Hoe goed dieren zich soms kunnen aanpassen, blijkt uit een onderzoek naar egels in Regent’s Park in Noord-Londen. De stekelige beestjes, die in de buurt van andere Londense parken massaal worden doodgereden, overleven juist uitstekend in deze groene buffer. Waardoor dit komt? Ze hebben geleerd drukke wegen te vermijden.

Regent's park
© Rollin Verlinde, Vilda natuurfotografen

Het verkeer is de grootste oorzaak van de enorme daling van het aantal egels in Groot-Brittannië. Waren er in de jaren ’50 nog zo’n 36,5 miljoen, tegenwoordig wordt de landelijke egelpopulatie geschat op minder dan een miljoen dieren.

Vanzelfsprekend zijn stedelijke gebieden extra gevaarlijk voor deze nachtdieren en in een metropool als Londen zijn hun overlevingskansen al helemaal nihil. Toch ziet het ernaar uit dat een egelfamilie in Regent’s Park slimmer is dan hun soortgenoten in andere grote parken in Londen zoals St. James’s Park, Hyde Park, Green Park en Kensington Gardens. De egels uit Regent’s Park vermijden de drukke wegen die het omringen namelijk wel.

Clare Bowen, Royal Parks Foundation:

“We hebben een aantal dieren gezenderd, waardoor we een goed idee hebben van waar zij zich bevinden. We hebben geen enkele keer geconstateerd dat ze het park verlaten of de hoofdwegen oversteken. Ook krijgen we geen meldingen van platgereden egels rondom Regent’s Park. Dit wijst erop dat ze uit de buurt blijven van drukke wegen.”

Deze stichting van koninklijke parken ontdekte de bijzondere egelpopulatie tijdens een onderzoek in 2014. Hierop werden direct maatregelen genomen om het park egelvriendelijker te maken, waaronder hoe vaak er gemaaid wordt en waar.

Parkmanager Nick Biddle:

“De uitkomst van het onderzoek heeft geleid tot een wijziging in habitatmanagement. Grasvelden die grenzen aan heggen laten we langer groeien om een rijkere omgeving te bieden. Hiermee maken we het egels makkelijker op zoek te gaan naar voedsel en nesten te bouwen. De bevindingen uit Regent’s Park delen we ook met andere stedelijke groene ruimtes om te helpen meer egelvriendelijke plekken te ontwikkelen.”

De egels werden gevolgd met warmtecamera’s, zenders en gps. Dit toonde aan dat ze elke nacht zo’n 1,5 kilometer aan de wandel gaan, op zoek naar slakken, kevers en andere ongewervelde beestjes en dat ze de voorkeur geven aan plekken met veel gras. Momenteel vindt meer onderzoek plaats om uit te zoeken hoe de dieren nog meer ondersteund kunnen worden en hoe ze de vele mensen en honden die jaarlijks het park bezoeken weten te vermijden. Een van de belangrijkste doelstellingen is om bezoekers te informeren over de egelpopulatie, zodat ze ze in de toekomst willen helpen beschermen.

Bron ©PiepVandaag.nl Angelique Lagarde