Uit onderzoek blijkt dat een aanzienlijke meerderheid van de Amerikaanse studenten (83 procent) vindt dat dieren niet mogen worden gebruikt en gedood in onderwijslaboratoria, vooral wanneer dit niet nodig is. Waarom gebeurt het dan toch?

Uit het onderzoek bleek ook dat 79 procent van de Amerikaanse studenten zich zorgen maakt over het welzijn van dieren die in onderwijslaboratoria gebruikt zijn. Van de studenten met een bèta-opleiding zei 90 procent dat ze tegen het gebruik van dieren zijn.
Amerikaanse studenten
“De overgrote meerderheid van de studenten wil niet deelnemen aan dodelijke dierproeven in de klas, maar voelt zich subtiel gedwongen omdat ze bang zijn voor de gevolgen van niet-deelname”, zegt dr. Neal Barnard, MD, voorzitter van het Physicians Committee for Responsible Medicine.
“Universiteiten met ouderwetse dierlaboratoria brengen studenten in een vreselijke positie die velen interpreteren als een keuze tussen doden of zakken.”
Bij één vraag moesten de studenten nadenken over een hypothetisch scenario. Studenten kregen de keuze tussen een dierproef als optionele ervaring en een alternatief zonder dieren. Hoewel de meeste studenten niet aan dierproeven wilden deelnemen, gaf 20 procent aan dat ze dit toch zouden doen om problemen te voorkomen. Nog eens 24 procent gaf aan dat ze nerveus zouden zijn om de alternatieve activiteit te vragen.
Hoe gaat dit eraan toe?
Een voorbeeld uit een psychologiecursus aan de Utah State University: studenten moeten ratten opsluiten in metalen kisten. Daar krijgen ze geen water. Vervolgens krijgen ze willekeurige flitsen van fel licht te zien, terwijl ze trainen om op een hendel te drukken om voedselkorrels te krijgen.
In psychologiecursussen aan Macalester College worden levende dieren gedurende langere tijd van water beroofd. Vervolgens gaan ze in ‘Skinner-boxen’, waar ze moeten werken voor water. Bij sommige experimenten worden dieren gedrogeerd en in doolhoven geplaatst.

De universiteit maakte de dieren aan het einde van de experimenten dood. Harvard, Yale, Stanford, Princeton en andere vooraanstaande universiteiten zijn al lang geleden gestopt met dodelijke experimenten zoals die Macalester nog uitvoert.
Uit nieuw onderzoek blijkt dat 76 procent van de studenten het gebruik van levende dieren in psychologiecolleges afkeurt. Zij vinden dit vooral onaanvaardbaar wanneer de dieren na afloop gedood zijn en er alternatieve lesmethoden beschikbaar zijn.
Dieren gedood bij afdeling psychologie
In de rechtszaak tegen Macalester, die op 3 juni door alumnus Dr. Barnard is aangespannen, wordt de universiteit opgeroepen om te stoppen met het onnodig doden van dieren in ‘show and tell’-oefeningen tijdens psychologiecolleges, onder verwijzing naar de door de universiteit gepubliceerde ethische verplichtingen. De afdeling psychologie heeft in meer dan 50 jaar duizenden dieren gedood.
Dr. Barnard en medestudent Clarke Gustafston vertelden de Star Tribune over hun eigen ervaringen met deelname aan deze experimenten:
“Als student in de inleidende psychologie kreeg een van ons een rat die in een metalen ‘Skinner-box’ moest worden geplaatst. Als de rat op een hendel drukte, kreeg ze te drinken, en de rat werkte hard voor haar waterbeloning.”
“Wat de psychologiestudenten niet zagen, was dat ik achter gesloten deuren de werkstudent was die de dieren gedurende langere tijd water moest onthouden, zodat ze zouden ‘presteren’”, aldus Clarke.
“Ik vond dat geen prettig werk, vooral omdat ik na afloop van de experimenten de opdracht kreeg om de ratten op elkaar in een vuilnisbak te gooien, gif over de spartelende dieren te gieten en het deksel te sluiten. Het doden van kleine dieren was niet waarvoor ik had getekend, en ik ben gestopt.”
Macalester moet stoppen met onnodig leed
Op de website van Macalester staat dat “de normen voor dierenwelzijn en ethische principes op het hoogst mogelijke niveau worden toegepast bij elk gebruik van dieren of onderzoek dat wordt uitgevoerd op of in samenwerking met het college”. En dat het de federale Animal Welfare Act volgt. Deze act bevat ethische principes die de Three Rs worden genoemd: vervanging, vermindering en verfijning van het gebruik van dieren in onderzoek.
“Aangezien het leven van dieren op het spel staat, is de brutale verklaring van Macalester dat het zijn ethisch beleid niet echt meende, een belediging voor studenten, donateurs, de faculteit en het publiek”, aldus Dr. Barnard.
De rechtszaak beoogt onder meer een bevel dat Macalester “het gebruik van dierlaboratoria in het psychologieonderwijs en op alle andere gebieden waarvoor niet-dierlijke methoden beschikbaar zijn, moet staken”.
Hoe zit dit in Nederland?
Volgens de Dierenbescherming worden er in Nederland ruim 400.000 dieren per jaar gebruikt in wetenschappelijk onderzoek en wettelijk voorgeschreven tests. Daarnaast gaan er ook nog eens zo’n 250.000 dieren dood voordat ze in een test terechtkomen. Op hun website is te lezen:
“De meeste experimenten worden gedaan op muizen en ratten, maar ook andere diersoorten, zoals cavia’s, konijnen, kippen, honden, katten, paarden, schapen, geiten, varkens, runderen, apen, vogels, vissen, en amfibieën worden ingezet.”
Aantal dierproeven stijgt opnieuw, ondanks beloftes overheid
Als je een volledige lijst wil zien van alle Nederlandse universiteiten, hogescholen en andere instellingen die dieren gebruiken en doden, dan kan je dat lezen op de website van Animal Rights. Hier staan veel grote namen tussen als Radboud, Erasmus, Wageningen, Amsterdam en ga maar zo door.
Dierenleed door dierenproeven zijn dus geen Amerikaans, maar een internationaal probleem. Elke dier dat onnodig lijdt terwijl er een alternatief beschikbaar is, is er een te veel.
Bronnen:
- Species Unite
- Dierenbescherming
- Animal Rights
- Lees meer op Animals Today:
Miljoenenboete wegens dierenleed bij beaglefokker voor dierproeven VS
©AnimalsToday.nl Kasper Wienk




