De Canadese overheid overweegt de mannelijke geslachtsdelen van zeehonden als ingrediënt voor energiedrankjes in de markt te zetten. Het land heeft al jaren moeite om de gedode dieren, die nog altijd fors bejaagd worden, te verkopen, zeker nu de vraag naar bont steeds verder afneemt. Het Fur Institute of Canada kreeg daarom de taak onderzoek te doen naar mogelijke manieren om de vele zeehondenkarkassen aan de man te brengen.

Noorse zeehondenjacht - penis van zeehond
Foto: CaroLa/Flickr

Om de kosten voor de jacht op zeehonden enigszins terug te verdienen, stelt het Fur Institue of Canada voor om de edele delen van de dieren op transport te zetten naar Azië en te verkopen als medicijn ter bevordering van de mannelijkheid en als ingrediënt voor energiedrank voor atleten. Het gaat om penissen en testikels van in totaal 140.000 grijze zeehonden, dik 70 procent van de populatie. De kosten voor het nieuwe Canadese marketingplan bedragen 20 miljoen dollar.

Al dertig jaar lang probeert de Canadese regering nieuwe afzetmarkten te vinden voor de verkoop van zeehondenproducten, met het doel de jacht in stand te kunnen houden. Door diverse handelsbeperkingen in 35 landen en regio’s, zoals het importverbod in de EU, is de vraag naar bijvoorbeeld bont, tot een historisch dieptepunt gedaald en moet Canada op zoek naar nieuwe methoden.

“Dat de Canadese overheid dit plan serieus overweegt, is een teken van pure wanhoop. Zonder twijfel kan die 20 miljoen dollar van de Canadese belastingbetaler beter worden besteed. Bijvoorbeeld ter compensatie voor jagers voor het niet doden van zeehonden”, aldus Sheryl Fink, hoofd van het IFAW (International Fund for Animal Welfare) in Canada.

De commerciële jacht op zeehonden is bijzonder wreed en hoort niet thuis in een moderne samenleving. Zeker niet als de gedode dieren niet gegeten worden en puur en alleen voor hun vacht worden afgeslacht. Meer dan 90 procent van alle zeehonden wordt voor hun bont gedood. Ze worden gevild en terug in zee gegooid of worden simpelweg op het ijs achtergelaten.

Persbericht IFAW