Een rapport van het Centraal Veterinair Instituut over uitbraken van vogelgriep bevestigt een vermoeden van de Dierenbescherming: er wordt eenzijdig gewezen naar bedrijven die dieren vrije uitloop bieden als schuldige voor insleep van de ziekte. Er zijn ook besmettingen van dieren die de buitenlucht nooit zien. Demissionair staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zond het rapport vorige week toe aan de Tweede Kamer.

Kip
Foto: WikiMedia Commons

Het intensieve houdsysteem van de sector wordt volgens het rapport te weinig in ogenschouw genomen als oorzaak van besmettingen. Bedrijven met een vrije uitloop hebben wel een elf keer grotere kans om geïnfecteerd te worden met een van de varianten van vogelgriep. Maar een verhoogd risico op introductie van laagpathogene vogelgriep, waarvan de besmette dieren zelf niet ziek worden en die ook niet kan overspringen op de mens, is niet voorbehouden aan pluimvee met vrije uitloop.

Zo hebben kalkoenbedrijven een zeven en eendenhouderijen een 23 keer grotere kans dan kippenbedrijven op uitbraken van een variant van vogelgriep, terwijl de betreffende diersoorten altijd binnen worden gehouden. Het is volgens de Dierenbescherming dan ook logisch en terecht dat Bleker de sector oproept maatregelen te nemen die het risico op infectie verder verkleinen zonder dat zij de dieren lange perioden achtereen binnenhouden.

Bleker concludeert aan de hand van het rapport tevens dat het risico op besmettingen met laagpathogene vogelgriep op pluimveebedrijven met vrije uitloop niet direct gecorreleerd kan worden aan de aanwezigheid van wilde vogels. Het mechanisme van introductie van vogelgriep op pluimveebedrijven blijft onduidelijk.

Het rapport van het Centraal Veterinair Instituut  is hier te lezen.

Bron ©PiepVandaag.nl