Erno EskensHoe moet het nu verder met de everzwijnen, nu Albert Uderzo deze week is gestopt met het tekenen van Astrix en Obelix? Zullen we Obelix ooit nog met twee zelfgevangen wilde zwijnen onder zijn armen zien banjeren? En zal de laatste pagina nog wel een feestmaal bevatten met een paar gebraden exemplaren? Misschien wel, want Uderzo heeft inmiddels een opvolger. Maar omdat de nieuwe tekenaar de strip ‘tijdgeestbestendig’ wil maken, kan het einde van de getekende everzwijnen nabij zijn, want de jacht past niet meer bij deze tijd. Vooral jonge lezers ergeren zich eraan.

Dat laatste blijkt uit de werkstukken die scholieren op het web zetten. Ik mag dat soort werkstukken graag lezen. Ze zijn een groot genot voor de liefhebber van artistieke spelling, complexe gedachtesprongen, vernieuwende stijlvormen en met verse tegenzin geschreven stukjes proza. ‘Ik koos dit onderwerp omdat het over een gewerveld dier moest gaan’, schrijft eersteklasser Jelte van der Zee bijvoorbeeld. ‘Daarom ga ik jullie eens even op de vragen beantwoorden hoe de dieren leven en voortplanten en wat ze voor de mens ondermeer betekenen.’ De creatieve schrijver constateert dat ‘mensen vaak niet stilstaan bij het belang van een wild zwijn. Maar wel bij dat van een varken omdat ze daar weer hun maag mee kunnen vullen. Ze zien het wilde zwijn vaak maar als een onbelangrijk plaatsnemend dier. Maar dat is de mens zelf want de mens heeft op het moment de grootste macht in het dierenrijk.’ Uiteraard mag dat ‘een onbelangrijk plaatsnemend dier’ volgens Jelte geen onschuldig zwijn ‘dat tevens nog elegant en mooi is’ omleggen. Er valt wat af te dingen op de redeneertrant, maar de emotie in dit werkstuk is helder. Daar heeft onze nieuwe Asterix en Obelix-tekenaar rekening mee te houden.

EverzwijnSoms hebben kinderen ook verrassend pragmatische argumenten tegen de zwijnenjacht. ‘Al 30 jaar wordt er op los geknald en gevoerd en toch zijn er steeds meer zwijnen’, lezen we op Kinderpleinen.nl. Het is een nuchtere constatering. Zelfs nu jaarlijks ongeveer tachtig procent van alle wilde zwijnen jaarlijks wordt afschoten, blijven de dieren inderdaad voor overlast zorgen. Een grootschaliger afschot is nodig, zeggen de jagers, om akkers te beschermen en aanrijdingen te voorkomen. Maar achtste-groeper Joris Weijns weet al uit te leggen dat dit een nogal omslachtige manier van doen is. Als die jagers nou eens zouden stoppen met het bijvoeren van zwijnen in de winter, dan zouden we in de lente ook niet zo onnatuurlijk veel jongen krijgen. Conclusie: ‘Wat misschien het beste is, dat is om niet meer bij te voeren ook niet meer te jagen.’ Een kind kan het begrijpen.

Een kind kan ook begrijpen dat de meeste aanrijdingen een direct gevolg zijn van de jacht. Door al het geknal voelen de zwijnen zich niet meer veilig in hun eigen territorium. Ze zoeken de randen van hun leefgebieden op en steken wegen over. Dat laatste zie je bij Asterix en Obelix ook al gebeuren. Zodra Obelix in de buurt komt, stormen de everzwijnen in wilde paniek over de zandpaden. Grappig getekend, dat wel. Maar als het op onze verharde wegen gebeurt, is het toch minder leuk. Zo’n zwijn voor je wielen is namelijk echt levensgevaarlijk.

Duitsland heeft er inmiddels iets voor gevonden: een detectiesysteem dat het verkeer waarschuwt wanneer er wilde zwijnen in de buurt zijn. Het systeem leek een ideale oplossing. Het verkeer kon blijven rijden, de zwijnen konden oversteken en de jagers mochten rustig blijven bijvoeren en schieten. Helaas bleek het peperdure systeem nauwelijks te werken. De automobilisten pasten hun snelheid aanvankelijk keurig aan, maar na een paar maanden merkten ze dat het gevaar wel meeviel. Het gastpedaal was weer snel gevonden en het aantal ongelukken daalde niet substantieel. Dat gaat bij ons ook gebeuren als het systeem wordt ingevoerd.

De oplossing voor het zwijnenprobleem ligt niet in peperdure technieken. Een kind kan zien dat het beter is om de dieren niet bij te voeren, niet te bejagen en niet op te sluiten in veel te kleine natuurgebieden. Bij Toetatis, zo moeilijk is het toch allemaal niet!

Erno Eskens is een Nederlands filosoof en politicoloog