Gisteren heeft Marianne Thieme in een debat over dierproeven de staatssecretaris van Economische Zaken vragen om samen met de industrie, academische wereld, onderwijs en maatschappelijke organisaties te investeren in alternatieven voor dierproeven. Onderzoeksbureau ZonMW maakte eerder duidelijk dat in 2025 het gebruik van proefdieren met 40% kan worden gereduceerd en dat daarmee de kwaliteit van de gezondheidszorg zal verbeteren en werkgelegenheid wordt bevorderd. Voor het eerst heeft de Kamer met staatssecretaris Dijksma van gedachten gewisseld over het proefdierbeleid.

Muizen - dierproefgebruik
Foto: Wikimedia Commons

De meest recente cijfers laten zien dat het aantal proefdieren in Nederland met 2,5% is gestegen in 2011. In dat jaar waren er in Nederland ruim 1 miljoen proefdieren. 589.853 experimenten zijn uitgevoerd op levende dieren. Naast dit aantal dieren worden er nog een half miljoen dieren meteen afgemaakt in proefdierlaboratoria omdat ze, nadat ze gefokt te zijn, niet voldoen aan de selectiecriteria voor een proef. De Tweede Kamer heeft een motie van de PvdD aangenomen om een einde te maken deze praktijk van “onbruikbaar fokoverschot” aan proefdieren.

Het huidige beleid om dierproeven te verminderen, levert volgens studies van ZonMW nauwelijks iets op. Per Nederlander wordt er op dit moment minder dan 1,5 cent per maand besteed aan alternatieven voor dierproeven. Als we daar tot 2022 minder dan 1 cent per dag van maken, dan zal in 2025 het proefdiergebruik met 40% zijn teruggedrongen en levert dit volgens de scenariostudie veel economische voordelen op. De werkgelegenheid neemt toe, de kwaliteit in de gezondheidszorg verbetert omdat er betere modellen ontwikkeld worden in de zoektocht naar nieuwe behandelmethoden, stoffen kunnen beter op veiligheid gecontroleerd worden en Nederland wordt een aantrekkelijker land voor innovatieve bedrijven. Aldus ZonMW.

Marianne Thieme:

“Er is alle reden om in te zetten op proefdiervrije technieken. Dieren zijn geen mensen. Van alle medicijnen die met behulp van dierproeven zijn ontwikkeld, valt alsnog zo’n 90 procent af wanneer het in klinische trials wordt getest bij de mens. Voor effectievere behandelmethoden zijn nieuwe modellen nodig. Laten we daar op in zetten in het belang van mens en dier”.

De businesscase Alternatieven voor dierproeven: “Meer kennis met minder proefdieren” van ZonMW is hier te vinden.

Persbericht Partij voor de Dieren