Honden in Spanje hebben een zwaar leven. Jagers dumpen ze, wanneer ze niet meer ‘bruikbaar’ zijn voor de jacht. Veel mensen kopen een puppy voor het gezin en verlaten het dier omdat het ze teveel tijd en werk kost. En zo zijn er meer misstanden. De honden die in dodingsstations terechtkomen, wacht meestal de dood. Gelukkig zijn er mensen zoals Rob en Linda, die in Benissa met hun privé-opvang honden redden en op zoek gaan naar een gouden mandje voor ze. Harry van Iperen interviewde Rob en Linda voor Animals Today over hun inzet voor Spaanse honden.

Opvang Spanje
Harry van Iperen: grenzeloze liefde in opvang Spanje | Foto: Harry van Iperen

Harry van Iperen: Toen ik zo’n dertig jaar geleden samen met mijn vrouw Ursula in Spanje ging wonen was het daar slecht gesteld met het dierenleven. Als dierenliefhebbers viel het ons op hoe slecht sommige Spanjaarden met honden omgingen. Er waren toen nog veel kettinghonden en de weinige asielen die er toen waren zaten boordenvol.

Nog steeds wordt er veel verdriet aangericht bij hondenbezitters als hun hond vergiftigd wordt, veroorzaakt door de onbegrijpelijke gewoonte van jagers  die in het voorjaar gif strooien in de velden rondom de dorpen, met als doel de “concurrerende” vossen uit te schakelen. Niet alleen de vossen, ook loslopende honden zijn dan vaak het slachtoffer (bekijk de documentaire over de vergiftigde hond “Jordan” op YouTube).

Honden als voorwerpen

Nog te veel Spanjaarden beschouwen een hond als een ding. Een pup vinden ze leuk om mee te knuffelen en wordt vaak als cadeautje aan de kinderen gegeven. Zodra het diertje groot wordt en de kosten voor voedsel en dierenarts stijgen, wordt het arme dier veelal op straat gezet. Als het geluk heeft komt het dan in een asiel terecht. Datzelfde geldt voor de vele jacht- en renhonden. Zodra ze vanwege ouderdom in de ogen van hun bazen niet meer presteren, worden ze afgemaakt. Gelukkig is het aantal kettinghonden gedaald, maar toch zijn nog veel asielen té overbevolkt met uitgezette honden en vooral met pups die vaak in dozen bij de vuilcontainers achtergelaten worden. De asielen hebben het nu in de coronatijd extra moeilijk. De kosten die ze maken worden maar ten dele door de betreffende gemeentebesturen betaald. Het meeste geld vergaren de asielen door donaties en met de verkoop van geschonken artikelen op rommelmarkten. Daarnaast zijn ze voor het verzorgen van de dieren afhankelijk van vrijwilligers die juist nu in hun bewegingsvrijheid beperkt worden.

Foto: Harry van Iperen

Gevolgen corona

In de asielen gaat men over het algemeen direct op zoek naar nieuwe baasjes, vaak in het buitenland. Echter, door de reisbeperkingen die er momenteel zijn opgelegd is er een groot probleem ontstaan. Vanuit Nederland en België bijvoorbeeld melden zich wél nieuwe baasjes, maar door het drastisch verminderde aantal vluchten kunnen er nauwelijks nog honden door de lucht reizen. Juist die belangstelling voor een Spaanse hond was een verlichting voor het enorme aantal honden in de asielen. Nu de doorstroming is verminderd komen er helaas steeds meer honden in de zogenaamde dodingsstations terecht. Daar wordt geen poging gedaan om een nieuw baasje te vinden. Het betekent het einde voor onschuldige dieren.

Rob en Linda

Hoewel mijn vrouw en ik in al die jaren dat we in Spanje wonen voortdurend bezig waren met de hulp aan verschillende asielen en we wel van het bestaan van de dodingsstations afwisten hebben wij ons daar nooit echt mee beziggehouden. We zijn nu blij kennis te hebben mogen maken met een Nederlands echtpaar dat dit wél doet en zich het lot aantrekt van de honden, die op zo’n afschuwelijke plek terechtkomen: Rob en Linda Overmeijer. Sinds 2014 woont dit stel (45 en 44) in Benissa aan de Costa Blanca.

Opvang Spanje
Rob en Linda | Foto: Harry van Iperen

Omdat wij wat meer over de dodingsstations te weten wilden komen vroegen we ze of ze ons wilden informeren. Daar waren ze graag toe bereid. Nadat we eerst uitvoerig spraken over de drastische veranderingen in ons leven door het coronavirus stelde ik mijn eerste vraag aan Linda, die de dagelijkse drijvende kracht blijkt te zijn in hun kleinschalige privé-asiel, met Rob als multifunctionele hulpkracht aan haar zijde.

Hoe zijn jullie ertoe gekomen om speciaal honden uit dodingsstations te halen?

Al direct na onze aankomst in Spanje zijn we ons bezig gaan houden met de hulp aan de vele zwerfhonden. Daarvóór heb ik een tijdje in een lokaal asiel gewerkt. Op een gegeven moment werden we er door een bevriend echtpaar opmerkzaam op gemaakt dat er plaatsen zijn waar de honden, als ze niet binnen een paar weken worden opgehaald, worden afgemaakt. Dat vonden we zó verschrikkelijk dat we er bij een zijn gaan kijken. We werden niet toegelaten, maar tot onze verrassing lieten ze ons foto’s zien van een aantal honden. We konden er meteen een aantal meenemen.

Worden daar werkelijk alle honden die er binnenkomen afgemaakt?

Ik geloof de meeste wel. Bij de ene gemeente gebeurt dat wat sneller dan bij de ander. Dat hangt waarschijnlijk af van hoeveel geld de gemeentes beschikbaar stellen.

Op Facebook lazen we dat jullie de honden “vrijkopen”. Betekent dit dat jullie het dodingsstation moeten betalen?

Helaas wel. We moeten 150 euro per hond neertellen. Dat vinden we belachelijk veel, omdat ze niets voor de hond doen. De honden komen daar binnen, worden in een hok geplaatst, krijgen te eten, tot de dieren het zeldzame geluk hebben dat een eigenaar zich meldt. Zo niet, dan moeten ze na de wettelijke wachttijd plaatsmaken voor nieuwkomers. Je kunt je voorstellen wat er dan mee gebeurt. Als zo’n hond bij ons terechtkomt doen we vervolgens alles wat nodig is. We laten ze door een arts testen, chippen, inenten en zorgen dat er een paspoort komt.

Wat voor plaats hebben jullie voor die honden naast jullie eigen honden? 

Onze eigen vijf honden lopen los en verblijven ’s nachts in huis. Daarnaast hebben we vier grote kennels waarin op dit moment vier volwassen honden en vijf podenco pups zitten. Hoewel ons streven is zoveel mogelijk honden uit de dodingsstations te redden nemen we in een heel bijzonder geval ook wel eens een hond op die normaal in een asiel terecht zou komen. Maar zo’n veertien honden is voor ons toch wel het maximum. Het is ook niet de bedoeling dat ze net als in een asiel lang bij ons blijven. Gelukkig zijn we er tot nu toe in geslaagd om voor meer dan honderd honden een nieuw baasje te vinden.

Zijn het gesocialiseerde en gezonde honden die jullie meekrijgen?

Vele zijn wel redelijk opgevoed, maar er zijn wel honden bij met gezondheidsproblemen, wat ons dan een hoop geld kost. Laatst hadden we er een waaraan we bijna vijfhonderd euro kwijt waren. Amigo, een oudere witte podenco die we strompelend langs de weg naar Jalon zagen lopen. Broodmager, een stuk uit zijn oor, met ontstoken ogen en vol teken Dat was voor ons een enorme strop, maar we geven, als het maar enigszins mogelijk is, elke hond een kans op een nieuw leven.

Foto: Harry van Iperen

Wat gebeurt er daarna bij jullie met de honden? Zijn er ook Spanjaarden die een hond bij jullie weg halen?

Om met het tweede deel van je vraag te beginnen: Aan Spanjaarden geven we alleen maar een hond af als we voor honderd procent zeker weten dat het echte dierenvrienden zijn. Wij zoeken bij voorkeur nieuwe baasjes in België en Nederland via onze website en facebook. De mensen kunnen daarop zien welke honden we beschikbaar hebben. Vooral de mooie en zachtaardige Spaanse podenco’s zijn erg gewild. Vandaar dat we de vijf puppies hebben opgenomen. Ze hebben overigens al alle vijf een toekomstige bestemming. Voor puppies is het geen goed begin van hun leven als ze in een asiel terechtkomen. Hoe liefdevol ze daar ook worden verzorgd, men heeft daar meestal geen tijd om ze de juiste opvoeding te geven. Vooral tijdens de inprentingsperiode is het belangrijk dat ze leren een goede huishond te worden.

Voer en dierenartsen kosten veel geld. Betalen jullie dat zelf?

Geld verkrijgen we door gedoneerde spullen te verkopen op rommelmarkten en op internet. Daarnaast krijgen we soms donaties van lieve dierenvrienden. Maar het blijft worstelen om het allemaal financieel rond te krijgen.

Je schetst het probleem dat er nu, door de coronacrisis, nauwelijks nog honden naar Nederland kunnen meevliegen. Hoe lossen jullie dat probleem op ?

Nu er te weinig vluchten zijn hebben we een bestelbusje aangeschaft waarmee we ze zelf wegbrengen. We willen de nieuwe baasjes hun hondje, waarop ze zich zo verheugen, snel blij maken. We hebben het nu drie keer gedaan. Het is een vermoeiende reis omdat we de reis, vanwege de stressvolle gebeurtenis voor de honden, zo kort mogelijk willen maken. Dus rijden we in een ruk naar Nederland. Om de reis financieel haalbaar te maken betalen de nieuwe baasjes elk tweehonderdnegentig euro en moeten het ten minste acht honden per transport zijn. Een deel van die opbrengst is voor de eerder genoemde kosten die we per dier maken. De rest voor benzine en tolwegen. Op de terugreis proberen we tegen betaling vracht mee te nemen. Half november staat er weer een transport in de planning, onder andere met de vijf pups die dan groot genoeg zijn. Het is te hopen dat corona geen spelbreker wordt.

Hoe is de overdracht in Nederland geregeld? Brengen jullie ze naar het huis van hun nieuwe baasje?

Nee, we rijden naar een van te voren afgesproken plaats. In Nederland bijvoorbeeld naar een hondenuitlaatterrein in Waalre en daar staat dan José van de Bighelaar, onze partner en medewerkster in Nederland, samen met de nieuwe baasjes op ons te wachten. De baasjes maken voor het eerst kennis met hun nieuwe huisvriend. Dat is altijd weer een vrolijke happening.

Controleren jullie ook achteraf of de honden goed terecht zijn gekomen?

Allereerst proberen we natuurlijk van te voren aan de weet te komen bij wie een hond terechtkomt. Hebben ze bijvoorbeeld al eerder een hond gehad? Of hebben ze al een huisdier, zodat de uitgekozen hond niet alleen een nieuw baasje krijgt, maar ook een maatje? Als ze dan besloten hebben voor een hond te gaan doet José standaard een huisbezoek. We zijn extra kritisch als iemand een podenco uitzoekt. Een podenco heeft ruimte nodig om te rennen. Als men in een stad op een klein flatje woont raden we aan een klein hondje te nemen. De nacontrole doet José. Zij houdt contact met de adoptanten. Als we zouden horen dat een hond slecht behandeld wordt zullen we niet aarzelen de hond terug te halen. Gelukkig hebben we tot nu toe alleen maar leuke berichten en foto’s van de nieuwe baasjes ontvangen. Dat kan je lezen op onze website.

Goed werk mensen! Natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat, maar elke druppel telt. Hoe kunnen mensen die iets voor jullie willen betekenen jullie bereiken?

Hoe bedoel je?

Er zijn wellicht mensen die ook een hond willen adopteren. Of die misschien wel financieel iets willen bijdragen.

Dat zou heel fijn zijn. Laten ze ons daarvoor opzoeken op Facebook: Grenzeloze dierenvrienden Nederland. Ze kunnen ons ook mailen: lima.spanje@gmail.com

Dank jullie Rob en Linda. Dit gesprek heeft mij de ogen geopend voor een onderbelicht probleem. Succes met jullie fantastische werk!

Na eerst nog even geknuffeld te hebben met hun nieuwste aanwinst, een enkele weken oude kitten die onbevreesd tussen de grote honden doorscharrelt, nemen Ursula en ik afscheid van Linda en Rob met een groot gevoel van bewondering voor hun grenzeloze dierenliefde.

Benissa, Spanje. Harry van Iperen

Harry van Iperen woont sinds 1991 in Benissa, Spanje, samen met zijn vrouw Ursula. Hij werkte altijd voor de asielen en nam zelfs straathonden en asielhonden in huis. In 2012 schreef hij een boekje: Bas. Mijn Hondenleven aan de Costa Blanca. Met dit boek wilden Harry en Ursula het volgende meegeven: koop geen modehond, maar neem er een uit het asiel. Het boek werd ook naar het Engels en Duits vertaald. Er werden in totaal 800 exemplaren verkocht waarvan de netto-opbrengst verdeeld werd onder diverse asielen (alle exemplaren zijn verkocht en het boek wordt niet meer herdrukt). De Telegraaf vond dit een mooie reden om Harry uit te te roepen tot Dierenvriend van de Week. Aan het eind van 2013 werd hij genomineerd voor de titel Dierenvriend van het Jaar. 
©AnimalsToday.nl