Kippen veel te klein behuisd in Kipsterhokken

Het is tegenwoordig hip om woorden als ‘duurzaam’, ‘groen’,’ diervriendelijk’ en ‘dierenwelzijn’ te gebruiken en onder het mom daarvan, als zijnde een idealistisch idee,  dieren als varkens en kippen in de stad te introduceren en hen ten nadele van hun welzijn – zonder hen als individuen te behandelen – te gebruiken als productiemiddel net als in de bio-industrie.  Zo ook ‘Kipster’ die sinds kort kippen met hok verhuurt en verkoopt aan stadse mensen, verenigingen, scholen, verzorgingstehuizen, horeca, bedrijven et cetera.  

Kipster
Screenshot website

Kipster is een initiatief van pluimveehouders Ruud Zanders, Maurits Groen en Olivier Wegloop. Met woorden als ‘diervriendelijk’ en ‘hoogste biologische norm gericht op dierenwelzijn’ probeerden zij aanvankelijk hun dure hok van 590 euro met kippen aan de man te brengen. En dat lukte ook nog. Zij kregen veel publiciteit in onder andere Vroege Vogels en de Telegraaf en niemand van de pers stelde een kritische vraag over de toch wel zichtbare krappe en saaie behuizing waar de kippen in moeten leven. Geen enkele vraag over of dat kipsterhok wel echt zo ‘biologisch van de hoogste norm’ was.

Totdat een gesprek met Comité Dierennoodhulp Kipster noopte om toch wat van deze termen aan te passen op hun website. Want zeker de ren voldoet niet aan ‘de hoogst biologische normen’ zoals op de Kipster-website werd beweerd: die had dan 24 vierkante meter moeten zijn in plaats van de armzalige 4,5 vierkante meter waar 6 grote kippen in een Kipsterhok in moeten huizen. Aan de biologische norm voldoet slechts het nachthok. Tsja, ‘een foutje’ werd er tegen ons gezegd. Maar over een foutje kun je niet spreken als één van de initiatiefnemers iemand uit de pluimveesector is die heel goed alle ins en outs kent en hiermee reclame maakt. Pure misleiding. De tekst is inmiddels aangepast en is nu:

“Het exclusieve Kipsterhok is gericht op dierenwelzijn; het nachthok voldoet geheel aan de biologische normen”.

Nog altijd toch enigszins misleiding omdat menigeen zich gerustgesteld zal voelen dat hij goed bezig is voor de dieren door de woorden ‘biologisch’ en de nietszeggende kreet  als ‘gericht op dierenwelzijn’. Bovendien staat op hun website alle publiciteit die bol staat van de eerder genoemde misleiding over dat de hokken zo diervriendelijk zijn en voldoen aan de hoogst biologische norm. En dus zullen er nog altijd goedwillende mensen in tuinen.

Zo zijn er in Amsterdam al verschillende plekken waar Kipsterhokken te vinden zijn. Waar eerst door de gemeente alle kippen werden weggevangen, worden ze nu geherintroduceerd in veel te kleine hokken. Zo huizen in de royale tuin van restaurant Merkelbach in Park Frankendael in Amsterdam nu 6 grote kippen in een Kipsterhok met een ren van slechts 4,5 meter die dan ook nog eens in de schaduw onder een boom staat. Geen zonnebad voor deze kippen.

In de Eerste Boerhaavestraat huizen 18 kippen verdeeld in drie kleine Kipsterrennen. Voor wie echt van kippen houdt doet het zien daarvan pijn. Helaas is Kipster niet van plan (bleek tijdens het gesprek dat wij hadden met Ruud Zanders van Kipster) de ren groter te maken. Natuurlijk, als je het vergelijkt met een legbatterij of scharrelschuur dan hebben de kippen het inderdaad wat ruimer. Maar zelfs de minimale norm van het LICG (Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren) van de overheid  is groter: 1,5 meter voor een middelgrote kip. Met daarbij geschreven:

“Voor alle kippen geldt echter: hoe groter het leefoppervlak hoe beter”.

In de hobbysector heeft men het over een ren van 10 vierkante meter als basis om kippen te houden. Kippen houden is prima, maar geef ze dan wel de ruimte en wil je het echt goed doen: haal dan een paar gedumpte kippen uit een vogelopvang of adopteer een paar legkippen die gered zijn van de slacht Zo worden er ook geen extra haantjes gedood.

Buitengewoon treurig is het daarom dat Kipster, onder het mom van een groen idee (waar Kipster subsidie voor trachten te krijgen), kippen in de stad introduceert in veel te krappe hokken. En dat doet met de leus: “Kippen houden is een eitje”. Ja, dat is het zeker als je weinig geeft om een dierenleven en als de kip ziek is je haar dan maar doodt, of nog makkelijker: weer inruilt bij Kipster voor een andere kip. Op die manier is dieren houden inderdaad eenvoudig. Vooral als er ook nog eens een ‘Niet goed kip terug garantie’ gegeven wordt. Alsof een kip een ding is. Slechts een product. Een biobak op pootjes die je allerlei afval kunt voeren. Die je, behalve dat je het dier kunt huren, ook nog eens om kunt ruilen. En als het je niet meer bevalt, dan kan je het weer weg doen. Lekker makkelijk.

Alleen niet zo respectvol tegenover de kip. Wie de zorg voor een dier op zich neemt hoort daar ook de verantwoordelijkheid voor te dragen om er goed voor te zorgen. De kip is niet enkel een eiproductiemachine. Het is een dier met behoeften en een uniek karakter. Een dier dat ook ziek kan worden en dan dierenartskosten met zich mee kan brengen. Een kip kan zeker een heel leuk huisdier zijn, maar het heeft wel voldoende ruimte nodig om te scharrelen en om soortgenoten uit de weg te gaan. Dat kan ze in een kippengevangenis als het Kipsterhok niet.

Kipster beweert dat ze wil dat mensen en dieren zich goed voelen en dat ze kinderen respect voor dieren bij wil brengen. Maar met bovenstaande wijze van behandeling (verhuur, kleine saaie huisvesting en ruilen of doden als de kippen ziek of uitgelegd zijn) breng je bij kinderen juist het tegendeel van respect bij voor dieren. Kipster is de zoveelste leugen die zich duurzaam en diervriendelijk noemt.

©PiepVandaag.nl Sandra van de Werd Comité Dierennoodhulp