Erno EskensDe VanDrie Group slacht kalfjes en handelt in kalfsvlees. Het is de grootste kalfsvleesproducent in onze regio. De Dierenbescherming en de Vandrie Group hebben het onlangs op een akkoordje gegooid. Het vlees krijgt voortaan een stickertje met de goedkeuring van de Dierenbescherming, mits de dieren iets beter voer krijgen, op een zachtere vloer staan en geen bloedarmoede hebben. Lange tijd kregen kalfjes bewust te weinig ijzer toegediend, zodat hun vlees ´blank’ kleurde, wat consumenten aantrekkelijk vinden. 

Of eigenlijk moet ik zeggen, wat consument aantrekkelijk vonden. Toen men hoorde over het mistroostige leven van de kalveren, dreigde een kopersboycot. Dat was voor de VanDrie Groep uiteraard een goede reden om zich eens flink in de ethiek te verdiepen.

Inmiddels levert VanDrie geen blank kalfsvlees meer en ligt Albert Heijn vol met pakketjes vlees waar de dierenbescherming een goed-gedaan-hoor-plaatje op heeft geplakt. Op al het kalfsvlees van de Vandrie Group staat minimaal één ster. En als de mensen van Van Drie nog aardiger zijn, kunnen ze zelfs drie plaatjes verdienen.

Vincent Pompe heeft over deze casus een proefschrift geschreven dat Doing Business with Animals heet. Hij promoveerde er begin oktober op aan de Wageningen Universiteit. Pompe ziet de casus als een mooi staaltje ‘Moral Entrepreneurship’. Moraal hoor je niet op te leggen, zegt hij, het is beter om de stakeholders onderling aan het zetten van kleine ethische stapjes te laten werken. Ethiek uit boekjes aan de boeren en de slagers uitleggen, dat helpt niet. Je moet ze concrete – lees financiële – handvatten geven.

Op zich natuurlijk weinig mis met zo’n pragmatische aanpak in de ethiek, maar om dit nou als de zaligmakende methode voor te stellen…. Stel dat de twee partijen hadden besloten om de kalfjes iets minder lang bloedarmoede te geven… Dat zou ook een kleine stap vooruit zijn. Maar wel een te kleine.

En daar zit nu juist het punt. De samenleving wil ‘a giant leap for animalkind’, de politiek kan die grote stap zetten, maar Vincent Pompe zwaait al vrolijk met zijn vlaggetje bij ‘a small ethical step for mankind’. Daarmee kan zijn pragmatische ethiek wel eens een grote hindernis worden voor echte ethische vooruitgang. Zou het niet beter zijn om een vleestax op te leggen, om het opgehaalde geld te investeren in betere leefcondities voor de dieren en om de huidige ellendige omstandigheden vervolgens gewoon te verbieden? Wordt het niet eens tijd om te kijken wat het dier aan ruimte, lichamelijk contact, afleiding en voedsel nodig heeft? Ik denk het wel.

En wat dat ene sterretje betreft: het gerucht gaat nu al dat de kalfjes tijdens hun korte leven door de verschillende stallen worden gevoerd, om alleen de laatste dagen in de beste stal te belanden. Vanuit die betere stal worden ze ‘op de klep gezet’ en naar het slachthuis vervoerd. Omdat ze uit een goede stal komen, plakken de mensen van de Dierenbescherming dan een sterretje.

Ook als de geruchten onjuist zijn, is het sterretjessysteem een ethische schande. Fijn dat het voer is verbeterd en de bloedarmoede is verdwenen; fijn ook dat de grond waar de kalveren op liggen wat zachter wordt gemaakt, maar het kan niet zo zijn dat we de resterende misstanden – te weinig ruimte, te weinig afleiding, te weinig buitenlucht, te vieze lucht in de stallen, te veel antibiotica et cetera – belonen met een sterretje. Ethiek hoort te draaien om de vraag wat toelaatbaar en wat goed is. We moeten het begrip niet uithollen door het te gebruiken bij de eerste de beste kleine verbeteringen. Een dief die van plan is om alles te jatten, maar op het eind toch maar besluit om niet alles mee te nemen, is toch ook niet ethisch bezig?

Wij moeten ons de vraag stellen of het acceptabel is om jonge kalveren vroegtijdig weg te halen bij hun moeder, om ze een leven in een hokje te geven en ze vervolgens vroegtijdig om te brengen? Het gaat hier wel om dieren met enige vorm van bewustzijn, met lust en onlustgevoelens, met verlangens en belangen.

Verder moeten we ons afvragen of de VanDrie Group niet al te veel pronkt met haar nieuwe ethische status. Dit bedrijf varieert haar ethische standaarden per klant. Het levert 200.000 ‘ethisch behandelde’ kalveren aan Albert Heijn. Maar de overige 800.000 vallen deels nog onder het oude regime. De Dierenbescherming heeft ook voor deze groep wat misstanden weten weg te werken – wat mooi is – maar verder gelden voor deze groep de minimumeisen zoals die zijn vastgelegd in de wet. Die wet zit bedroevend in elkaar. Artikel 4 van het kalverenbesluit meldt bijvoorbeeld dat jonge kalfjes een hok moeten krijgen dat minimaal 1,1 maal hun lichaamslengte (staart niet meegerekend) bedraagt. Ja, u leest het goed, 1,1 maal. Dat geeft zo’n kalfje toch al snel een paar centimeter bewegingsruimte. In zo’n kleine ruimte past het kalfje net, maar ethiek krijg je er met geen mogelijkheid meer bij.

En zelfs in die ruimere stallen met een sterretje van de Dierenbescherming, zie ik geen ruimte voor ethiek. Op zich prijzenswaardig dat de Dierenbescherming de stallen wat groter wil krijgen. Zoiets kun je steunen als je denkt dat dit de beste strategie is, maar noem het s.v.p. geen ethiek.

Erno Eskens