Ik zit aan tafel, ik huil. Ze was klein, veel te klein voor haar leeftijd. Maar ze was vrolijk, altijd! De deur naar de poezenkamer kon je niet open doen, ja heel voorzichtig schuiven. Want ze zat er altijd voor. Zodra de stappen op de trap in haar oortjes kwamen zat ze vrolijk bedelend, hard miauwend te wachten. Ze zat, want ze kon niet staan, ze had een dwarslaesie. Er waren dagen dat ik haar niet kon vinden en altijd zat mijn hart direct in mijn keel.

dat mens
Foto: Norma Miederma

Panisch begon ik de zoektocht om haar uiteindelijk op de meest onwaarschijnlijke plekken te vinden. Zelfs boven in de pruimenboom balancerend met haar sterke voorpootjes op de dunne takken van de top. Slingerend aan de takken, wachtend op mijn immer bevrijdende armen haar te plukken als rijp fruit.

Onverschrokken eiste ze de eerste happen op als ik eten uitdeelde. Duwde de grootste katten aan de kant om eerst de saus op te likken. Gevoel voor hygiëne had ze niet zoveel, het liefst nog zat ze in het lekkere zachte eten. Ze smulde niet alleen van het eten maar vooral van het leven.

Een gehandicapt dier is niet gemakkelijk in de verzorging, zeker zij niet omdat van haar eigen vacht verzorgen ze nog nooit had gehoord. “Bah, tijdverspilling” moet ze gedacht hebben. Er is een wereld te ontdekken, speelgoed om mee te spelen, er is een avontuur om elke hoek. Nee, ze had het veel te druk om zich om haar vacht te bekommeren.

Twee keer per dag moest ze in bad. “geen punt” zag je haar denken. Ook dit is leuk. Spinnend onderging ze de wasbeurt en spinnend het afdrogen en insmeren met de zalf. Hup ik moet verder, ik heb geen tijd, ik moet spelen. Aan dat spelen kwam vandaag een einde.

Er hebben meer issues gespeeld in haar lijfje en die werden haar de baas. In mijn pogingen het onvermijdelijke te voorkomen heb ik nog alles op alles gezet. In een mandje tegen de kachel lag ze heerlijk uitgestrekt de knuffels te ondergaan. Zodra ik stopte met aaien kwam daar een dringend pootje met die te kleine nageltjes, “aai me!”

Ze knapte op, vond ik en ik moest de andere dieren verzorgen, snel snel, en weer naar boven. Ik liep naar haar toe met de glimlach op mijn gezicht die alleen echte liefde kan maken. Stil om haar niet wakker te maken keek ik ontroerd naar dat kleine, stoere, zachte, lieve lijfje. Ze werd wakker en strekte haar pootjes naar me uit, precies zoals een kind dat kan. Strekkend en bijna roepend:  “mama pak me op, til me op. Kom op nou waar wacht je nog op?”

Mijn beide handen om haar lijfje, haar glanzende ogen kijkend naar de mijne. Ik ben bij je kleine, ik laat je nooit meer alleen.

Haar kleine nageltjes boorden zich zacht in mijn nek, ik drukte haar lijfje dicht tegen me aan. Zacht spinnend bleven we zo zitten. Dat ene moment in tijd, dat ene moment wat uren, jaren, eeuwen duurt. Dat meest kostbare moment wat er bestaat. Dat moment wat nooit, nooit meer terugkomt. Dat onwaarschijnlijk enorme cadeau van vertrouwen, verbinding en liefde, durven sterven in de armen van een mens.

Ik was dat mens vandaag.

Norma Miedema runt Norma’s universum – een opvang voor afgedankte dieren – schrijft en is kunstenaar. Norma’s motivatie is even simpel als hartverwarmend: ze helpt dieren die door mensen aan hun lot overgelaten zijn. Eerst gedomesticeerd en aangepast aan menselijke wensen en vervolgens verwaarloosd of achtergelaten.

©AnimalsToday.nl