Wie kent deze “zwaluwen”niet? In de zomer, in de warmte van stad en dorp, is het gieren van de gierzwaluw bijna niet te missen, maar zo snel als zij er ineens zijn, zijn de vogels ook weer verdwenen naar hun overwinteringsgebieden.

gierzwaluw
Foto: yhoebeke on Foter.com / CC BY-SA

Eind april wordt door de meeste vogelaars reikhalzend uitgekeken naar de gierzwaluw, maar als er eenmaal ééntje in het land is, volgt de rest al snel. Dit jaar was de gierzwaluw later in ons land dan gemiddeld. Volgens de theorie was het slecht weer boven de Sahara en/of tussen Noord-Afrika en Europa en heeft hen dit parten gespeeld. De gierzwaluw houdt namelijk van warmte en aan koud weer heeft hij een broertje dood, want hij leeft van insecten. Tijdens het vliegen eet hij deze op, duizenden per dag. Op de grond komt hij maar zelden, alleen tijdens het broeden.

Als deze zomervogels weer in ons land zijn, is dat prachtig om te zien, zoals onlangs te lezen was in ons goede nieuws van de dag #GNvdD: De gierzwaluw, 100 dagen feest in de lucht.

Voedselbal
Als de vogels eind april, begin mei aankomen in Nederland, begint direct het broedseizoen. Zij zoeken een geschikt nest in gebouwen, onder een dakpan of een dakgoot en leggen hier 2 à 3 eieren. Na ongeveer drie weken broeden, komen de eieren uit. De jongen hebben veel insecten nodig, zoals muggen, vliegen en vlinders. Tijdens hun vlucht verzamelen de ouders enkele honderden muggen per keer in een voedselbal, die dan aan de jongen wordt gevoerd. Gierzwaluwen vangen de insecten in die luchtlagen, waar zich op dat moment de meeste muggen bevinden, met mooi weer meestal in de hogere luchtlagen. Vlak voor een regenbui, dalen muggen meestal af naar de lagere luchtlagen, zodat ook de gierzwaluw niet ver boven de grond zijn voedsel zoekt.

Moeite met vinden geschikte broedplek
Helaas heeft de gierzwaluw het steeds moeilijker in Nederland om een geschikte broedplek te vinden. Veel woningen en kantoorgebouwen worden tegenwoordig goed geïsoleerd, zodat nestgelegenheid steeds moeilijker te vinden is. Dit is ook een probleem voor verder onderzoek naar deze mooie vogelsoort. Er kan pas tot goede bescherming worden overgegaan, als onderzoekers weten waar de vogels broeden. Verder kan inventarisatie helpen bij op tijd ingrijpen als nestverstoring plaatsvindt, maar ook om ervoor te zorgen dat nestvervanging wordt gerealiseerd.

Daarom zijn veel vrijwilligers bij diverse vogelwerkgroepen actief met het ophangen van geschikte nestkasten. Het aantal broedparen wordt door SOVON geschat op 30.000-60.000 paren (in de periode 1998-2000). Door het plaatsen van nestkasten en-pannen, bij voorkeur op een hoek, kan iedereen de gierzwaluw helpen met het vinden van een geschikte broedplaats.

De gierzwaluw is een echte koloniebroeder, dus het is voor deze vogels fijn als meerdere nestkasten (of dakpannen) bij elkaar hangen. Belangrijk is ook dat nestkasten op een goede ophanghoogte worden geplaatst, daarbij is een vrije ruimte van vier meter onder de nestkast van belang.

Gierzwaluwbescherming Nederland
In 2002 richtten gierzwaluwdeskundigen een eigen vereniging op, zodat zij gezamenlijk konden opkomen voor de belangen van de gierzwaluw. Ook wilden zij meer kennis verzamelen over het leven van deze vogels. Om de dieren tijdens het broeden niet te verstoren, besloten zij kleine camera’s te plaatsen bij het nest, voordat het broedseizoen begon. De camera’s blijven het hele seizoen onaangeroerd, zodat de gierzwaluwen volledig gewend zijn aan de camera’s.

Vertrek
Begin augustus wordt het opeens weer stil in stad of dorp. Zo snel als zij er waren in het voorjaar, zo snel zijn de meesten in de eerste week van augustus ook weer verdwenen. Gierzwaluwen overwinteren in het gebied tussen Mali en Congo, om na ongeveer 9 maanden weer terug te keren naar Nederland.

Bronnen: Vogelbescherming Nederland, Sovon, Gierzwaluwbescherming ©Animals Today Walter Eijndhoven