Het is een zonnige lentedag. Zo’n dag waarop mensen elkaar spontaan groeten op straat. Waarop automobilisten voetgangers voorrang verlenen bij het zebrapad. In winkels deuren worden opgehouden voor elkaar. Goed gemutst passeer ik op de weg terug van een boodschap een “hondenspeelveld”. Op slag verschijnen er donkere wolken boven mijn zonnig humeur.

omgangsvormen
Foto ©Nel van Wijngaarden

Het “speelveld” blijkt een “boksring”. Waarin een flinke krachtmeting aan de gang is. Met een overduidelijke winnaar. Die winnaar, een hond van zeker veertig kilo, houdt een jong rank hondje tegen de grond gedrukt. “Underdog” heeft zijn staart tussen zijn benen, zijn buik nat geplast en piept. “Mister Veertig Kilo” trekt zich daar niets van aan. Terwijl hij het zich gemakkelijk maakt door verder op Underdog te gaan liggen, meet hij of zijn bek ook helemaal over diens kop past. En verrek, het past!

Terwijl dit drama zich als in slow motion voor mijn ogen voltrekt, verwacht ik reactie van de eigenaars. Snel ingrijpen. Of beiden een andere kant op lopen om de honden ruimte te geven. Overleg. Of desnoods paniek. Over hoe de situatie het beste is op te lossen.

Ik kijk hun kant op. “Wat spelen ze leuk he?” zegt baasje Underdog tegen baasje Mister Veertig Kilo. Deze knikt met een grote glimlach: “Ja heerlijk, zo is hij dadelijk ook lekker moe.” Ze blijven gemoedelijk op hun bankje in de zon zitten.

omgangsvormen
Foto ©Nel vanWijngaarden

Underdog piept nu nog harder. “Excuus” roep ik, terwijl ik over het hek van de boksring stap “maar dat is geen spel”. “Ik denk dat uw hond heel blij is als hij even wat ruimte krijgt” vervolg ik, wijzend op Underdog. De beide baasjes kijken me aan. Er verschijnt een groot vraagteken boven hun hoofd. Wie is die mevrouw die het waagt iets over hun honden te zeggen? Mijn brein maakt overuren over hoe ik de situatie voor Underdog kan veranderen, zonder in een fikse ruzie terecht te komen. De zon voelt ineens veel te warm.

Vanaf de bank nog geen beweging. In Mister Veertig Kilo ook geen beweging. Is het mijn verbeelding of wordt Underdog’s tong blauw?

Een ingeving.

“Wel prachtige honden! Hoe heten ze?” Vanaf de bank hoor ik twee namen. Ik waag het er op. Ik roep hard de namen en ren enthousiast roepend van de honden vandaan. Mister Veertig Kilo kijkt op, vergeet Underdog en rent op me af. Er is iets nieuws te beleven! Terwijl Underdog naar de bank – en vervolgens hijgend daaronder – verdwijnt, houd ik Mister Veertig Kilo bezig met een balletje. Totdat zijn baasje met een boos gezicht naast me staat. Wat is dat voor raar gedrag van mij, wil hij weten. En zijn hond mag niet met ballen spelen, slecht voor zijn gewrichten. Hij lijnt Mister Veertig Kilo aan. Terwijl hij woedend weg beent hoor ik het hem boos mompelen. “Zo ga je toch niet met elkaar om!”

Ineke van Herwijnen, directeur Hondenbescherming ©PiepVandaag.nl