In Indonesië is een vrouwtjes orang-oetan uit een levensbedreigende situatie gered, nadat ze werd beschoten met een persluchtpistool. De toedracht van het incident is nog onbekend. Men vermoed dat het om een vergeldingsactie van lokale boeren gaat, of om een poging haar jong te stelen.

Orang-oetan
Orang-oetan gered na 74 keer te zijn beschoten | Foto: Pixabay

Orang-oetans hebben het moeilijk om te overleven in een wereld waar de mens steeds meer ruimte opeist en hun natuurlijke leefomgeving kleiner wordt. Door de versnippering en het verdwijnen van stukken regenwoud, komt het steeds vaker voor dat de roodharige mensapen uit het bos tevoorschijn komen en hun heil zoeken op boerderijen en plantages. Boeren zien dit als een bedreiging voor hun oogst en zo ontstaan conflicten tussen aap en mens.

Conflict tussen mens en dier

Ook de 30-jarige Hope, een orang-oetan vrouwtje met een jong van één maand oud, werd waarschijnlijk de dupe van een dergelijk mens-dierconflict. Samen met haar jong werd Hope in kritieke toestand aangetroffen onder een jackfruitboom die deel uitmaakt van een plantage op het Indonesische eiland Sumatra. De orang-oetan bleek 74 keer geraakt door kogels uit een persluchtpistool. Natuurbeschermers waren in staat Hope te redden, maar kwamen helaas te laat voor haar jong. Dat stierf aan ondervoeding.

De redenen voor het afvuren van de schoten op aap Hope zijn nog niet bekend, maar een reeks eerdere fatale aanvallen op apen wordt toegeschreven aan boeren en jagers. Het conflict tussen mensen en orang-oetans vormt een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van de zeldzame apensoort. De dieren leven overwegend solitair en planten zich langzaam voort; vrouwtjes krijgen pas tussen de 10 en 15 jaar hun eerste jong. Zodoende worden er niet veel jongen geboren en nemen de aantallen in het wild levende dieren af.

Handel in jonge dieren levert grof geld op

Waar jongen normaal gesproken garant zouden moeten staan voor het voortbestaan van de soort, een soort waarvan er momenteel nog maar zo’n 100.000 individuen in het wild leven, lopen ook zij echter gevaar. Aan de handel in jonge orang-oetans wordt namelijk grof geld verdiend. Soms is ook de maffia bij die handel betrokken.

Sapto Aji Probowo, hoofd van het Aceh Conservation Agency, licht toe waarom er twijfels zijn over de toedracht van het incident met Hope en haar jong:

“Een lokale bewoner vroeg ons om compensatie, omdat hij zou zijn aangevallen door een volwassen orang-oetan. Het bleek echter dat deze persoon had geprobeerd de baby orang-oetan weg te nemen.”

De zaak zal verder worden onderzocht.

Baby orang-oetans worden gestolen met de bedoeling ze als huisdier te houden of te verhandelen. Het wordt in Indonesië en sommige andere landen als een statussymbool gezien om een orang-oetan te bezitten, zelfs al is het bezit van zo’n dier in Indonesië strafbaar.

Jonge dieren worden zodoende geëxporteerd naar Thailand, Maleisië, Singapore en Taiwan. Ze zijn relatief makkelijk te trainen en worden leuk gevonden omdat ze veel op mensen lijken. Wanneer de baby’s te groot worden en niet meer makkelijk handelbaar zijn, eindigen ze echter vaak in een kooi.

Bescherming leefgebied van groot belang

Hope is een wilde orang-oetan en kan na haar herstel als het goed is weer zonder problemen worden vrijgelaten. De rehabilitatie van dieren uit gevangenschap is daarentegen moeilijk en arbeidsintensief. Zo’n proces kan tot wel acht jaar duren. Tamme apen zijn vaak getraumatiseerd en kunnen niet van de een op de andere dag zelfstandig in het wild overleven. Ze moeten het leven in een kooi weer ‘ontwennen’.
Voor de dieren die uiteindelijk weer vrijgelaten kunnen worden in de natuur, is het noodzakelijk hun leefgebied te beschermen. Zodat zijzelf of hun nakomelingen niet alsnog de dupe worden van ontbossing, goudwinning, conflictsituaties of stroperij. Alleen zo kan hun voortbestaan worden gegarandeerd en kunnen dieren als Hope en haar jong ongestoord hun gang gaan.

Bronnen: Africa News, Save the OrangutanYoung People’sTrust For the Environment ©Animalstoday.nl Merel Roks