De slangenarend, een middelgrote arendsoort, leeft voornamelijk in de landen rond de Middellandse Zee en in het oosten van Europa. Toch wordt deze indrukwekkende roofvogel steeds vaker in Nederland gezien.

slangenarend
Slangenarend | Foto: Wikimedia Commons

Zoals zijn naam al doet vermoeden leeft deze roofvogel vooral van slangen en andere reptielen, dit is zo’n 70% van zijn menu. De slangenarend is een vrij grote arend, ongeveer anderhalf keer zo groot als een buizerd, een soort waar hij erg op lijkt. Het best is deze arendsoort te herkennen aan zijn lichte onderzijde met strepen, gevormd door stippen en het ontbreken van donkere polsvlekken. De vleugelspanwijdte is ongeveer 1.60-1.80 meter. Behalve met de buizerd kan hij ook worden verward met de wespendief en de bruine kiekendief.

In april-mei wordt één ei gelegd, in een nest van takken, gras en bladeren, bovenin een boom. Na circa zes à zeven weken wordt het jong geboren en gedurende tien weken door beide ouders gevoerd.

In augustus/ september vertrekken de meeste slangenarenden naar Afrika, om daar de winter door te brengen. In het voorjaar trekken zij weer naar hun broedgebieden in Europa, waarbij een klein aantal slangenarenden weleens in Nederland kunnen terechtkomen. Helaas zijn tot nu toe geen broedgevallen geconstateerd in ons land, ondanks de aanwezigheid van diverse vogels in gebieden als het Fochteloërveen, de Veluwe en dit jaar ook het Naardermeer. Uit nader onderzoek blijkt dat de hier overzomerende slangenarenden jonge vogels zijn, en nog niet denken aan voortplanting.

Ieder jaar worden Nederlandse vogelaars verrast door de aanwezigheid van diverse slangenarenden in ons land. Niet alleen worden zij steeds vaker gezien in de bekende gebieden als de Veluwe en het Fochteloërveen, maar nu ook in het Naardermeer. Vele vogelaars hebben hun kijker al op dit exemplaar mogen richten. Het dier schijnt al minimaal vanaf 18 juli in het gebied aanwezig te zijn. De vogel vangt voornamelijk ringslangen en die zijn hier veel te vinden. Nadat zij zijn gevangen, wordt de ringslang in zijn geheel doorgeslikt.

De laatste 20 jaar wordt de slangenarend steeds vaker in de zomer gezien, maar juli 2017 was een topmaand voor deze mooie arendsoort. Behalve op de bekende hotspots, waar iedere zomer wel één of twee vogels worden waargenomen, bevonden zich nu ook slangenarenden bij het Naardermeer en op De Treek (bij Amersfoort).

Dankzij goede bescherming in onder meer Frankrijk neemt het aantal slangenarenden weer gestaag toe. Vooral nog niet-broedende jonge vogels laten zich steeds vaker zien in Nederland en België. Wie weet krijgt Nederland er in de toekomst wel een nieuwe broedvogelsoort bij.

Bron: De Vogelbescherming ©Animals Today Walter Eijndhoven