Dierproeven: een onderwerp dat veel emotie oproept. Weliswaar zijn we voorzichtig op de goede weg – dierproeven voor cosmetische producten zijn sinds 2013 in Europa verboden – maar we zijn er nog lang niet. Testen en experimenteren op dieren voor medicijnen en medische hulpmiddelen (zoals pacemakers) zijn nog steeds heel gebruikelijk en in veel gevallen zelfs wettelijk verplicht. Ethisch gezien zijn deze testen eigenlijk niet te verantwoorden: dieren voelen tenslotte net als mensen pijn en angst en worden misbruikt in naam van de wetenschap. Maar hoe kijkt men vanuit de onderzoekswereld zelf tegen deze testen aan en hoe betrouwbaar zijn ze? Een veelgehoord uitgangspunt is Vervanging, Vermindering en Verfijning (3V’s): met gebruik van onder meer menselijk weefsel, menselijke cellen, in vitro methoden en computersimulaties zou het aantal testen en experimenten op dieren sterk moeten dalen. Steeds meer onderzoekers zijn zelfs van mening dat dierproeven geheel achterhaald zijn, omdat, naast het ethische aspect, andere dieren nu eenmaal biologisch verschillend zijn van mensen en veel medicijnen die ontwikkeld zijn dankzij proefdieronderzoek, in klinische testen niet geschikt blijken te zijn voor de mens.

Laboratorium biomarkers dierproeven
Aapje in testlaboratorium ©Washington.edu

Dierproeven worden onder andere uitgevoerd om meer te weten te komen over ziektes, om medicijnen of therapieën te ontwikkelen en om te testen of een product veilig en werkzaam is.

Dierproeven worden steeds vaker bekritiseerd. Veel testen zijn verouderd, kosten veel tijd en zijn niet altijd betrouwbaar. Er gaan steeds meer stemmen op, en in toenemende mate uit de onderzoekswereld zelf, dat informatie verkregen uit dierproeven niet te vergelijken is met de situatie in de mens. Daarbovenop veroorzaken dierproeven veel pijn en lijden in miljoenen dieren wereldwijd.

Uit een rapport van de Food and Drug Administration van de Verenigde Staten dat al in 2004 gepubliceerd is, blijkt dat 92% van de medische producten die op grond van dierproeven zijn ontwikkeld, onveilig is en niet werkzaam in de mens. [1] In 2007 benadrukte de National Academy of Sciences in the Verenigde Staten de noodzaak van een fundamentele ommekeer in het onderzoek naar de veiligheid en werkzaamheid van stoffen en riep op om menselijke cellen te gebruiken in plaats van dieren, omdat die veel beter voorspellen hoe een mens reageert op deze stoffen. [2] In Europa hebben vooraanstaande wetenschappers de problematiek onderschreven en ondersteunen deze noodzakelijke ontwikkeling voor de toekomst. [3, 4]

Er is al een groot aantal alternatieven ontwikkeld waarmee goed onderzoek kan worden gedaan zonder dieren te gebruiken. Deze alternatieven worden vaak gecombineerd en geven zo een accuraat en gedetailleerd beeld over het gedrag van een medicijn of een andere stof in het menselijk lichaam en geven informatie over de veiligheid van een stof voor de mens. Verder kunnen deze testen zeer snel uitgevoerd worden en zijn vaak goedkoper, maar vooral voorkomen deze alternatieven het lijden en sterven van heel veel dieren.

In de komende tijd zal een aantal van deze alternatieven belicht worden op PiepVandaag. In dit artikel gaat het over biomarkers.

Biomarkers
Biomarkers zijn stofjes in ons lichaam die aangeven of bepaalde producten uit het milieu, zoals chemicaliën of bacteriën, schadelijk zijn voor de mens. Biomarkers geven verder een goed beeld van normale of abnormale biologische processen in ons lichaam. Ze geven informatie over ziektes, zoals kanker, en de werkzaamheid van een bepaald medicijn.

Biomonitoring is een methode om biomarkers in bloed, urine of weefsel op te sporen.

Voorbeelden
Huidallergie
Onderzoekers van de Lund Universiteit in Zweden gebruiken menselijke cellen en biomarkers om te testen of een bepaalde stof een irritatie of een allergische reactie geeft op de huid. De methode is sneller en relevanter voor de mens dan dierproeven [5].

Prostaatkanker
Aan de Uppsala Universiteit zijn biomarkers in het bloed geïdentificeerd waarmee prostaatkanker gediagnosticeerd kan worden. Deze methode kan in de toekomst mogelijk ook toegepast worden om andere typen tumoren op te sporen [6].

Autisme
Aan dezelfde universiteit zijn bepaalde stoffen gevonden die mogelijk biomarkers zijn voor autisme. [8]

Parkinson
Aan de Universiteit van Lancaster hebben onderzoekers een biomarker in het bloed gevonden die voorkomt bij mensen met Parkinson. Daarmee is een simpele bloedtest ontwikkeld die Parkinson in een zeer vroeg stadium kan opsporen. [7]

Alzheimer
Aan de Sahlgrenska Academy in Gotenburg worden biomarkers gebruikt voor een vroege diagnose van Alzheimer. Deze biomarkers geven een betrouwbaarder resultaat en kunnen worden ingezet voor de ontwikkeling en het testen van betere medicijnen. [9]

Borstkanker
Bepaalde biomarkers, ontdekt door het Department of Energy’s Pacific Northwest National Laboratory, stellen onderzoekers in staat om bij het vroegtijdig screenen van borstkanker vals-positieve resultaten te kunnen onderscheiden van positieve resultaten. Verder kan met behulp van deze biomarkers meer kennis worden verkregen over het ontstaan en verloop van deze ziekte. [10]

Nina Cohen is bioloog en heeft zich als wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Leiden en Universiteit Utrecht beziggehouden met de maatschappelijke en ethische vraagstukken over dierproeven. Bij Humane Society International en een aantal andere dierenbeschermingsorganisaties hield zij zich bezig met alternatieven voor dierproeven. Voor PiepVandaag schrijft zij hier een reeks artikelen over.

Referenties
[1] US Food & Drug Administration. Innovation or Stagnation: Challenge and Opportunity on the Critical Path to New Medical Products, 2004
[2] Andersen ME, Krewski D. Toxicological Sciences 2009; 107: 324-30.
[3] AXLR8. Progress Report 2010.
[4] European Partnership for Alternative Approaches to Animal Testing. New Perspectives on Safety, April 2008.
[5] Henrik Johansson, Malin Lindstedt, Ann-Sofie Albrekt and Carl AK Borrebaeck. A genomic biomarker signature can predict skin sensitizers using a cell-based in vitro alternative to animal tests. BMC Genomics, August 2011
[6] Gholamreza Tavoosidana, Gunnar Ronquist, Spyros Darmanis, Junhong Yan, Lena Carlsson, Di Wu, Tim Conze, Pia Ek, Axel Semjonow, Elke Eltze, Anders Larsson, Ulf D. Landegren, and Masood Kamali-Moghaddam. Multiple recognition assay reveals prostasomes as promising plasma biomarkers for prostate cancer. Proceedings of the National Academy of Sciences, 2011; DOI: 10.1073/pnas.1019330108
[7] P. G. Foulds, J. D. Mitchell, A. Parker, R. Turner, G. Green, P. Diggle, M. Hasegawa, M. Taylor, D. Mann, D. Allsop. Phosphorylated α-synuclein can be detected in blood plasma and is potentially a useful biomarker for Parkinson’s disease. The FASEB Journal, 2011; 25 (12)
[8] N Momeni, J Bergquist, L Brudin, F Behnia, B Sivberg, M T Joghataei, B L Persson. A novel blood based biomarker for detection of autism spectrum disorders. Translational Psychiatry, 2012; 2 (3)
[9] University of Gothenburg (2011, December 20). Cerebrospinal fluid test can pick up Alzheimer’s before symptoms appear. ScienceDaily. Retrieved July 9, 2012, from http://www.sciencedaily.com¬ /releases/2011/12/111220133546.htm
[10] R. M. Gonzalez, D. S. Daly, R. Tan, J. R. Marks, R. C. Zangar. Plasma Biomarker Profiles Differ Depending on Breast Cancer Subtype but RANTES Is Consistently Increased. Cancer Epidemiology Biomarkers & Prevention, 2011; 20 (7)

©PiepVandaag.nl