Maarten ReesinkDit weekend vierde het Radio 1-programma Vroege vogels haar 33 1/3ste verjaardag. Die enigszins curieuze maar aanzienlijke periode is een opmerkelijke prestatie: voor een grote en trouwe schare luisteraars is het programma een inmiddels niet meer weg te denken begin van de zondagmorgen. Wat in al die tijd alleen maar vreemder is geworden is dat Vroege vogels het enige langlopende programma over dieren, natuur en milieu is. Zowel op de radio als op de tv.

En als het op onze televisie al eens over dieren gaat, dan gaat dat bijna altijd ook nog eens om heel ‘speciale’ gevallen: een zielige olifant die in de gracht van zijn verblijf in de dierentuin terecht is gekomen bijvoorbeeld, of natuurlijk Happy Feet, die gered, geopereerd en bijna dood geknuffeld werd, om vervolgens voorgoed letterlijk en figuurlijk uit beeld te verdwijnen. Individuele gevallen, waarbij zo goed als elke verwijzing naar meer structurele problemen die de omgang met de natuur om ons heen en de gevolgen daarvan verloren gaat in de even oprechte als hypocriete gevoelens van mededogen en barmhartigheid die het grote publiek even in de greep houden.

Dat was ook één van de redenen om in 2008 met omroep Piep! te beginnen: de wonderlijke constatering dat de publieke omroep, ondanks het meer dan diverse bestel, geen ruimte weet te vinden om enige structurele aandacht te besteden aan dit onderwerp. Ja, wordt er dan gezegd, maar het onderwerp trekt gewoon geen groot publiek. Nu, op de radio bewijst Vroege vogels dus het tegendeel. En op de televisie trok de BBC-serie “Life” op prime time op Nederland 1 afgelopen zomer (!) standaard een publiek van meer dan een miljoen kijkers – kijkcijfers waar iemand als Paul de Leeuw zelfs nu in de wintertijd op de zaterdagavond op dezelfde zender slechts van kan dromen.

Toch blijft het op de Nederlandse televisie oorverdovend stil als het om dieren gaat. Vergelijk dat eens met bijvoorbeeld de Belgische en Duitse publiek omroep, om nog maar te zwijgen van de Britse televisie. Die laatste programmeert praktisch elke avond op BBC1 of BBC2 in prime time minimaal een uur aan dieren- en natuurseries. Dat kan variëren van traditionele natuurdocumentaires over het regenwoud of de polen via meer participerende vormen van journalistiek over natuur en milieu in eigen land tot allerlei andere (meng)vormen. Kortom: in Engeland is Piep (lees: de natural history-afdeling van de BBC) één van de belangrijkste ‘omroepen’. Er is dus wél een publiek voor.

En: er is ook een publiek belang mee gediend, nu we langzaam maar zeker gaan inzien dat de dieren-, natuur- en milieucrises die ons nog te wachten staan die van de kredietcrisis zullen doen verbleken. Dat we daar op de Nederlandse televisie nauwelijks een spoor van terug kunnen vinden is wellicht te verklaren uit ons nog altijd verzuilde bestel, waardoor geen enkele omroep zich echt geroepen voelt een publieke zaak als deze op te pakken: de Q-koorts, de ganzen, de conflicten met Europa vanwege het desastreuze natuurbeleid van Bleker, het zijn immers geen katholieke, liberale of socialistische zaken, dus waarom aan dit soort heikele kwesties je handen branden? Zo blijft Vroege vogels wat de dieren betreft vooralsnog de ‘excuusmus’ van de Nederlandse publieke omroep.

Maarten Reesink
Docent Media en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.