De bever is officieel beschermd. Toch is er in Groningen een doodgeschoten ‘om risico’s te voorkomen’. Bescherming blijkt in Nederland vaak voorwaardelijk: zolang dieren ons maar niet in de weg zitten. Krijgt een dier het label ‘overlast’, dan volgt al snel de kogel. Wolven die een hek weten te nemen, bevers die dammen bouwen; telkens volgt dezelfde reflex. In plaats van beleid dat oorzaken aanpakt, kiest men voor korte termijn en symptoombestrijding.

Ondertussen kijkt men er in Groot-Brittannië heel anders tegenaan. Daar zijn bevers bewust uitgezet en juist beschermd, omdat ze een sleutelrol spelen in het vasthouden van water, het voorkomen van overstromingen en het herstellen van ecosystemen. Terwijl Nederland kiest voor de kogel want bevers geven ‘overlast’, ziet het VK de bever als bondgenoot in de strijd tegen de klimaatcrisis.
.
Doden als standaardoplossing
Het doden van beschermde dieren is in Nederland allang geen uitzondering meer en niet-beschermde soorten, zoals de gans, betalen die prijs al veel langer. Ganzen worden massaal vergast of afgeschoten, omdat ze neerstrijken op de eiwitrijke graslanden die men zelf heeft aangelegd. Rond Schiphol leidt dat tot de grootste ingrepen: in plaats van het landschap onaantrekkelijk te maken, worden ganzen bestempeld tot gevaar en geëlimineerd. Terwijl dit de oorzaak totaal niet wegneemt: het is dweilen met de kraan open, met gigantisch veel dierenleed tot gevolg.
.
Beschermd, maar vogelvrij
Hetzelfde geldt voor de beschermde wolf. Eerst kreeg hij alle ruimte om zich te vestigen, zonder duidelijk beleid voor de samenleving hoe hier mee om te leren gaan. Maar zodra hij een hek weet te nemen en een schaap doodt, klinkt opnieuw het besluit: afschieten. In plaats van lessen trekken en te werken aan betere hekken, grijpt men naar de snelste oplossing. Een wolf die zich niet houdt aan onze voorschriften moet dood. Ook als de voorschriften niet deugen en een volgende wolf hetzelfde kunstje flikt.

Alternatieven bestaan
Het patroon is zichtbaar: zodra een dier de mens confronteert met zijn aanwezigheid, verdwijnt de bescherming. De bever die gangen graaft, de gans die gras graast, de wolf die jaagt; telkens volgt dezelfde uitkomst. Terwijl er alternatieven zijn. Voor ganzen: pas het landschap aan, gebruik lasers of drones. Bij wolven: leer bij en verbeter je hekken, hang linten op of maak lawaai. Voor bevers: kijk naar landen die hen inzetten voor water- en landschapsbeheer, creëer kunstmatige burchten en zorg voor voldoende aangelegde doorgangen onder essentiële infrastructuur.
.
.
Dat die alternatieven bestaan, maar nauwelijks serieus worden overwogen, maakt duidelijk dat het woord ‘beschermd’ in Nederland een voorwaardelijke lading heeft gekregen. Beschermd, tenzij de mens vindt dat het lastig wordt. Dit roept de vraag op welke dieren er nog meer op die lijst gaan belanden. Vogelvrij wegens ‘overlast’. Mensen lijken tenslotte altijd wel ergens last door te ondervinden.
.
.
Nederland is trots op de bescherming van soorten, maar zodra de belangen botsen, van landbouw, waterbeheer, verkeer of Schiphol, blijken dieren vrijwel altijd het onderspit te delven en worden in de opinie al snel vogelvrij verklaard.
Mens altijd boven beschermde dieren
De bever in Groningen is inmiddels dood. Maar de vragen blijven: wanneer maakt men de stap van korte termijn naar langetermijndenken? Van het elimineren van dieren naar het benutten van hun rol in een gezond ecosysteem? Wanneer gaan we leren van het buitenland? Waarom bewust beginnersfouten maken bij nieuwe soorten omdat we het wiel zelf willen uitvinden? Want uiteindelijk geldt dit niet alleen voor de bever: élk dier heeft een rol in het systeem, een rol die de mens keer op keer verstoort met kortetermijndenken. Tot die tijd is bescherming in Nederland vooral een belofte op papier, die snel aan waarde inboet. Opvallend daarbij is dat het vertrouwen in de overheid in een gelijke neerwaartse spiraal zit.
Bronnen:
- AD
- The Guardian
- Provincie Groningen
- Lees ook op AnimalsToday:
.
©AnimalsToday.nl Mariska van Geelen




