Kittens zijn zo leuk en vertederend dat het moeilijk voor te stellen is dat zo’n schattig diertje kan uitgroeien tot een asociale, agressieve, gestreste kater. Toch bestaan er bij veel katten gedragsproblemen die hun oorsprong hebben in de kittentijd. En die gedragsproblemen zijn vaak weer een reden om een kat af te staan. 

Als een kitten bijvoorbeeld te vroeg wordt weggehaald bij moeder en nestgenoten mist het een belangrijk deel van zijn ontwikkeling. Niet al het gedrag dat een kat later nodig heeft is namelijk aangeboren, sommige dingen moeten worden geleerd. Kittens moeten bijvoorbeeld net als kinderen sociale vaardigheden leren. Ook moeten ze leren omgaan met frustratie en leren hun agressieve impulsen te beheersen. Daarvoor is contact met moeder en nestgenoten nodig.

kitten 6 weken
Dit kitten is 6 weken en mag nog niet bij moeder en nestgenootjes weg.
(Foto: Carin van den Bergh)
kitten 10 weken
Hier is het kitten 10 weken; nu zou het geplaatst mogen worden, het liefst samen met een nestgenootje. (Foto: Carin van den Bergh)

Wat de juiste leeftijd is om een kitten uit het nest te halen is niet gemakkelijk aan te geven. Het verschilt eigenlijk per kitten en is afhankelijk van de omgeving waarin het kitten opgroeit en de omgeving waar het kitten naar toe gaat (zie het Kittenkompas). Als je een kitten gaat uitkiezen, is het in ieder geval handig als je zelf de leeftijd van een kitten kan inschatten. Op internet worden namelijk nog steeds veel kittens aangeboden onder de wettelijk toegestane scheidingsleeftijd van 7 weken. Op www.kittenleeftijd.nl kun je zien hoe een kitten zich per week ontwikkelt en kun je bekijken of het kitten zo oud is als de verkoper beweert.

Minstens net zo belangrijk als een niet te vroege scheiding, is een goede socialisatie met mensen, kinderen en huishoudelijke geluiden. Een kitten kan nog zo lang in het nest worden gehouden, als het in de eerste levensmaanden nauwelijks contact heeft gehad met mensen, kinderen en geluiden, zal het uitgroeien tot een angstige en stressgevoelig kat. Een kitten hoort op te groeien in een nestje in de woonkamer en niet in een prikkelarme schuur, bijkeuken of kattenkamer.

Als laatste speelt natuurlijk de opvoeding door de eigenaar een rol. Het kitten moet leren wat wel en niet mag en de eigenaar moet daarbij consequent zijn. Een heel belangrijke opvoedkundige les voor het kitten is dat handen bedoeld zijn om te aaien en niet om mee te spelen. Het is misschien verleidelijk om het kitten met de handen uit te dagen, maar daarmee leer je hem dat het oké is om handen aan te vallen. Dit kan later tot serieuze problemen leiden waarbij niet alleen de eigenaar de dupe is, maar ook de kat. Een enkeltje asiel ligt dan helaas al snel op de loer.

©PiepVandaag Yvon Sweere, Psycholoog en gedragstherapeut voor katten