Wat een week! Van een demonstratie tegen megastallen tot weer een nieuwe uitbraak van de vogelgriep in het Limburgse Kelpen-Oler.

Alsof het niets is worden daar even 42.000 kalkoenen vergast. En Staatssecretaris Bleker heeft nu erkend dat er wel eens wat fout gaat bij het ruimen (lees: vergassen) van de dieren. Vergast worden… Dat is op zich al een vreselijke en pijnlijke dood, maar als dan ook nog de stal niet goed is afgeplakt en de dieren uiteindelijk alsnog op een andere manier moeten worden gedood, omdat dat vergassen niet is gelukt…  Tja, wat zal ik daarop zeggen.

Bleker roept erover: “Dit is niet voor herhaling vatbaar”.  Ik denk er sterk over eens een overzicht te maken van de meest idiote uitspraken van Bleker. Hilarisch als het niet zo in en in triest zou zijn.

“De impact is groot”, maar het draagvlak voor de huidige aanpak wordt volgens hem gesteund door de pluimveesector. Tuurlijk meneer Bleker.

Kan je nagaan wanneer er een vogelgriep uitbraak in zo’n gigastal plaats heeft waar nu een vergunning voor is verleend in Horst aan de Maas. Daar mogen 1,3 miljoen kippen een kort en miserabel leven gaan leiden of beter gezegd… lijden. En dan heb ik het nog niet eens over die 33.000 varkens die daar ook mogen komen wonen.

Vorig jaar organiseerde Henk Bleker een nationale dialoog over megastallen. Iedereen werd opgeroepen om mee te doen. Echter 90% van de Nederlanders heeft nooit gehoord over die “nationale dialoog”, blijkt uit onderzoek. Halverwege de dialoog, waar dus niemand van wist, werd voor het woord megastal gewijzigd in ‘een toekomstbestendige Veehouderij’.

Idioot natuurlijk want ieder weldenkend mens weet dat de megastal allesbehalve toekomstbestendig is. Als er gezegd wordt dat we niet zo sentimenteel moeten zijn, bedoelen ze dat de stallen nog veel groter gaan worden dan in onze ergste nachtmerries.

En als ze zeggen dat we realistisch moeten zijn, bedoelen ze dat ze er megaveel geld mee willen gaan verdienen. Over de rug van de dieren maar ook van de natuur, het milieu en niet te vergeten de mensen.

Nederlanders maken zich zorgen over de verspreiding van dierziekten en antibioticagebruik. Zorgen over het welzijn van dieren en over de volksgezondheid.

En terecht.

Driekwart van de uitbraken van nieuwe infectieziekten komt uit het dierenrijk

Dierziekten hebben Nederland de afgelopen tien jaar 2,5 tot 3 miljard euro gekost (en daar zitten de kosten van de Q-koorts nog niet bij).

Antibioticaresistentie is een gigantisch probleem aan het worden. We verslepen dieren door heel Europa met alle gevolgen van dien.

En dan heb ik het nog niets een gehad over dierenwelzijn.

Dieren liggen tussen stangen hebben nauwelijks ruimte en kunnen zich amper bewegen. We doen ze de meest vreselijke dingen aan in hun korte en ellendige  leven.

We knippen hun staarten, snavels en tanden. En we verzinnen steeds nieuwe methoden om ze in zo kort mogelijke tijd rijp te maken voor de slacht. Of om de productie op te drijven.

Een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking is faliekant tegen de bouw van megastallen. Maar de Nederlanders hebben ook in de gaten dat de overheid zich hier niks van aantrekt.

Meer dan driekwart betwijfelt of de regering de bouw van nieuwe megastallen zal verbieden zelfs als een meerderheid van de burgers tegen is. Die zogenaamde dialoog was niet bedoeld om de mening van de burgers te leren kennen. Als het om de veeindustrie gaat, is er maar één burger die telt, en dat is de hamburger.

En kan het nog idioter? Ja dat kan! Uit onderzoek van Wakker Dier blijkt dat Nederland zelfs megastallen in het buitenland financiert uit ontwikkelingsgelden. Je krijgt het niet bij elkaar verzonnen.

Gelukkig heeft de Kamer daar vorige week een stokje voor gestoken, maar voor dit kabinet kan het zonder problemen.

Ik sprak ooit met de directeur van de Animal Science groep van de Universiteit Wageningen. Volgens hem had ik het allemaal verkeerd begrepen. “Mevrouw Soeters”, zei hij, “in Duitsland hebben ze de Mercedes en daar zijn die Duitsers apentrots op. Wij hier in Nederland hebben onze intensieve veehouderij. Daar mogen wij nou echt enorm trots op zijn.” Hij meende het echt!

Trots? Wij zouden ons kapot moeten schamen. Megastallen moeten gestopt worden.

Stop het single issue denken dat alleen over geld en kortetermijnbelangen gaat!

Hoe leggen we onze kleinkinderen uit dat het ons niet zoveel kon schelen dat ze aan de andere kant van de wereld verhongerden, omdat wij hun voedsel nodig hadden voor de bio-industrie. En dat we niets deden tegen een dreigend watertekort. Dat dierziekten op grote schaal uitbraken, omdat we er geen geld voor over hadden ze te voorkomen?

In de woorden van Edmund Burke:

“Er is maar één ding nodig om het kwade te laten zegevieren: goede mensen die niets doen.”

Daarom ben ik trots dat 2 dames het initiatief hebben genomen een demonstratie tegen tegenmegastallen te organiseren.

Hulde aan Christel de Haas en Estera Waas van wezijnhetmegazat.

Ernst Cramer van de Christen Unie twitterde afgelopen vrijdag: “Ik ben ook tegen Megastallen… op de Dam.” André Rouvoet moest daar erg hard om lachen.

Ernst, het begin is er, maar rentmeesterschap betekent: “Helemaal geen megastallen, waar ook in Nederland.” Het is tijd voor een opstand van weldenkende mensen om de stupiditeit van de megastallen definitief de voet dwars te zetten. Het is tot hiertoe en niet verder!

Bovenstaande is ook uitgesproken op de Manifestatie “We zijn het Mega zat!!

wezijnhetmegazat