Voor het derde jaar op rij organiseert de Zoogdiervereniging samen met Vroege Vogels, de Jaarrond Tuintelling en Waarneming.nl de Mollentelling. Tijdens deze telling vragen we iedereen uit te kijken naar mollen(sporen) en deze door te geven. Het doel is om de verspreiding van de soort in kaart te brengen. Dit jaar hopen we vooral meer te leren over het voorkomen van mollen in stedelijke gebieden.

mol
Doe mee met de Mollentelling XL: 13 t/m 21 februari | Foto: Pixabay

De Mollentelling gaat van start op zaterdag 13 februari en loopt dit jaar de hele week door, tot en met 21 februari. Vanwege de omstandigheden met hoog water en de laag sneeuw die Nederland bedekt, hebben we besloten om de telling dit jaar te verlengen. Deze weersomstandigheden maken het bovendien extra interessant om te letten op mollen in de stedelijke gebieden. Verderop in dit bericht meer hierover.

Meedoen aan de Mollentelling kan op verschillende manieren. Waarnemingen van mollen of mollensporen, zoals molshopen, kun je doorgeven via het speciale mollenmeldpunt of in de tuin via de Jaarrond Tuintelling. Het belangrijkste is om de locatie, datum en type waarneming (molshoop, levende of dode mol) door te geven. Sta je bij een veld met veel molshopen? Maak dan een schatting van het aantal molshopen en voer dit getal bij het mollenmeldpunt in bij ‘Aantal individuen’. De verzamelde data wordt opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).

https://twitter.com/ZMaashorst/status/1359052128807976962

Waar komt de mol voor?

De mol komt op veel plekken in Nederland voor. Omdat je zelden (levende) mollen ziet en omdat we niet weten hoeveel molshopen een mol maakt, is het moeilijk om iets te kunnen zeggen over aantallen. Door de mollensporen, zoals molshopen, door te geven krijgen we echter wel een steeds beter beeld van de verspreiding van de soort.

Extra aandacht voor mollen in de stad

Aangezien er nog weinig bekend is over het voorkomen van mollen in steden en stadsparken roepen we dit jaar op om juist in deze gebieden te zoeken naar molshopen en jouw waarnemingen in te voeren. Waar veel gebieden nu onder water staan, is dit in de stedelijke gebieden niet het geval. Let daarom tijdens je lunchwandeling door het stadspark of het uitlaten van de hond eens op of je molshopen kunt spotten en geef ze door! Uiteraard is iedere waarneming waardevol, ook die buiten de stedelijke gebieden.

Levenswijze en voedsel

De mol (Talpa europaea) leeft bijna zijn hele leven onder de grond en is zowel overdag als ’s nachts actief. Door zijn speciale rechte haarinplant kan de mol even gemakkelijk voor- als achterwaarts door de gangen bewegen. Mollen kunnen ook goed zwemmen en klimmen. De mol leeft alleen en elke mol heeft een eigen gangenstelsel dat tegen soortgenoten wordt verdedigd. In de paartijd (februari tot april) gaan mannetjes op zoek naar vrouwtjes. Ze verlaten dan hun territorium en graven lange mollenritten, totdat ze een territorium van een vrouwtje hebben gevonden. In deze periode zie je dan ook meer molshopen verschijnen. De omvang van het territorium is sterk afhankelijk van het voedselaanbod. De mol eet uitsluitend dierlijk voedsel. Het gangenstelsel van de mol werkt als een val voor ongewervelde dieren: tijdens voedselrondes door zijn gangenstelsel verschalkt hij de dieren die in de gangen zijn gevallen. Het belangrijkste voedsel is de regenworm. Daarnaast eet de mol ook larven, insecten, spinnen en slakken en soms zelfs jonge muizen of eieren. Per dag eet de mol zo’n vijftig procent van zijn lichaamsgewicht, wat neerkomt op ongeveer vijftig gram.

Schade, overlast en bestrijding

Mollen worden vaak in een adem genoemd met schade, overlast en dus bestrijding. Echter heeft de mol ook hele nuttige functies en is het een belangrijk onderdeel van het ondergrondse ecosysteem. De mol zorgt met het graven van zijn gangenstel voor een goede beluchting van de grond en voor een betere drainage. Mocht je écht geen behoefte hebben aan een mol in je tuin en wil je hem verwijderen? Dan is de kans groot dat vervolgens een andere mol de plek ontdekt en (nog meer) gangen gaat graven. Op de meeste plekken heeft het daarom weinig nut om mollen te bestrijden. Uit onderzoek van Water Natuurlijk is bovendien ook gebleken dat de veiligheid van dijken niet in het geding komt bij het wegvangen van minder mollen. Dit heeft geleid tot een aanpassing van het beleid bij het waterschap Hollandse Delta waardoor het aantal gedode mollen fors is gedaald.

Meer weten?

Het blijft een mysterieus dier, maar inmiddels is er ook al veel bekend over (het leven van) de mol. Op onze website vind je meer informatie. Speciaal voor de aankomende Mollentelling hebben we een aantal veelgestelde vragen over de mol, maar ook over de telling, verzameld. De antwoorden op deze vragen vind je hier. Staat jouw vraag er niet tussen? Neem dan contact op met de Zoogdiervereniging.

De Mollentelling wordt mede mogelijk gemaakt door de NDFF en BIJ12.

Bron: