Ziekmakende korte hondensnuiten straks verleden tijd 

Minister Schouten van Landbouw heeft strenge criteria voor het fokken van kortsnuitige honden opgesteld. Daarmee krijgen handhavers als de NVWA en de Landelijke Inspectie Dienst eindelijk duidelijke criteria om fokkers van ernstig doorgefokte kortsnuitige honden aan te pakken. Binnen enkele generaties zullen ziekmakende korte hondensnuiten tot het verleden behoren.

Kortsnuitige honden zoals de mopshond de Franse buldog hebben allerlei aandoeningen door hun veel te korte snuit en gedrongen bouw. Het grootste deel van deze honden heeft chronische ademnood en kan niet natuurlijk zwanger worden of bevallen. De karakteristieke neusplooi veroorzaakt huid- en oogontstekingen. Deze honden lijden enorm onder de fysieke kenmerken waar ze doelbewust op worden gefokt. Dit is in strijd met het artikel 3.4. Houders van Dieren en deze fokpraktijken zijn dus illegaal.

Nieuwe wapens tegen fokkers

Sinds 2014 wijst Dier&Recht de overheid op de wijdverbreide overtredingen in de rashondenwereld. De tientallen handhavingsverzoeken die Dier&Recht heeft ingediend bij de NVWA werden niet of nauwelijks opgevolgd vanwege een gebrek aan duidelijke criteria. In 2017 sprak de dierenrechtenorganisatie met het ministerie om het probleem op te lossen. Kelly Kessen, dierenarts bij Dier&Recht:

“De invoering van strenge eisen is al jarenlang ons speerpunt. Dat ze er nu eindelijk zijn is een overwinning voor de honden en wij rekenen er dan ook op dat er op vergelijkbare wijze gecontroleerd gaat worden in de raskattenfokkerij.”

Aanpakken en uitbreiden

Als er inderdaad gehandhaafd wordt zijn de kortsnuitige honden enorm geholpen met deze nieuwe regels. Er zijn echter vele andere schadelijke uiterlijke kenmerken die niet genoemd worden. Kessen:

“Rassen met overmatige huidplooien, een extreem lange rug en korte pootjes of kaalheid leven een onnodig lijdzaam bestaan. Wij vinden dat ook deze dieren geholpen moeten worden en blijven aandringen bij de minister om dit aan te pakken en de eisen verder uit te breiden.”

Bron:

• Persbericht Dier&Recht