De zeehondencrèche in Pieterburen verkeert in zwaar weer. Het levenswerk van Lenie ’t Hart waar al duizenden zeehonden gered werden van de dood, lijkt gekaapt te worden door een alles-moet-anders denken. Een nieuwe directeur die vrijwel alle medewerkers die werkten volgens het ISO genormeerde opvangmodel van ’t Hart, verving door andersdenkenden.

Zeehondencrèche Pieterburen

Het centrum waar eerst zoveel hulpbehoevende dieren asiel kregen tot ze op krachten waren gekomen, moest nu worden omgevormd tot een ‘ uitzet-centrum’ waar de dieren sneller dan verantwoord weer terug moesten naar zee. Veelzeggend is dat de nieuwe koers vorm zou moeten krijgen onder voorzitterschap van Henk Bleker, de man die al zoveel natuurwaarden in Nederland naar de eeuwige jachtvelden hielp.

Toen Wibo van der Linde als lid van de nieuwe Raad van Toezicht meldde dat er op de zeehondencrèche geëxperimenteerd werd met zeehonden, leek me dat stug. Dat zou zo verschrikkelijk dom zijn, zo haaks op zorgen voor zeehonden. Niet alleen zou de crèche dan een proefdiercentrum worden, ook zouden donateurs massaal weglopen als ze hier kennis van zouden krijgen. Dat terwijl de crèche voor haar werk afhankelijk is van donateurs voor de kostbare zorg. Waarom zegt de nieuw aangetreden Wibo dat dan? Gebeurden er zaken die het daglicht niet kunnen verdragen? Is het daarom dat van alles gemobiliseerd wordt, tot nota bene een plastisch chirurg aan toe (Trouw van afgelopen zaterdag), om die zaken te bedekken?

De crèche heeft geen vergunning op basis van de Wet op de Dierproeven. Dus experimenteren, zou illegaal zijn. De opvang van zeehonden is letterlijk een zaak van gewicht. Gewone zeehonden worden op meerdere plaatsen in Europa opgevangen. Bij vrijlaten van jonge dieren wordt een gewicht van 35 tot 40 kg gehanteerd. De crèche hanteerde altijd 35 kg als richtlijn. Blijkbaar experimenteert de crèche nu met veel lagere gewichten. De kans dat een dier na opvang opnieuw strandt bij een gewicht lager dan 35 kg is volgens onderzoek de helft groter is dan wanneer het dier met 35 kg of meer wordt vrijgelaten. Ook uit Zweeds onderzoek uit 2005 aan 4 maanden oude pups blijkt dat ze al in de herfst minstens 26-29 kg moeten zijn. Als ze lager in gewicht zijn, dan hebben ze een minder dikke speklaag. Die dieren verliezen zoveel warmte aan het kouder wordende zeewater, dat ze dat verlies niet met energie uit vis kunnen compenseren. Ze sterven dan van honger, uitdroging en kou. De kans voor een 17 kg jong om te overleven is 63%, terwijl dat 96% is voor een dier van 32 kg. De wetenschap bevestigt dat zeehonden om zelfstandig te overleven ruim 30 kg moeten zijn. Magere dieren, die over onvoldoende spekvet beschikken terugbrengen naar zee zou een vorm van dierenmishandeling die niet past bij een zeehondencrèche.

Daarom is het de hoogste tijd de cijfers te publiceren van de nieuwe uitlaatgewichten in afwijking van het beleid dat Lenie’t Hart ruim 40 jaar voerde. Asiel en verzorging is wezenlijk anders dan de crèche omvormen tot een uitzetcentrum onder leiding van Henk Bleker.

Karen Soeters
Oprichter PiepVandaag.nl en directeur Nicolaas G. Pierson Foundation