Alaska wil vanuit helikopters 80 procent van de beren en wolven op 8.000 hectare staatsland doden onder het mom van populatiebeheer. Hiermee wil het land het aantal kariboes en elanden in het gebied verhogen. Dit plan staat lijnrecht tegenover de resultaten van het eigen, door de staat uitgevoerde evaluatie-onderzoek naar de effectiviteit van deze maatregel.

Volgens het vernieuwde beheerplan mogen jagers tot 80 procent van de beren en wolven op 8.000 hectare staatsgrond mogen doden. Het aantal zwarte beren moet worden teruggebracht tot zevenhonderd individuen. Het aantal bruine beren tot driehonderdvijfenzeventig en het aantal wolven tot vijfendertig. Milieu-organisaties noemen de maatregel ´barbaars´. Bovendien lijkt deze meer op een buitenkansje voor de zogenaamde jaagsport dan een serieuze wetenschappelijke handhaving van de dierenpopulaties in het gebied.
Jagers nemen graag kariboes als trofee mee naar huis. Het is daarom dus in het voordeel van de jagers om de populatie van deze dieren te laten groeien voor toekomstige schietevenementen. In 2023 werden er al bijna 100 beren, waaronder twintig welpen, vanuit een helikopter gedood.

Ineffectief plan met helikopters
In oktober 2024 verscheen een nieuw rapport van het ministerie van Alaska voor vis en wild, nadat de regering-Biden de regels uit het Trump-tijdperk effectief handhaafde en ook andere onmenselijke jachtpraktijken op federaal grondgebied in Alaska toestonden, zoals het doden van welpen in holen. Het rapport concludeert dat er geen gegevens zijn die de effectiviteit van het doden van roofdieren bevestigen. Het doel van eerdere beheerplannen was om de overleving van kariboekalveren te vergroten door alle beren en wolven uit gebieden met kalveren te verwijderen. Echter zijn er geen gegevens om te evalueren of dit doel is bereikt. De grootste factoren voor de afname van de kariboekudde waren ziekte, voeding en de strenge winter. Ongeveer 65 procent stierf door verhongering of uitdroging.
Bovendien vermeldt het rapport dat de volledige impact van de praktijken op de berenpopulaties onbekend is, omdat het de aantallen bruine beren niet heeft geschat voordat het doden werd toegestaan. Meer dan de helft van de bruine beren die in 2024 werden gedood, waren volwassen vrouwtjes. De vraag is of de populatie zich nog kan herstellen.
Rick Steiner, voormalig ecoloog van de University of Alaska Fairbanks werkt nu bij Public Employees for Environmental Responsibility (Peer) is tegen het vernieuwde beheerplan. Hij zegt:
“Alaska’s praktijk van het lukraak beschieten van roofdieren is zowel niet humaan als onzinnig. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat deze slachting de populaties elanden en kariboes zal doen toenemen en er is een groeiend bewijs dat het een gezonde balans tussen roofdieren en prooien in het wild verstoort.”
Geen toezicht op beheer
De staat zal bovendien geen toestemming geven om foto’s van de uitvoering van het zogenaamde natuurbeheer per helikopter te maken, onafhankelijke waarnemers aanwezig te laten zijn of het programma te onderwerpen aan een wetenschappelijke beoordeling door de federale overheid.

Aangrenzende gevolgen
Het zogenaamde populatiebeheer brengt naast dierenleed en een buitenproportionele inkrimping van de beren- en wolvenpopulaties ook andere gevolgen met zich mee. Zo heeft de National Park Service een meer dan twintig jaar durende studie naar wolvengedrag in het nabijgelegen Yukon-Charley National Reserve moeten beëindigen, omdat de wolvenpopulatie zo gering was geworden. Volgens de staat zou het jachtprogramma inkomsten generen voor jagers, maar het toerisme in het gebied is juist verminderd. Dit komt omdat de mogelijkheid voor bezoekers om intacte wolvenroedels te bekijken in het aangrenzende Denali National Park nu erg klein is. Dit is een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van de staat. Tim Whitehouse, directeur van Peer, zegt hierover:
“De hoeveelheid toeristendollars van mensen die deze roofdieren in het wild willen zien, overschaduwt elke extra toename van de inkomsten uit jachtgelden die de staat hoopt te realiseren.”
Bron:
- The Guardian
- Lees ook:
©AnimalsToday.nl Jennie Cools