaandam een kat dood. In de dagen daarna heeft de eigenaresse van de hond meerdere keren verschillende dierenartsen bezocht, omdat de hond last had van een abces in zijn nek. De eigenaresse is er van overtuigd dat dit abces is veroorzaakt door de doodgebeten kat tijdens het gevecht in de tuin en klaagt daarom de eigenaresse van de kat aan.

doodgebeten kat
Foto: publiek domein

Op grond van artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek is de eigenaar van een dier aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade. Het baasje van de hond wilde op basis van dit wetsartikel de door haar gemaakte dierenartskosten van 3.716,45 euro op de eigenaresse van de kat verhalen.

Hoger beroep
Voor de rechtbank verliest de eigenaresse van de hond de zaak. Zij besluit om het er niet bij te laten zitten en gaat  in hoger beroep. Als bewijs dat de kat wel degelijk de veroorzaker is van het abces bij de hond voert zijn eigenaresse het volgende aan:

“Dat [kat] [hond] tijdens het gevecht op 8 mei 2014 heeft gekrabd of gebeten, volgt volgens [eigenaresse hond] uit het feit dat [hond] tot aan het incident gezond was en dat daags na het gevecht een abces bij [hond] is ontstaan, in verband waarmee [eigenaresse hond] nog diezelfde dag naar de dierenarts is gegaan. Daarnaast stelt [appellante] dat het letsel van [hond] typisch is voor de krab van een kat en dat de hiervoor genoemde verslagen van de dierenartsen (feiten onder d en f) aantonen dat het letsel van [hond] het gevolg is van een krab van een kat.”

Niets vergoeden
Het hof in Amsterdam gaat hier niet in mee en oordeelt net als de rechtbank dat de eigenaresse van de  kat de dierenartskosten niet hoeft te vergoeden. De eigenaresse van de hond kan namelijk niet aantonen dat het abces is veroorzaakt door de kat. Hierbij heeft het hof onder andere de bevindingen van het onderzoeksbureau dat door de verzekeraar van de eigenaresse van de kat was ingeschakeld in ogenschouw genomen:

  • Gezien het feit dat de kat bij het bijtincident is omgekomen en de hond van een type is dat een kat (of ander klein dier) in een keer zal doodbijten (en –schudden) is het niet voor de hand liggend dat de hond bij het voorval door deze kat is gebeten.
  • Mede gezien de reputatie van de betreffende hond (…) is een ander incident met een ander dier voor de hand liggend.”

De eigenaresse verliest opnieuw en moet naast de proceskosten ook de schade voor het verlies van de kat betalen. Deze schade is door de verzekeraar begroot op 150 euro.

Bron ©PiepVandaag.nl Lianne Raat