WAT zijn essentiële verschillen als we de tropische regenwouden van de Amazone vergelijken met onze gematigde bossen?

De regenwouden van de Amazone staan voornamelijk op extreem voedselarme bodems. Voor de leek is het moeilijk te bevatten dat zo een weelderig, blijvend groen woud op de armst denkbare gronden kan groeien. Dat vermogen heeft de Amazone ontleend aan tientallen miljoenen jaren van evolutie. Zo zijn alle nutriënten opgenomen in de planten en worden in een perfect systeem van recycling via in symbiose op de wortels groeiende schimmels (mycorrhiza) uit dood en rottend plantenmateriaal naar de bovengronds levende vegetatie teruggevoerd.

AmazoneAls men dus, zoals in Brazilië veel gedaan wordt, het regenwoud grootschalig kapt en het hout eenmalig oogst, dan komt het oerwoud de eerstkomende miljoenen jaren niet meer terug. Tenminste niet in deze vorm – als ecosysteem met de hoogste biodiversiteit van planten en dieren op Aarde. Een uniek, heterogeen, ongelooflijk complex oerwoud waarin Moeder Natuur onbeperkt met levensvormen experimenteert. Een evolutionair laboratorium waaruit in principe alle terrestrische levensvormen zijn voortgekomen, inclusief onze eigen soort – de Homo sapiens.

Het regenwoud van de Amazone heeft een onvergelijkbaar veel grotere capaciteit dan welk bostype dan ook om koolzuur- en methaangas, de hoofdschuldigen van ‘global warming’, uit de atmosfeer te halen en vast te leggen in haar plantenmateriaal. Dat is blijvend, tenminste als de planten niet verbrand worden. Het gaat door middel van de fotosynthese met behulp van het bladgroen dat in de plantencellen is opgeslagen. Het totale bladoppervlak van een stuk bos is dus bepalend voor de hoeveelheid CO2 die per tijdseenheid uit de atmosfeer vastgelegd (‘sinked’) kan worden.

Het totale bladoppervlak van een primair regenwoud is onevenredig veel groter dan dat van een naaldbos of een gematigd bos. Dat laatste verliest ook nog minstens zes maanden van het jaar zijn blad en draagt in dit opzicht dus veel minder bij aan het verwijderen van koolzuurgassen. Het bijzondere van een regenwoud is dat het blijvend groen is. Via de bomen, lianen, andere klimplanten en epifieten wordt elk plekje, waar maar wat licht doorvalt, over een hoogte van 50-70 m met blad en dus bladgroen opgevuld.

De biomassa, of beter gezegd fytomassa van een regenwoud – dat is het totale gewicht aan plantaardig materiaal per eenheid bos (een hectare bij voorbeeld) – en dus de capaciteit om het koolzuurgas uit de lucht in de vegetatie vast te leggen, is een dimensie groter dan die van een naaldbos of bladverliezend gematigd bos. Misschien wel duizend keer groter!

Dat betekent dat er bij het verbranden van een hectare regenwoud ook minstens even zoveel koolzuurgas in de atmosfeer uitgestoten wordt. Willen wij mensen zo snel en effectief mogelijk het probleem van ‘global warming’ aanpakken, dan ligt het voor de hand te propageren van nu af geen bomen meer uit het oerwoud te kappen, laat staan te verbranden.

WAAROM gaat de toekomst van het Amazonewoud elke wereldburger aan?

De hele wereld, ook Nederland dus, ondervindt vandaag de dag aan den lijve de gevolgen van het verschijnsel ‘Global Warming’. Overal ter wereld stijgt de gemiddelde temperatuur, zowel op het land als in de zee. Dat heeft alles te maken met de uitstoot van kooldioxide, niet-giftig koolzuurgas dat wij allemaal uitademen. Die kooldioxide komt in onvergelijkbaar veel grotere hoeveelheden vrij bij het verbranden van uit de aarde gewonnen fossiele brandstoffen (afkomstig van in het Carboon gefossiliseerde oerbossen), en van de nu in de tropen groeiende oerwouden. Wat vroeger natuurrampen werden genoemd, zoals bij voorbeeld de overstromingen van 1953, waarbij half Nederland door de zee overspoeld werd, kan nu al voor een groot deel als rampspoed betiteld worden die de mens over zichzelf heeft afgeroepen. Het gevolg daarvan zijn cyclonen, bosbranden, overstromingen door rivieren en zeeën, landverschuivingen, tsunami’s, aardbevingen, woestijnvorming, epidemieën, hittegolven, koudegolven, massaal en globaal uitsterven van levensvormen (spasma’s), et cetera.

Wij, wereldburgers, kunnen deze rampspoed het beste tegengaan door op te komen voor het behoud en duurzaam beheer van de laatste, grote, nog grotendeels intacte, aaneengesloten stukken regenwoud op Aarde – met name die van het Amazonegebied.

WAAROM juist het Amazonewoud beschermen?

We kunnen ons het best inzetten om het Amazonewoud te beschermen, omdat elders op de wereld gedurende de laatste vijftig jaar vrijwel alle tropische bossen hebben moeten wijken voor grootschalige gemechaniseerde landbouw, veeteelt en andere commerciële korte-termijn exploitatie.

De Amazone bestaat nog voor een groot deel uit onaangetaste, onafzienbaar grote en niet tot boseilanden gereduceerde oerwouden. Deze oerbossen vindt men niet meer in deze dimensie in het huidige Zuidoost Azië en Centraal Afrika. Daar is men eigenlijk al te laat voor drastisch ingrijpen. Bovendien staan veel van de regenwouden daar op voedselrijkere bodems en kampen regeringen van die tropische landen met haast onoplosbare sociale en demografische (overbevolking) problemen – problemen die men daar denkt op korte termijn te kunnen bestrijden ten koste van de schaarse, nog overeind staande regenwouden.

In de Guiana’s en het Centrale Amazonegebied is van een dergelijke bevolkingsdruk (nog) geen sprake. In de Braziliaanse Amazone is de laatste jaren juist een gestage exodus van rivieroeverbewoners in het binnenland naar de steden gaande. Daar wordt de natuurbeschermer en strijder voor het behoud van regenwouden niet a priori geconfronteerd met onoplosbare problemen van sociale en humanitaire aard.

HOE kunnen we het Amazonewoud voor de toekomst behouden?

Door methoden te introduceren om de reeds gedegradeerde regenwouden duurzaam te ontwikkelen en om een verfijnde en duurzame exploitatie van natuurlijke hulpbronnen uit de Amazone toe te passen zonder hoegenaamd schade aan te richten aan het plaatselijke ecosysteem.

Projecten kunnen worden opgezet, die een echt duurzame exploitatie van het oerwoud voorstaan en die de inheemse bevolking daar een bestaansvoorwaarde op lange termijn bieden. Dat kan zonder schade aan te richten aan de plaatselijke natuur.

Succesvolle, in Brazilië opgezette projecten kunnen dan als voorbeeld dienen voor andere landen, die eveneens regenwouden bezitten. Maar ook om aan de rest van de wereld te tonen dat het wel degelijk mogelijk is om schone, duurzaam gewonnen natuurlijke hulpbronnen te vinden en te exploiteren.

Westerse landen zouden ernaar moeten streven om landen die nog oerwouden bezitten, zoals de Guiana’s, Venezuela, Colombia, Peru, Bolivia en Brazilië, te stimuleren om die oerwouden in ruil voor een geldelijk bedrag per hectare integraal, effectief en voor altijd bij de wet te beschermen. Om dit te realiseren zou er een economisch interessant alternatief geboden kunnen worden voor de korte termijnwinst, een gegeven waarbij het nog staande oerwoud in landen als Brazilië en Bolivia nog steeds op grote schaal ten prooi valt aan de nietsontziende winstbejaggedachte van een kleine, heersende, overmachtige groep van politici, projectontwikkelaars, en entrepreneurs.

Als er daadwerkelijk een gevulde geldpot van de grootste kooldioxide en methaan uitstotende geïndustrialiseerde landen beschikbaar zou komen, dan zouden landen als Suriname en Brazilië met hun nog staande, oorspronkelijke, en ongestoorde regenwouden economisch enorm kunnen profiteren van een echt duurzaam regenwoudbeleid. Het zou dan economisch niet haalbaar moeten zijn om nog bomen uit het regenwoud te kappen, of erger nog, het regenwoud te verbranden.

HOE kunnen Nederlanders een bijdrage leveren aan het behoud van het Amazonewoud?

Nederland is de grootste opkoper en distributeur van Braziliaanse, voornamelijk als veevoer geproduceerde en geëxporteerde soja. Onder druk van het grote geld (vooral Amerikaanse multinationale corporations zoals Monsanto) wordt in de Braziliaanse Amazone soja alleen grootschalig en volledig gemechaniseerd verbouwd. Distributie en transport ervan is volledig in handen van het Amerikaanse bedrijf Cargil. Om in een tropisch klimaat grootschalig soja te kunnen verbouwen is de soja genetisch gemanipuleerd om het in overmaat opgebrachte, door het Amerikaanse bedrijf Monsanto ontwikkelde onkruidverdelgend middel ‘RoundUp’ te kunnen weerstaan. De door Nederland geïmporteerde en over heel Europa gedistribueerde veevoersoja staat stijf van dit soort kankerverwekkende bestrijdingsmiddelen. Die persistente giffen komen met name via de bio-industrie in de voedselketen van de Europese burgers terecht. Bovendien bestaat het vermoeden dat de zogenaamd “ten behoeve van de menselijke gezondheid” aan een veelvoud van voedselproducten toegevoegde soja in feite dezelfde van landbouwgif vergeven soja is die als veevoer uit Brazilië geïmporteerd wordt. Onder druk van het globale marktmechanisme, waardoor een groot deel van het nationale bruto product en dus de economie van Brazilië op landbouw en veeteelt berust, wordt door de huidige regering ervan de zogenaamde “duurzame” omzetting van het regenwoud in monoculturen van soja, rijst, oliepalm, en suikerriet (biodiesel) gepropageerd. Het meest effectieve wapen waarmee de consument actief kan bijdragen aan het behoud en instandhouding van het resterende Amazonewoud is dan ook het  rigoureus en principieel boycotten van deze uit Brazilië geïmporteerde voedingsmiddelen en dus ook van alle vlees en andere dierlijke producten afkomstig van de Nederlandse bio-industrie.

WAT betekent eigenlijk ‘duurzaam beheer’ en ‘duurzame ontwikkeling’ van een regenwoud?

IS echte duurzame exploitatie van het regenwoud wel mogelijk?

HOE zou duurzame exploitatie toegepast kunnen en moeten worden?

Een duurzame ontwikkeling van een regenwoud houdt in dat men het oerwoud, zonder de daarin levende fauna en flora schade te berokkenen, ‘veredelt’ ofwel productiever maakt in termen van voor ons mensen bruikbare en verhandelbare natuurlijke hulpbronnen. In dergelijke proefbossen kan men, bij voorbeeld, binnen ecologisch verantwoorde grenzen manipuleren met de natuurlijke opslag van inheemse bomen en andere waardplanten, die voor de mens eetbare of bruikbare producten leveren. Voorbeelden hiervan zijn bosvruchten, noten, groenten, dranken, consumptie-ijs, honing, harsen, oliën, parfums, medicijnen, bindmateriaal (gemaakt van luchtwortels en klimplanten), dakmateriaal, hardhout (voor o.a. korjalen), grondstoffen voor huisvlijt en kunstnijverheid, et cetera. Voorts kan worden gedacht aan het met natuurproducten verhogen van de plaatselijke visstand en populaties van bepaalde algemeen voorkomende jachtwildsoorten.

Een zogenaamd duurzame exploitatie van het regenwoud, zoals de Braziliaanse regering voorstaat en in haar Amazonegebied laat uitvoeren, heeft helemaal niets te maken met ecologisch verantwoord duurzaam gebruik van regenwouden. Het is eerder het mom waaronder allerlei buiten het blikveld van de buitenwereld vallende desastreuze vormen van exploitatie plaatsvinden. Zoals grootschalige selectieve en totale (vaak met het FSC-keurmerk gesanctioneerde) houtkap, waterkrachtcentrales en stuwmeren voor het opwekken van stroom hoofdzakelijk bestemd voor mijnbouw. Ook het grootschalig en voorgoed omzetten van regenwouden in monoculturen van soja, suikerriet, oliepalm, rijst, of grasland voor intensieve veeteelt valt hieronder.

Bij echt duurzame exploitatie van oerwouden moeten we eerder denken aan kleinschalige projecten met gebruik van een zo groot mogelijk scala aan inheemse (ter plekke van nature voorkomende) planten en dieren, die allemaal jaarrond en seizoensgebonden binnen ecologisch verantwoorde grenzen en aantallen geoogst kunnen worden. Met zo gemanipuleerde stukken oerbos en met een veelvoud aan seizoensgebonden en het hele jaar door oogstbare natuurproducten zou een plaatselijke bevolking van bij voorbeeld boslandcreolen en indianen in het binnenland van de Amazone een blijvende en jaarronde bestaansvoorwaarde geboden kunnen worden. De handel in deze natuurproducten, op zijn beurt, zouden mensen met een handels- en koopmansgeest in de stad in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Het afzetgebied voor al deze natuurproducten is al gegarandeerd, in eerste instantie in Nederland en van daar uit elders op de wereld.

Een andere belangrijke inkomstenbron door middel van duurzaam gebruik van regenwoud is ecotoerisme, dat in de Amazone met de huidige trend van het verdwijnen van regenwouden een enorme vlucht zou kunnen doormaken. De Amazone van de Guiana’s, Venezuela, Brazilië, Colombia en Peru heeft een prachtige keten van unieke, geheel ongestoorde natuurgebieden. Daar kan een groot deel van de biodiversiteit van de Amazone gezien en bewonderd worden. De horeca en de dienstverlenende sector in de steden zou daar enorm profijt van kunnen trekken. Het ecotoerisme in de Braziliaanse Amazone wordt evenwel van overheidswege sterk afgeremd, omdat zij geen buitenlandse pottenkijkers in haar Amazonegebied wil hebben rondlopen die wereldkundig kunnen maken wat er in werkelijkheid onder haar groene vlag van duurzaamheid plaatsvindt.