De laatste twee maanden is er steeds meer belangstelling voor vleermuizen in Nederland. Sommigen vinden vleermuizen griezelig en zijn bang dat zij enge ziekten, waaronder het coronavirus, overbrengen op mensen. Ook speelt bijgeloof soms mee. Deze diertjes die een belangrijke rol in de natuur vervullen en we maar weinig zien zijn echter juist bijzonder interessant en nuttig. Welke soorten kunnen we in onze eigen omgeving tegenkomen?

vleermuis
In Nederland komen 18 soorten vleermuizen voor, waaronder de laatvlieger | ©Yves Adams, Vilda natuurfotografen

Nederland telt achttien soorten vleermuizen. Het zijn de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen dankzij een huidplooi tussen de voorpoten en romp en de achterpoten en de staart. Diverse soorten leven in en rond het huis. Overdag slapen zij vaak in de spouwen van huizen om tijdens de schemertijd tevoorschijn te komen en op jacht te gaan naar motten, nachtvlinders en andere insecten.

Het onderscheid tussen de verschillende vleermuizen is moeilijk te zien. Voor een kenner is dit vaak al lastig, laat staan voor een leek. Gelukkig heeft iedere biotoop haar eigen soorten. De dwergvleermuis, de grootoorvleermuis en de laatvlieger zijn echte soorten van de bebouwde kom. Boven het water kunnen watervleermuizen worden waargenomen, terwijl de rosse vleermuis zich graag vertoont in de buurt van stadsparken. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen. Gelukkig heeft een site als vleermuisnet.nl een zoekkaart voor vleermuissoorten. Heel handig voor de geïnteresseerde vleermuiskijker.

Meest voorkomende soorten

Volgens de site is de gewone dwergvleermuis de meest algemeen voorkomende soort in Nederland. Zoals de naam al aangeeft is het een klein dier, dat relatief snel en wendbaar is en vliegt op enige afstand (één tot acht meter) van de struiken. Meestal op een hoogte van twee tot vijf meter, maar soms ook wel tot vijftien meter.

vleermuis
Dwergvleermuis | ©Rollin Verlinde, Vilda natuurfotografen

Een grote vleermuizensoort is de laatvlieger. Deze leeft voornamelijk in agrarisch gebied en aan de rand van dorpen en steden. Tijdens het vliegen zijn voornamelijk de opvallend brede vleugels zichtbaar. Deze vleermuis heeft een grillige vlucht, met langzame vleugelslag en vliegt in lange banen met wijde bochten en plotselinge uitvallen in bosranden, heggen en lanen. Hij vliegt meestal op een hoogte van vijf tot twintig meter.

vleermuis
Laatvlieger | ©Rollin Verlinde, Vilda natuurfotografen

De derde soort is de watervleermuis. Een middelgrote vleermuis met lange, smalle vleugels en vaak jagend boven het wateroppervlak van meertjes en vijvers op de diverse landgoederen die Nederland rijk is.

vleermuis
Watervleermuis | ©Rollin Verlinde, Vilda natuurfotografen

De rosse vleermuis is een grote vleermuizensoort, met lange smalle vleugels. Deze lijkt op de dwergvleermuis, maar is een stuk groter. Deze soort jaagt in een snelle, rechtlijnige vlucht in lange banen met plotselinge duikvluchten en uitvallen. Vooral boven water. In de herfst jaagt de rosse vleermuis graag onder het licht van een lantaarn of boven een kruising binnen de bebouwde kom.

vleermuis
Rosse vleermuis | ©Rollin Verlinde, Vilda natuurfotografen

De gewone en de grijze grootoorvleermuis zijn bijna niet van elkaar te onderscheiden. Vooral voor inwoners van Limburg en Brabant is dit lastig, aangezien de grijze grootoorvleermuis alleen in de zuidelijke provincies van Nederland voorkomt. Net als een torenvalk blijven beide soorten soms stilhangen in de lucht.

vleermuis
Gewone grootoorvleermuis | ©Rollin Verlinde, Vilda natuurfotografen

De site van vleermuisnet.nl schenkt ook aandacht aan het silhouet van de vijf meest algemene Nederlandse vleermuissoorten. Natuurlijk blijft het lastig, al die rondfladderende vleermuizen om je heen, maar iedere soort in stad en dorp heeft haar eigen silhouet en vlieggedrag.

Hoge leeftijd

De site van de Zoogdiervereniging verstrekt onder andere veel weetjes over de Nederlandse vleermuizen. Zo is de grootste vleermuis in Nederland (de vale vleermuis) acht centimeter lang en past de dwergvleermuis in een lucifersdoosje. Vleermuizen vliegen niet in je haren, zoals veel mensen denken. Wel kunnen zij heel dichtbij vliegen, maar door hun echo raken zij je niet. Ze kunnen meer dan twintig jaar oud worden. Wanneer een moeder terugkomt in de kolonie met jongen, herkent zij haar eigen jong aan geur en geluid. Moeders kunnen vliegen met hun jong, dat zich met zijn sterke poten vasthoudt aan zijn moeder. Vleermuizen hangen altijd ondersteboven als zij rusten. Dankzij een aangepaste bloedsomloop stroomt het bloed niet naar hun hoofd.

Winterslaap

In augustus begint voor veel vleermuizen de paartijd. Na het paren wordt de eicel niet direct bevrucht, maar slaat het vrouwtje het zaad op in een speciale klier. In het voorjaar bevrucht zij zichzelf. Maar voor het zover is gaan vleermuizen in winterslaap. Voor hun overwinteringsplek leggen de meeste soorten zo’n dertig tot honderd kilometer af. Een enkele soort vliegt tot wel honderd tot vijfhonderd kilometer. En een enkele keer zelfs tot duizend kilometer. Bij een temperatuur onder tien graden gaan zij in winterslaap in kelders, forten, bomen, bunkers en mergelgroeven. Tijdens de winterslaap zakt hun temperatuur tot ongeveer vijf graden.

Zomertijd

Vroeg in het voorjaar ontwaken de vleermuizen. Eind april/ begin mei vertrekken zij weer naar de gebieden waar zij de zomer doorbrengen. Met het opgeslagen zaad bevruchten de vrouwtjes zichzelf en vanaf half mei zoeken de zwangere vrouwtjes elkaar op in zogenaamde kraamkolonies, met soms wel meer dan vijfhonderd exemplaren van dezelfde soort. Meestal krijgen zij één jong. Eind juli/ begin augustus verlaten de jongen hun veilige schuilplaats en kunnen wandelaars de eerste vluchten van de jongen waarnemen.

Vleermuisvriendelijke tuin

Om meer te doen voor vleermuizen, is een vleermuisvriendelijke tuin een must. Bijvoorbeeld door de juiste planten te kiezen, zoals goudsbloem, vergeet-mij-nietje, klaproos, margriet en zonnehoed en kruiden als rozemarijn, lavendel, marjolein en boerenwormkruid. Ook struikplanten en klimplanten als kamperfoelie, klimop, vlinderstruik en klimroos. Hoe groter de variatie, des te meer insecten leven in en rond de tuin. Om meer vleermuizen naar de tuin te lokken is het beter de verlichting te beperken. Vleermuizen zijn immers schemer- en nachtdieren.

Vleermuizen houden ook van plekken om zich te verschuilen. Een goede vleermuiskast is daarom onontbeerlijk. Op de website van de Zoogdiervereniging staat een beschrijving hoe je zo’n kast in elkaar kunt zetten. Of koop een kant-en-klare in de webshop van Vivara natuurbeschermingsproducten.

Bronnen:

©Animals Today Walter Eijndhoven