Dat het oceaanwater steeds warmer wordt door de CO2 die we uitstoten, dat was al bekend. Nu hebben Nederlandse onderzoekers ontdekt dat de CO2-uitstoot ook het oceaanwater steeds zuurder en daarmee lawaaiiger maakt. En dat kan grote gevolgen hebben voor het zeeleven.

oceaanwater
Verzuring van oceaanwater door CO2 zorgt voor meer lawaai | Foto: publiek domein

Nederlandse onderzoekers ontdekten dat verzuring van het zeewater door CO2-uitstoot de oceaan lawaaiiger maakt. En dat is slecht nieuws voor walvissen, dolfijnen en zelfs de larfjes van schelpdieren. Het kan betekenen dat dieren die communiceren via relatief zachte geluiden elkaar niet meer horen tussen het lawaai, of dat prooidieren hun belagers niet meer aan horen komen.

Geluid in oceaanwater

Door de CO2-uitstoot verzuurt de oceaan steeds een beetje meer. Zuurder water remt geluid minder af, waardoor het geluid van bijvoorbeeld scheepsschroeven veel verder draagt. Het lawaai en de verzuring worden volgens de onderzoekers vooral veroorzaakt door scheepvaart, transport, olie- en gasexploitatie, defensieactiviteiten, toerisme, visserij, windparken en constructie langs de kust.

walvissen
Walvis | Foto: Pixabay

Vijf keer zo hard

In het onderzoek dat in het wetenschappelijke tijdschrift PeerJ is gepubliceerd, maakten de onderzoekers gebruik van theoretische modellen om de verzuring te voorspellen op basis van verschillende klimaatscenario’s van het internationale klimaatpanel IPCC. Zelfs onder het meest gunstige toekomstscenario zal het geluid in de oceaan met 7 decibel toenemen. Hoewel dat niet klinkt als veel, legt oceanograaf Luca Possenti van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (Nioz) uit dat het toch een groot effect heeft.

“Maar omdat decibellen volgens een aparte, zogeheten logaritmische schaal werken, telt dat toch flink op. Een verschil van 7 decibel komt onder water overeen met een bijna vijf keer zo hard geluid.”

Geluidstunnels in oceaanwater

Niet alleen verzuring zorgt voor steeds lawaaiigere oceanen, zo blijkt uit het onderzoek. Door de opwarming van de atmosfeer en het smelten van ijs in Groenland en rond de Noordpool, voorspellen de scenario’s ook dat de stroming in de noordelijke Atlantische Oceaan kan veranderen. Nu stroomt er warm oceaanwater uit het zuiden richting Groenland. Daar koelt het af en keert het langs de bodem weer terug naar de evenaar. Doordat er een enorme hoop zoet smeltwater bij komt, wordt die vervoering van water mogelijk afgeremd. Volgens de berekeningen uit het onderzoek ontstaan er dan meerdere temperatuurlagen die dan fungeren als tunnels voor geluid. In zulke tunnels reist geluid veel verder, met name op de diepten waar de meeste walvissen zwemmen. Tot slot voorzien de onderzoekers dat er tegen het eind van de eeuw sowieso veel meer scheepvaart zal zijn. Los van de effecten van klimaatverandering neemt de hoeveelheid lawaai in de oceanen waarschijnlijk dus al toe.

Smeltend landijs | Foto: publiek domein

Aanpassen zeeleven

Het zijn vooral de lage tonen die ver reiken onder het oceaanwater, zoals de brommende motoren van vrachtschepen en de zware klappen van heimachines die de fundering voor windparken aanleggen. Maar ook de lage registers van bultruggen reiken dan verder, al is dat niet per se een voordeel voor de walvissen. “De walvissen realiseren zich misschien niet dat het geluid dat ze straks horen helemaal niet van de buurman is, maar van een soortgenoot een enorm stuk verder op de oceaan”, zo legt oceanograaf bij NIOZ Lennart de Nooijer uit.

“Het akoestisch landschap gaat drastisch veranderen en daar moeten heel veel dieren onder water zich aan aanpassen. Als ze dat ten minste kunnen.”

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Sophie Jongma