De larven van schietmotten, ook wel kokerjuffers genoemd, gebruiken microplastics in de kokertjes die ze bouwen ter bescherming. Niet alleen gebeurt dat tegenwoordig, maar ook in kokertjes uit de jaren ’70 zijn microplastics aangetroffen. Een zorgwekkende ontdekking, aangezien deze insecten aan het begin van de voedselketen staan.

Microplastics gevonden in huisjes van insectenlarven
Microplastics gevonden in kokertjes van insectenlarven (kokertje uit 1986) | Foto: Auke-Florian Hiemstra

Auke-Florian Hiemstra, onderzoeker bij Naturalis Biodiversity Center en Universiteit Leiden, specialiseert zich in door dieren gebouwde constructies. Aanvankelijk begon hij dit onderzoek om te achterhalen of larven goud uit rivieren of sloten verwerken in hun kokertjes. Toen dat inderdaad het geval bleek, ontstond het vermoeden dat ze ook plastics zouden kunnen gebruiken.

Kokertjes als mobiele huisjes

Schietmotten zijn vliegende insecten die boven water leven. De larven van de meeste soorten, de kokerjuffers genoemd, ontwikkelen zich in het water tot ze verpoppen. Om zich te beschermen tegen roofdieren, bouwen de meeste soorten een kokertje, een soort mobiel huisje. Afhankelijk van de soort bestaat dit uit onder meer steentjes, takjes en plantenmateriaal. Nu blijkt uit onderzoek dat ook microplastics worden gebruikt als bouwmateriaal. Hiemstra dook na deze ontdekking in de collectie van Naturalis en vond zelfs microplastics in een kokertje uit 1971.

Kokertje uit 1971
Kokertje met microplastics uit 1971 | Foto: Auke-Florian Hiemstra

Ophoping in de voedselketen

Door de jaren heen is de hoeveelheid plastic in de natuur sterk toegenomen. De kokertjes in de Limburgse Eyserbeek die recent werden onderzocht, bestaan inmiddels al voor meer dan 50 procent uit kunstmatige materialen. Dat is zorgelijk, want juist deze insecten vormen een belangrijke voedselbron aan het begin van de voedselketen. Ze worden gegeten door andere dieren, die op hun beurt ook weer prooi zijn. Zo verspreidt het plastic zich van dier tot dier en hoopt het zich op hoger in de voedselketen. Hiemstra vertelt:

“Op die manier raakt het hele systeem rondom zo’n beek doordrenkt van microplastic, doordat de kokerjuffers dat al tientallen jaren massaal verzamelen.”

Microplastics schaden dieren onder meer door verstoppingen in hun spijsverteringskanaal te veroorzaken of hun eetgedrag te verstoren. Dat heeft ernstige gevolgen, zowel voor individuele dieren als voor de voedselketen als geheel.

Auke-Florian Hiemstra houdt een kokertje vast uit 1971 |
Auke-Florian Hiemstra houdt een kokertje vast uit 1971 | Foto: Liselotte Rambonnet

Plastics blijven in het milieu

Dit onderzoek is één van de voorbeelden van hoe dieren omgaan met plastics in hun leefomgeving. Zo wordt plastic ook regelmatig aangetroffen in vogelnesten. Eerder onderzocht Hiemstra een meerkoetnest in een Amsterdamse gracht. In de onderste lagen vond hij zelfs plastic verpakkingen uit 1994, terwijl hogere lagen onder andere mondkapjes uit de coronapandemie bevatten. Dieren leggen zo onbedoeld een tijdlijn van zwerfplastic vast. “Het zijn niet alleen mensen die geschiedenis schrijven, ook de natuur houdt de score bij”, aldus Hiemstra.

Slijtende autobanden, plastic afval, kunstgras en plastic korrels uit de industrie zijn enkele bronnen van microplasticvervuiling. Een wellicht minder bekende vorm van plasticvervuiling is het maaien van gazons met kunststofdraad. Door wrijving breekt die draad snel af, waardoor kleine plastic deeltjes in het gras terechtkomen. De noodzaak van verbetering op dit gebied is nu groter dan ooit. Het RIVM roept op om het gebruik van plastic te verminderen, extra regelgeving in te voeren en slijtage van autobanden tegen te gaan.

Bronnen:

Bijen bedreigd door oorlog, microplastics en antibiotica

Microplastics in wolken boven Japan

©AnimalsToday.nl Imane Vossen