In het Amsterdamse Bos is dit jaar op initiatief van Dierenbescherming Amsterdam in samenwerking met de GGD Amsterdam onderzocht of overlast door mollen diervriendelijk en structureel beheersbaar gemaakt kan worden door de grond frequent te ‘trillen’ met een speciale trilwagen. De uitkomst van de proef heeft niet opgeleverd wat de initiatiefnemers hoopten. De mollen bleven niet aantoonbaar weg van de testvelden. Wel valt op dat vorm, omvang en grondsamenstelling van de velden van invloed lijken op de aanwezigheid van mollen.

mollengedrag
Mol smikkelt regenworm |©Rollin Verlinde, Vilda natuurfotografen

Aanleiding voor de proef is het veelvuldige gebruik van de mollenklem en gif op veel plaatsen in Amsterdam. Dierenbescherming Amsterdam (DBA) wil aandacht besteden aan het lot dat vele mollen ieder jaar ondergaan en publiek en bestuurders ervan doordringen dat er gezocht moet worden naar diervriendelijke alternatieven. Amsterdammers moeten toleranter worden ten opzichte van in het wild levende dieren, vindt DBA. Tijdens de behandeling van het Bosplan vorig jaar is een motie van de Partij voor de Dieren Amsterdam aangenomen om de proef ook daadwerkelijk uit te voeren.

Het Amsterdamse Bos heeft zeven velden beschikbaar gesteld en de personele inzet om het maai- en trilwerk te doen. Met behulp van een zware trilwagen die op een aantal velden over de grasmat reed, is onderzocht of het maaien en trillen van invloed was op de aanwezigheid van mollen. Met het periodiek in kaart brengen van de molshopen kon het effect gemeten worden.

Het aantal verse molshopen dat elke week ontstond, verschilde niet tussen de velden waar wel, en de velden waar niet getrild werd. Wel valt op dat mollen bij de meeste velden aan de randen ervan
molshopen maken. Daarnaast blijkt dat grote velden, die met weinig bosrand zijn omgeven, minder molshopen hadden.

Volgend seizoen wil DBA proberen om meer inzicht te krijgen in de kenmerken van velden (waardoor neemt het aantal molshopen toe?). Het resultaat kan leiden tot het beheer van deze kenmerken om daarmee het aantal molshopen acceptabel te houden zónder mollen te doden. DBA hoopt natuurlijk van harte dat de gemeente opnieuw wil samenwerken.

Persbericht Dierenbescherming